Jezus en Zijn koninkrijk

ds. Theo Niemeijer • 91 - 2015 • Uitgave: 8
Er wordt heel verschillend over Jezus gedacht. Sommigen zien Jezus als een revolutionair die in Zijn tijd allerlei misstanden aan de kaak stelde. Anderen zien Hem als een weldoener die het opnam voor de armen en zwakkeren. Zo heeft iedereen wel een mening gevormd over de identiteit van Jezus.
Maar wie was Hij nu werkelijk?


Om daarop het juiste antwoord te vinden, zullen we ons moeten verdiepen in de Bijbel. Alleen daarin ontdek je wie Jezus waarlijk is. Dan zul je ook ontdekken dat Zijn naam vaak voorafgegaan wordt door ‘Here’ en afgesloten wordt door ‘Christus’, dus: Here Jezus Christus. Hij werd regelmatig aangesproken als Rabbi en in die zin was Hij leraar en meester in Israël en leidde een grote groep van discipelen (leerlingen). Daarom noemde ze Hem Here. Zijn naam Jezus was afgeleid van de Hebreeuwse naam Jozua, die we in het Oude Testament tegenkomen als de leider van het volk Israël. In het Grieks wordt hij Jesoua genoemd. Zijn naam betekent ‘verlosser’. Zijn naam wordt in de regel afgesloten met Christus, het Griekse woord voor Messias. Zo komen we dus aan de volledige naam: De Here Jezus Christus.
De titel Christus heeft alles te maken met ons onderwerp: ‘Jezus en Zijn koninkrijk.’

Israël als koninkrijk
Vanaf het begin werd Israël gezien als een koninkrijk. Allereerst een koninkrijk van God, omdat God Zelf over Israël regeerde. Later werden aardse koningen over dit volk aangesteld. Bekende koningen zoals David en Salomo hebben over Israël geregeerd. In het jaar 587 v.Chr. kwam de koning van Babel, Nebukadnezar, naar Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, en verwoestte deze, tezamen met de tempel en nam de Joden gevangen mee naar Babel. Vanaf dat moment hield het koninkrijk Israël op te bestaan.
De God van Israël, Jahweh, had aan David echter beloofd dat zijn koninklijke troon voor altijd vast zou staan (2 Samuël 7:16), waarmee onder het volk Israël een verwachting bleef bestaan dat er eens een koning zou komen die, net als David, over Israël zal gaan regeren. 587 Jaar later, bij de aankondiging van de geboorte van de Here Jezus, herinnerde de engel Gabriël Maria hieraan: ‘en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen’ (Lucas 1:32-33). Zo zien we dat in de geboorte van de Here Jezus de koning van Israël geboren werd.

Jezus, de beloofde koning
Als de beloofde Messias heeft de Here Jezus Zich aan Zijn volk getoond. Hij leerde in hun synagogen en de mensen hingen aan Zijn lippen. Hij voltrok tal van wonderen, zodat grote scharen Hem volgden. Op velerlei manieren kondigde Hij zo Gods koninkrijk aan, met als hoogtepunt Zijn glorieuze intocht in Jeruzalem, waarbij de schare Hem uitbundig toejuichte als de zoon van David, de nieuwe Koning.
Bij deze intocht reed de Here Jezus op het veulen van een ezel, zoals 550 jaar eerder door Zacharia aangekondigd was (Zacharia 9:9). Geen enkele vorst haalde het in zijn hoofd om bij zijn glorieuze intocht op een ezel te rijden. Natuurlijk werd voor deze gelegenheid het mooiste paard van stal gehaald! De grote keizers Julius Ceasar, Titus, Octavianus, Napoleon en vele anderen maakten hun ‘parousia’ (intocht) rijdend op een wit paard, Jezus op een grijs ezelsveulentje! Groter contrast bestaat er niet. De Here Jezus wilde hiermee aangeven dat Hij niet in de eerste plaats kwam om te heersen, maar juist om te dienen en Zijn leven als losprijs te geven (Marcus 10:45). Toen het erop aankwam, gaven de Joodse leiders de voorkeur aan de heerschappij van de keizer uit Rome en verwierpen ze Jezus als de koning der Joden. Ze wilden niet dat Hij koning over hen werd, beschuldigden Hem van opstand tegen de keizer en van godslastering, waarop ze Hem lieten kruisigen.

