Image

Je toegangskaart tot het leven

Albert Tolsma • 98 - 2022 • Uitgave: 12

In het Zoeklicht van september maakten we kennis met het eID, het Europese digitale identiteitsbewijs. Inmiddels gaan de ontwikkelingen snel, waardoor we toch weer aandacht willen geven aan dit digitale paspoort. In augustus kondigde de Duitse minister Lindner aan dat Duitsland werk gaat maken van het eID voor burgers, dat het in samenwerking met Nederland ontwikkelt. Het is een pilot wat een bijdrage zal leveren voor een gecoördineerde aanpak in de rest van Europa.

Samen met het klimaatbeleid is dit voor de Duitsers een speerpunt. Lindner: “De digitale identiteit is een voorwaarde voor financiële diensten en administratieve diensten van nu en de toekomst, zoals bijvoorbeeld de belastingaangifte. Wie weet zijn we op een gegeven moment zelfs zo ver dat we kunstmatige intelligentie kunnen gebruiken om verschillende soorten documenten te herkennen om die vervolgens automatisch in de belastingaangifte te introduceren. We willen dit belangrijke project nu met kracht voortzetten.” Dit laatste blijkt wel: de eerste versie van het digitale identiteitsbewijs komt in Nederland al in 2023 uit.  

Coalition of the willing
De samenwerking tussen Nederland en Duitsland staat niet op zich. De twee landen zijn lid van de Coalition of the willing, een groep van acht ‘gewilllige’ EU-landen die samenwerken om een internationale digitale infrastructuur op te tuigen. Zo werken België en Estland samen aan mensgerichte kunstmatige intelligentie. Portugal en Denemarken ontwikkelen samen grensoverschrijdende digitale diensten. Duitsland en Frankrijk hebben data in hun pakket en Nederland en Duitsland werken als koppeltje aan digitale identiteit. De twee landen creëren hun eigen eID-app en zorgen ervoor dat die verschillende apps straks in beide landen te gebruiken zijn. Zo kan een Nederlander met zijn eID-app straks eenvoudig een hotelkamer of auto huren in Duitsland en andersom. Als dat goed werkt wordt het systeem uitgerold in andere EU-landen.  

Digitale portemonnee

De Europese digitale identiteit is een app op je telefoon, waarmee je je kunt identificeren. Dat is een logische keuze, aangezien de meeste Europeanen inmiddels elke dag hun mobiel bij zich dragen. Het eID wordt ontwikkeld als een wallet: een digitale portemonnee waar je van alles in kunt stoppen. Google heeft al een soortgelijke app ontwikkeld: Google Wallet. Hiermee krijg je digitaal toegang tot al je betaalpassen en kun je overal betalen via Google Pay. Dit wordt al veel gebruikt. Afgelopen augustus stapte de Rabobank bijvoorbeeld over van zijn eigen betaalapp naar die van Google. Je ov-kaart past ook in deze Google-portefeuille. Die is te koppelen aan Google Maps (een kaartendienst om routes uit te stippelen), waarna Google berekent of je genoeg saldo hebt voor de geplande reis. Uiteraard kun je je saldo indien nodig opwaarderen. Ook theaterkaartjes, klantenkaarten en concerttickets kun je digitaal kwijt in je Google-knip. Het klinkt allemaal reuze handig en dat is het ook. Maar de bijbehorende slogan op de website van Google verraadt dat dit systeem verder gaat dan een handig gereedschap: ‘Het is meer dan een digitale portemonnee. Het is je toegangskaart tot het leven.’  

