Israël en de bijbel

Henk Schouten • 80 - 2004/05 • Uitgave: 9
Israël en de bijbel



Ton Stier geeft leiding aan de stichting Israël en de Bijbel. In die hoedanigheid hebben we hem gevraagd om op 'Het Brandpunt' enkele Israël conferenties te verzorgen. We zien in hem een bewogen en bevlogen broeder, met een grote liefde voor Israël, Gods volk. Een kennismaking met Ton Stier, zijn roeping, zijn werk en zijn liefde voor de Here Jezus.


“Mijn relatie tot de Here Jezus gaat terug tot mijn kinderjaren. Ik had hetzelfde voorrecht als Timotheus over wie Paulus schrijft: "uw ongeveinsd geloof, zoals het eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en uw moeder Eunike".

Zowel mijn moeder als mijn grootmoeder hebben mij het leven met Christus op ongekunstelde wijze voorgeleefd. Maar, zoals Corrie ten Boom ooit zei, "christenzijn is geen erfgoed". En zo mocht ik op 20-jarige leeftijd, tijdens een conferentie van de Navigators, tot persoonlijk levend geloof in de Here Jezus komen. De zekerheid van vergeving en eeuwig leven te hebben ontvangen, betekende voor mij een grote rijkdom. En toch heb ik de volle werkelijkheid van Gods verlossing pas mogen beleven toen ik het nieuwe Leven in Christus ging ontdekken, zoals door Paulus verwoord in Gal. 2:20: "Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij". Niet ‘Christus plus.., maar ‘Christus alleen’ geeft volkomen verlossing, vreugde, vrede, voldoening en ... verwachting, want met Christus te zijn is verreweg het beste!



Na ons trouwen leidde de weg al spoedig naar Het Brandpunt in Doorn, waar toentertijd de Evangelische Bijbelschool was gevestigd. Met name onder het bezielende onderwijs van de broeders Jacob Klein Haneveld en Jan Kits, gingen de Schriften open, zoals ik nog nooit eerder had meegemaakt.

In het tweede studiejaar kregen Gerda (mijn vrouw) en ik de roeping voor zendingswerk in Bolivia, waar we, in 1979, het jaar dat ik in Doorn afstudeerde, naar toe zijn vertrokken. We werkten daar veelal vanuit een soort woonboot, waarmee we enkele rivieren in het Amazonegebied bevoeren en waar we inlanders (onder wie enkele indianenstammen) met het Evangelie mochten bereiken. Het was op een van deze rivierreizen dat ik tijdens mijn stille tijd terechtkwam bij Ezechiel 34:6: "Mijn schapen dwalen rond op alle bergen en op elke hoge heuvel; over de gehele aarde zijn mijn schapen verstrooid zonder dat er iemand is die naar hen vraagt of ze zoekt."

Die woorden sloegen bij mij in als een bom. Voor het eerst werd ik mij bewust dat Gods liefde en ontferming nog altijd naar Zijn volk uitgaan. Maar ook, dat die liefde en zorg bij zo weinigen van Zijn kinderen gehoor vindt, want, zo luidt de aanklacht, "er is niemand die naar hen vraagt of ze zoekt". Ook ik niet!



Wat kan of mag de rol van een christen zijn naar dit volk? Moeten we na 2000 jaar geschiedenis en een verschrikkelijke holocaust niet onze mond houden?



Mijn ervaring in de contacten met Joodse mensen is dat je vooral moet kunnen luisteren, voordat je iets wil gaan zeggen. Denk maar aan de ontmoeting tussen de Here Jezus en de Emmausgangers. Hij liet hen eerst hun eigen verhaal doen, alvorens hen – "beginnende bij Mozes en al de profeten - uit te leggen wat in al de Schriften op Hem betrekking had". De Here openbaarde Zichzelf dus vanuit de Schriften, zoals ook Filippus vanuit Gods Woord Jezus predikte. Ook vandaag is de Bijbel de enige Bron van waaruit we Joodse mensen met Christus kunnen bereiken. Daarom geloof ik dat we hen beter eerst iets kunnen ‘brengen’ dan ‘zeggen’. En met dat ‘brengen’ bedoel ik dan: geef ze voor alles het Woord van God, zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Dat is m.i. de enige juiste volgorde. Filippus kon de Here Jezus vanuit Jesaja 53 prediken, omdat de kamerling dat Woord van God bezat. 2000 jaar christendom met zijn kruistochten, inquisitie, Holocaust, maar ook de vervangingstheologie, heeft zoveel diepe wonden in de Joodse ziel geslagen, dat het gesprek inderdaad soms moeizaam verloopt. Er is een begrijpelijke achterdocht en vooringenomenheid bij Joodse mensen ten aanzien van christenen en het Nieuwe Testament, dat door sommigen als antisemitisch wordt verondersteld. De beste manier om dat misverstand weg te nemen, is door ze het Nieuwe Testament terug te geven. Ik zeg met nadruk teruggeven want evenals het Oude Testament is ook het Nieuwe Testament hun eigen Boek, opgetekend door Joodse profeten, evangelisten en apostelen.

