Israël: Feiten uit de geschiedenis

Joop Schotanus • 78 - 2002/03 • Uitgave: 5
1. Israël werd een natie en Jeruzalem gebouwd in 1312 voor Christus, tweeduizend jaar voor het ontstaan en de groei van de Islam.

2. Arabische vluchtelingen begonnen zichzelf te identificeren als Palestijnen in 1967, twintig(!) jaar na de uitroeping van de moderne staat Israël.

3. Sinds de Joodse inname van Kanaän in 1272 vóór Christus hebben de Joden meer dan 1000 jaar geheerst in het land en ze hebben er gewoond in de laatste 3300 jaar

4. De enige tijd dat Arabieren - sinds 635 v.Christus over dit gebied geheerst hebben, was gedurende niet meer dan 22 jaar.

5. Jeruzalem is meer dan 3000 jaar de Joodse hoofdstad geweest, en nooit de hoofdstad van een Arabische of Moslim natie. Zelfs toen de Jordaniërs Jeruzalem bezetten, hebben ze nooit geprobeerd het tot hoofdstad te maken en Arabische leiders kwamen er dan ook niet op bezoek.

6. Jeruzalem wordt meer dan 700 keer genoemd in de Tenach, het Joodse heilige boek, dat Christenen het Oude Testament noemen. Jeruzalem wordt niet één keer bij name genoemd in de Koran.

7. Koning David stichtte de stad Jeruzalem. Mohammed is er in zijn hele leven nooit geweest.

8. Joden bidden in de richting van Jeruzalem. Moslims bidden met hun rug naar Jeruzalem in de richting van Mekka.

9. Over Arabische en Joodse vluchtelingen: in 1948 werden
de Arabische burgers aangemoedigd door de Arabische leiders om Israël te verlaten, die hen beloofden het land te zuiveren van de Joden. 68% van hen verliet het land zonder dat ze ooit één Israëlische soldaat gezien hadden.

10. De Joodse vluchtelingen werden gedwongen om de Arabische landen uit te vluchten als gevolg van bedreiging, vervolging en pogroms.

11. Het aantal Arabische vluchtelingen dat Israël in 1948 verliet, wordt geschat op 630.000. Het aantal Joden dat de Arabische landen moest ontvluchten wordt op een zelfde aantal geschat.

12. Arabische vluchtelingen werden welbewust niet opgenomen en geïntegreerd in de Arabische landen waar zij naar toe vluchtten, ondanks het zeer grote Arabische gebied. Van de honderd miljoen vluchtelingen die er sinds de 2e Wereldoorlog geweest zijn, zijn zij de enige vluchtelingen groep, die nooit opgenomen en geïntegreerd zijn door hun eigen mensen. Joodse vluchtelingen daarentegen werden volledig in Israël opgenomen en geïntegreerd. En dat in een gebied dat slechts 9/10e van de oppervlakte van Nederland heeft.

13. Het Arabisch - Israëlisch conflict: de Arabieren worden vertegenwoordigd door 8 verschillende naties, de Palestijnen niet meegerekend. Er is echter slechts één Joodse natie. Het initiatief van elk der vijf oorlogen lag bij de Arabische naties en zij verloren. Israël verdedigde zichzelf telkens weer en won.

14. Het handvest van de PLO roept nog steeds op tot de vernietiging van de Staat Israël. Israël heeft de Palestijnen het grootste deel van de Westelijke Jordaanoever gegeven, dat onder gezag staat van de Palestijnse Autoriteit.

15. Onder het Jordaans bewind, werden Joodse heilige plaatsen ontheiligd en werd de Joden de toegang tot de plaatsen van eredienst ontzegd. Onder Israëlisch bewind zijn alle Moslim en Christelijke heilige plaatsen bewaard en toegankelijk gemaakt voor mensen van alle geloofsovertuigingen.

16. Het gedrag van de VN inzake Israël en de Arabieren: Van de (totaal) 175 resoluties die de Veiligheidsraad aannam voor 1990, waren er 97(!) gericht tegen Israël

17. Van de 690 resoluties die de Algemene vergadering van de VN voor 1990 in stemming bracht, waren er 429 gericht tegen Israël.

18. De VN zweeg echter, toen 58 synagoges in Jeruzalem werden verwoest door de Jordaniërs.

19. De VN zweeg ook toen de Jordaniërs systematisch de Joodse graven op de Olijfberg schonden en ontheiligden.

20. De VN zwegen toen de Jordaniërs een soort Apartheidspolitiek afdwongen, waarin ze Joden verhinderden de allerheiligste Joodse plaatsen: de Tempelberg en de Klaagmuur te bezoeken.

Broeder Bert Bosveld, die ons dit toegezonden heeft, voegt er de volgende behartenswaardige opmerkingen aan toe:
'Wij beleven ongelofelijke tijden, waarin we onszelf moeten afvragen wat onze morele rol moet zijn. Wat zullen wij aan onze kleinkinderen vertellen, als ze ons vragen wat we gedaan hebben om een herhaling van schandelijk onrecht en een nieuwe wereldwijde uitbarsting van Jodenhaat en geschiedvervalsing te voorkomen?'

Joop Schotanus