Een koninkrijk, niet van deze wereld
Toen Pilatus, de Romeinse stadhouder, Hem ondervroeg over Zijn koningschap en Hem rechtstreeks de vraag stelde of Hij de Koning der Joden was, antwoordde de Here Jezus: “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.” Elk koninkrijk dat door machthebbers op aarde gesticht werd, is uiteindelijk ook weer voorbijgegaan. Het koninkrijk van de Here Jezus wordt niet door mensen gesticht, maar door God vanuit de hemel. Het gaat hier om een koninkrijk dat eeuwig zal blijven bestaan. Van dit eeuwige rijk is de Here Jezus de Koning.
Deze woorden maakten op Pilatus grote indruk, zodat hij boven het hoofd van de Here Jezus op het kruis een bord liet aanbrengen met de woorden: ‘Dit is Jezus de koning der Joden’. Ondanks tegenwerpingen van de Joodse leiders bleef het bord er hangen en de tekst was te lezen in drie talen: Hebreeuws, Grieks en Latijn.

Gods plan werd vervuld
Zo werd Zijn koningschap door Zijn eigen volk verworpen. Uit de profetieën van het Oude Testament blijkt dat dit nu juist Gods plan was. Hij moest eerst als het offerlam de zonden van de mensheid dragen. Zo lezen we in Johannes 1:29 al dat Johannes de Doper Hem aankondigde als ‘Het lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt’. Als Lam moest Hij aan het kruis sterven. Met onze zonden daalde Hij neer in de dood, maar Goddank, de dood kon Hem niet vasthouden en moest zijn prooi na drie dagen loslaten. Op de eerste dag van de week stond de Here Jezus op uit de dood. Hij overwon de dood, een overwinning die geen enkele wereldheerser behaald heeft. Alle wereldheersers zijn uiteindelijk door de dood overwonnen, alleen de Here Jezus wist de dood te overwinnen.

Jezus behaalde de grootste overwinning
Vóór de oprichting van Zijn koninkrijk moesten dus eerst de grootste vijanden overwonnen worden: de zonde, de dood en de duivel! In Zijn sterven en opstanding werd deze overwinning behaald, zodat de weg vrijgemaakt werd voor Zijn eeuwig koningschap.
Veertig dagen na Zijn opstanding is de Here Jezus weer naar Zijn vaderhuis vertrokken, de plaats waar Zijn hemelse Vader woont. Bij Zijn hemelvaart beloofden de twee mannen in witte kleren die daarbij aanwezig waren, dat Hij op dezelfde wijze weer terug zal komen. Hij voer ten hemel terwijl zij het zagen, Hij zal wederkomen terwijl elk oog Hem zal zien (Handelingen 1:9; Matteüs 24:30)! Hij werd opgenomen op de wolken, Hij zal wederkomen met de wolken (Handelingen 1:9; Matteüs 24:30). Hij voer op vanaf de Olijfberg, Hij zal ook op de Olijfberg wederkomen (Handelingen 1:12; Zacharia 14:4)!

Jezus, vanuit Jeruzalem koning over de gehele wereld
Zoals beloofd aan David zal dit koningschap gestalte krijgen op de troon van David. De troon van David heeft nooit ergens anders gestaan dan in Jeruzalem. Bij Zijn wederkomst zal de Here Jezus de belofte, aan David gedaan, vervullen. Door Hem zal de troon van David voor altijd vaststaan.
Tot dit moment worden de mensen uitgenodigd om in Zijn overwinning over de zonde, de dood en de duivel te geloven, waardoor zij bevrijd worden van de zonde, de dood en de duivel. Op deze manier krijg je nu al deel aan Zijn koninkrijk en mag je ervaren dat we met Hem meer dan overwinnaar zijn.
Het koninkrijk waartoe de gelovigen in de Here Jezus behoren is echter nog niet zichtbaar op aarde. Pas wanneer de Here Jezus op aarde terugkomt, wordt Zijn koninkrijk zichtbaar op aarde gevestigd en zal Hij de enige Koning op aarde zijn en alle andere koningen zullen Hem onderdanig zijn. Hij zal de vredevorst zijn die in volkomen gerechtigheid zal heersen en de gelovigen met Hem.

Theo Niemeijer