Tegelijk zou ik ook willen waarschuwen tegen het goedbedoelde, maar misleidende argument dat na alle verschrikkingen we maar beter kunnen zwijgen. Als er werkelijk een gelegenheid is om te getuigen van de Here Jezus, dan moeten we dat vrijmoedig doen. Wij schamen ons voor 2000 jaar christendom, maar daarom schamen we ons niet voor de Joodse Messias. Het is dan ook belangrijk om de Here Jezus vanuit de Joodse context van de Oudtestamentische Geschriften voor te stellen. Helaas hebben veel christelijke cultuurverschijnselen het Messiasschap van de Here Jezus voor veel Joden onherkenbaar gemaakt. Maar zwijgen? Wie kan dat over zijn hart verkrijgen? Ik heb eens gehoord dat de ergste zonde bij Bedoeïenen is: weten waar de bron is en het verzwijgen. Volgens David Stern, zelf een Joodse gelovige, is de ergste vorm van antisemitisme om Joden het Evangelie te onthouden. Het Evangelie is en blijft onze eerste prioriteit. De vraag is namelijk niet primair waar een Jood sterft (Jeruzalem, Amsterdam, New York of Tel Aviv), maar hoe een Jood sterft (in Christus of buiten Christus). Die vraag raakt de eeuwigheid!



Wat is je taak en wat is de doelstelling van ‘Israël en de Bijbel'?



Als directeur heb ik het mandaat van het bestuur om de dagelijkse leiding over het werk te hebben. Dat is een veelomvattende taak, gezien de doelstelling van onze organisatie. Deze is kort samengevat: de Bijbel voor Israël en de Bijbel over Israël.

Met de Bijbel voor Israël bedoel ik de verspreiding van Gods Woord onder de Joodse gemeenschappen. We hebben voor dat doel tweetalige Oude en Nieuwe Testamenten ter beschikking. Tweetalig wil zeggen, de Hebreeuwse tekst op de ene pagina en een andere taal op de tegenoverliggende pagina. Zo is het Nieuwe Testament beschikbaar in 11 verschillende talen en het Oude Testament in drie verschillende, bijvoorbeeld: Hebreeuws-Engels, Hebreeuws-Russisch, enz. Daarnaast geven we voor Russisch sprekende Joden in diverse landen een Russisch-Engels magazine uit.

Met ‘de Bijbel over Israël’ bedoel ik vooral ons Nederlandstalig magazine Israël en de Bijbel, waar ik eindredacteur van ben.



Er worden nu twee conferenties gehouden op 'Het Brandpunt' een volle week en een weekend. Wat mag de conferentieganger verwachten?



De weekconferentie zal gaan over het thema: ‘De toekomst van Israël, geweven in zijn geschiedenis’. De geschiedenis van Israël is veel meer dan historische gebeurtenissen. Veel geschiedenissen zijn profetisch van aard. Het bekendste voorbeeld is wellicht de geschiedenis van Jozef, waaraan we aan de hand van een multimedia presentatie, enkele studies zullen wijden. Ook zullen we stilstaan bij de uittocht uit Egypte en de betekenis daarvan voor de toekomstige verlossing van Israël. Verder zal voormalig huisarts Alfred Esch ons de medische kanten laten zien van allerlei spijs- en reinigingswetten, die het Joodse volk (o.a. ten tijde van de 40-jarige woestijnreis) van veel ziekten hebben gevrijwaard. En natuurlijk volgen er nog veel meer interessante studies.



Het thema voor het Israël-weekend is: "Jeruzalem, ‘Het Brandpunt’ van de wereld"

Tja, wie een klein beetje het nieuws volgt, zal begrijpen hoe actueel dit thema is.



ds. Henk Schouten