Is Allah dezelfde als God van de christenen? (3)

ds. H.G. Koekkoek • 78 - 2002/03 • Uitgave: 10
De Koran kent de Jezus van de Bijbel, maar ziet Hem niet als "DE" Zoon van God, maar als een groot mens, een groot profeet. De Koran leert, dat Allah geen kinderen heeft. Op wel tien plaatsen in de Koran staat, dat Allah geen zoon heeft. De Allah, zoals de Arabieren hem vereerd hadden toen Mohammed zijn profetisch werk nog niet begonnen was, had echter zowel zonen als dochters. Mohammed heeft de god van deze heidenen wel overgenomen en hem tot de enig ware God gemaakt, maar heeft ook geleerd, dat hij geen kinderen had. Hij is zelf niet verwekt en verwekt ook geen kinderen, zegt de Koran. Allah heeft ook geen zoon. De Bijbel zegt ons echter, dat eerst het volk Israël (Exodus 4:22) en later de Here Jezus op een heel bijzondere wijze de Zoon van God was, Psalm 2:7; Mattheus 17:5.

De Koran erkent echter wel, dat Jezus de Messias was en dat Hij gezegend was. De Koran erkent, dat Hij al in Zijn jeugd een reine knaap was (er worden geen zonden van Jezus in de Koran genoemd) en dat Hij ondersteund werd door de Heilige Geest en dat Hij bovennatuurlijke kennis bezat. Mohammed, als laatste profeet, meende, dat hijzelf echter groter was dan Jezus. De Koran meent zelfs, dat Jezus de komst van Mohammed voorzegd had: "En toen Isa, de zoon van Marjam, zei: 0 zonen van Israël, ik ben de boodschapper van Allah tot u, bevestigend wat vóór Mij was van de Taoerah (d.i. de Thora) en aankondigend een boodschapper, die na Mij komen zal, wiens naam is Ahmad (d.i. de geprezene)..." Zoals u ziet wordt de Here Jezus in de Koran "Isa" genoemd. Het betekent: Ezau!

De Koran kent de kruisiging van de Here Jezus. Aan de andere kant ontkent de Koran Zijn kruisdood. Zij geloven namelijk, dat een schijnbeeld van de Here Jezus gemaakt is en dat dit schijnbeeld aan het kruis gestorven is. Men heeft op een gegeven ogenblik Judas of Simon van Cyrene aangezien voor Jezus, zo menen de Islamieten. Allah heeft voorkomen, dat Jezus aan het kruis zou sterven. Allah heeft Hem juist verhoogd en Hem tot zich genomen. Hoe valt dit te rijmen? Moderne Islamitische geleerden verklaren dit, als zouden de Joden gemeend hebben, dat zij Jezus doodden, terwijl Allah Hem op een onverklaarbare wijze tot zich genomen had. Allah zou nooit gewild hebben, dat Jezus stierf, want Jezus stond juist zeer in de gunst bij Allah.

De Koran kent dus wel de dood van Jezus, maar niet Zijn verzoenend lijden en sterven. Ook de opstanding uit de dood van de Here Jezus wordt niet in de Koran gemeld. Het hart van het evangelie van de Bijbel ontbreekt daarom in de Koran. De Islamieten kennen Jezus als een groot profeet, maar niet als de Middelaar tussen God en mensen. Zij kennen Hem niet als degene, die ons teruggebracht heeft tot God en ons met God verzoend heeft. Zo ontbreken de verzoening en de verlossing in de Islam. De behoudenis die zij menen te verkrijgen geschiedt niet op grond van het offer van Christus, maar op grond van de geloofsbelijdenis van de Islam en de goede werken.

Toch is het niet zo, dat Allah niets gedaan heeft om de mens te redden. Hij heeft engelen, profeten en boeken gezonden om de mens de rechte weg te wijzen. De mens die Gods wil (uit de Koran) leert kennen en zich daaraan onderwerpt kan de zaligheid verdienen. Een Islamiet is er echter nooit zeker van of hij behouden is. Tot op het moment van sterven, weet een Islamiet nor niet of hij behouden of verloren is. Wat een geheel andere boodschap hebben wij dan in de Bijbel, waar wij lezen over de verzoening (2 Corinthe 5:17-21) en over het feit, dat wij mogen weten behouden te zijn (Johannes 3:36; 5:24; 1 Johannes 5:11.12).

De Koran leert, dat Allah geen kinderen heeft. Dit heeft als logisch gevolg, dat Allah ook geen vader is voor zijn volgelingen. De Islamieten vereren en dienen Allah, maar zij hebben niet zo'n contact met hem, zoals de gelovigen van de Bijbel met God hebben, die weten, dat zij Zijn kinderen zijn en dat Hij hun Vader is (vgl. Johannes 1:12; 20:17). De Koran noemt Allah niet de vader van zijn volgelingen.
De Islamieten kennen niet de persoonlijke omgang met God, zoals Joden en christenen die kennen. De Islamieten spreken ook niet, zoals wij dat doen, over een persoonlijk geloof en een persoonlijke relatie met Allah. Hij woont ook niet bij hen. Zoals de christenen weten, dat de Heer door Zijn Geest in hun hart woont en hun leven tot Zijn tempel gemaakt heeft, zo kennen de Islamieten deze zegeningen niet.

ds. H.G. Koekkoek