Eenvoudiger en sneller
Dit geldt nog meer voor het eID. Die lijkt sterk op de digitale portemonnee van Google, maar zal op termijn nog meer vakjes hebben: voor je medische gegevens, je diploma’s, verzekeringen, je stem- en rijbewijs en je online accounts, waaronder sociale media. Ook zal het op termijn mogelijk zijn hiermee deuren te openen en je auto te starten. Het klinkt geweldig: Overal kunnen betalen met je mobiel. Nooit meer je stempas of identiteitskaart vergeten. Nooit meer pasjes en sleutels bij je dragen. Nooit meer contant geld op zak. Nooit meer wachtwoorden onthouden. Administratieve handelingen worden overbodig of veel eenvoudiger en sneller. De eID zal de veiligheid vergroten. Nu komt bijvoorbeeld iemand met een stadionverbod nog steeds een stadion binnen op een kaartje van zijn oma of van een vriend. Met het eID is dat verleden tijd. Omdat je online identiteit gekoppeld is aan je echte identiteit zal online wangedrag en fraude gemakkelijker zijn op te sporen en aan te pakken. Met het eID krijgen mensen zelf controle over welke gegevens ze willen delen. Als je alcohol wilt kopen bij de supermarkt, hoeft de supermarktmedewerker alleen je leeftijd te weten, niet je lengte, voornamen en Burgerservicenummer, zoals nu nog het geval is met het tonen van je identiteitskaart. Met het eID wordt dat goed geregeld. Er is echter ook een schaduwzijde aan al dit gemak. Zo is het de vraag wat overheden en bedrijven met alle aan elkaar gekoppelde data gaan doen. Er is een grotere kans op datalekken en identiteitsfraude. In juni stemde de Tweede Kamer daarom tegen de invoering van het Europees BSN-nummer, die nodig is voor het eID. Privacy-experts zijn bang dat burgers zich steeds vaker digitaal moeten identificeren en op termijn misschien overal en altijd. De afgelopen tijd is dit met het coronatoegangsbewijs al ten dele het geval geweest. Hiermee zijn mensen al een beetje voorbereid op het gebruik van het eID dat er aankomt.  

Controle
Er zijn mensen die geen smartphone kunnen of willen gebruiken. Voor hen dreigt uitsluiting. Nederland dringt er daarom bij de EU op aan dat het eID vrijwillig moet zijn, dat er alternatieven moeten zijn en dat het eID nooit verplicht mag worden. Het is goed dat de Nederlandse overheid dit aankaart, maar de afgelopen jaren heeft ze dit vaker tevergeefs gedaan. In 2016 moest een inlegvel voorkomen dat Oekraïne lid van de EU zou worden en dat ze militaire steun van ons zouden krijgen. Afgelopen juni werd dit land echter gewoon kandidaat-lid en eerder dit jaar al stuurden we wapens naar het oosten. Begin 2021 bezwoer Hugo de Jonge dat er nooit een coronatoegangsbewijs zou komen. We weten hoe dat afliep. In crisistijd blijken toezeggingen van politici niet zoveel waard te zijn. Dit geldt ook voor het eID. Als in de toekomst al je persoonlijke gegevens gekoppeld zijn aan je digitale identiteit is het voor overheden en grote bedrijven een kleine stap naar totale controle. In naam van de klimaat- of een andere crisis hebben overheden en bedrijven met het eID straks een krachtig gereedschap in handen. Ze krijgen nog meer inzicht en controle over waar je bent, met wie, hoe je reist, wat je koopt, en waar je dat doet. Toegang tot locaties, het openbaar vervoer, geld, goederen en diensten worden voorwaardelijk en controleerbaar. Met het eID in de hand is het straks een koud kunstje om persoonlijke CO2-budgetten in te voeren en te controleren. Bij BNR-nieuwsradio lichtte Barbara Baarsma van de Rabobank begin augustus al een tipje van de sluier op van hoe dat er straks uit kán zien: een CO2-budget voor iedereen.  

Map naar 2030
De eID gaat grote gevolgen hebben en een andere wereld creëren. Een wereld waar je je overal identificeert en aanmeldt met je app. Waarin je betaalt met je app. Een wereld waar de app bepaalt wat en hoeveel je mag kopen, hoeveel energie je mag verbruiken en waar je wel en niet naar binnen mag. Gelukkig is het nog niet zo ver. Om te beginnen zal de Nederlandse app in 2023 op vrijwillige basis worden aangeboden. In 2025 moeten alle EU-burgers gebruik kunnen maken van een digitale portemonnee en in 2030 moet tachtig procent van de burgers gebruik maken van dit ‘Europese toegangsbewijs tot het leven’.  

Albert Tolsma