Jezus, het middelpunt van de schepping
Wanneer we over de schepping spreken, wordt meestal een discussie gevoerd over de vraag hoe de wereld is ontstaan. Een andere discussie - die veel minder gevoerd wordt, maar waarschijnlijk belangrijker is - gaat over de vraag wat de schepping voor ons als christenen betekent.
Eeuwenlang is de verlossing vergeestelijkt. Het Koninkrijk van God werd alleen gezien als een geestelijke, morele werkelijkheid waar zielen uiteindelijk in heerlijkheid met God verenigd worden. De aarde was slechts een voorbijgaand decor. Theologen hebben het heil vaak beperkt tot de mens. Tegen deze achtergrond maakt het niet veel uit van welk ontstaansidee we uitgaan. Het heil is dan geestelijk en de materie is tijdelijk en kan onbeperkt gebruikt worden ten nutte van de mens.
Schepping en verlossing werden als twee, los van elkaar staande, thema’s behandeld. Met schepping bedoelde men alleen oorsprong en daarover las men in Genesis 1 en met verlossing bedoelde men het behoud van de mens en daarover las men in het Nieuwe Testament. Wanneer we de Bijbel goed lezen, gaat het in het Nieuwe Testament ook over schepping en gaat het bij de oorspronkelijke schepping ook over het middelaarschap van Jezus.
Jezus is ‘Gods Wijsheid’
In 1 Korintiërs 1:24 noemt Paulus Jezus ‘Gods Wijsheid’. De gepersonifieerde Wijsheid van God speelt in het intertestamentaire jodendom een grote rol. Dit thema vinden we in meerdere Joodse geschriften, bijvoorbeeld Sirach 1 en 24; Baruch 3 en Wijsheid 7 en 8. Deze wijsheidsleer gaat terug op de boeken Job (hoofdstuk 28) en Spreuken. In Spreuken 8, dat handelt over de gepersonifieerde goddelijke Wijsheid, vinden we maar liefst negen wijsheidsmotieven, waarvan er drie voor ons thema belangrijk zijn:
1. De preëxistente schepping van de Wijsheid door God (vers 22-26).
2. De Wijsheid is betrokken bij de schepping van de wereld (vers 27-30; vgl. Job 28:25-27). In Spreuken 8 heeft de Wijsheid een actieve functie bij de schepping van de wereld.
3. De actieve werkzaamheid van de wijsheid in de volkerenwereld (vers 15-16). Zij schenkt aan de volkeren de weldaad van recht en orde.
In het Nieuwe Testament worden deze wijsheidsthema’s op Christus betrokken. In het evangelie naar Johannes komen we alle oudtestamentische wijsheidsmotieven tegen (uitvoerig elders behandeld1). Toespelingen op de preëxistente Wijsheid uit Spreuken 8 vinden we in Johannes 1:2; Kolossenzen 1:17 en Openbaring 3:14.
Zo is het voor Johannes en Paulus duidelijk dat Jezus de Wijsheid van God is, die als Messias niet alleen een centrale rol speelt in de herschepping of verlossing van de wereld, maar ook als scheppingsmiddelaar bij de oorspronkelijke schepping en bij het onderhouden van deze schepping.
Een schepping in drie fasen
Ten eerste is Jezus het Woord waardoor God alles schiep (Joh. 1:3; Kol. 1:16). Ten tweede is hij ook de onderhouder van de voortgaande schepping. De Zoon draagt door ‘het Woord van Zijn kracht’ al het geschapene, dat wil zeggen: Hij verzekert het voortbestaan en de voortgang van de schepping (Kol. 1:17; Hebr. 1:3). Het onderhoud van Gods schepping ligt ook in Zijn hand.
En ten derde is hij de Verlosser en Voltooier van de schepping. Door Zijn opstanding uit de doden is Hij de eersteling van de nieuwe schepping geworden. Uit de opstanding van Jezus blijkt dat het doel van God niet is de mensheid te verlossen door deze zonder lichaam naar de hemel te transporteren. Dan zou Hij Jezus niet opgewekt hebben, maar Zijn geest direct bij de dood tot zich genomen hebben. Nee, Gods doel is een herschepping, een transformatie van de hele mens, ook van zijn lichaam. En niet alleen van het menselijk lichaam, maar van de hele huidige schepping. Wij verwachten naar Zijn belofte een opstanding uit de doden en een nieuwe aarde (Opb. 20).
Jezus is de eerste in wie God deze herschepping door Zijn opstanding heeft volbracht. Jezus’ opstanding is geen herstel van louter fysiek leven. Het is het uitspruiten van een nieuwe levensorde, Hij stond op met een verheerlijkt lichaam. Zijn opstandingslichaam is de belichaming in tijd en ruimte van het eeuwige leven. Jezus’ opstanding was wel lichamelijk - denk aan het lege graf en het eten van een visje, maar het was tegelijkertijd een nieuw verheerlijkt lichaam - Hij kon onverwacht verschijnen zonder deuren te openen. In het opstandingslichaam van Jezus zien wij hoe de Schepper de oorspronkelijke schepping wil en gaat transformeren en tot voltooiing zal brengen.
De Bijbel spreekt over een schepping in drie fasen: in het begin (creatio originalis), een doorgaande schepping (creatio continua) ofwel onderhouding en een voltooide nieuwe schepping van alle dingen (creatio nova). In alle drie speelt Jezus Christus een beslissende rol.
Huidige wereld normaal of abnormaal?
De grote discussie gaat niet over schepping of evolutie. Ik vrees dat beide alleen met grote terughoudendheid en bij benadering wetenschappelijk aannemelijk te maken zijn. Het meningsverschil tussen voor- en tegenstanders van evolutie is ook niet een strijd tussen geloof en wetenschap. Wanneer God zowel de wereld heeft geschapen als ook in de Schrift tot ons heeft gesproken, dan kan er hier geen tegenspraak zijn.
Het verschil tussen voor- en tegenstanders van evolutie gaat erover wat er in onze wereld nog van de goede schepping te zien is. De ene wetenschapper houdt geen rekening met een breuk en stelt dat de kosmos zoals wij die nu kennen de normale is. De andere wetenschapper, die de kosmos beoordeelt vanuit de openbaring in de Bijbel, stelt dat de wereld waarvan wij een onderdeel zijn, abnormaal is, bedorven is. Er is geen sprake van het ontkennen van ontstaansprocessen die aangetoond kunnen worden. Maar wie of wat is de oorzaak ervan.
In deze uitgangspunten staan normalisten en abnormalisten lijnrecht tegenover elkaar.
Het is niet mogelijk de huidige wereld te beschouwen als zuivere, goddelijke ‘schepping’ en met de Schepper te zeggen: ‘zie het is zeer goed’ (Gen. 1:31). Voor de huidige staat van de ‘schepping’ gelden de woorden van Paulus in Romeinen 8:19-21 ‘…de schepping… is onderworpen aan een zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de wil van Hem die haar daaraan onderworpen heeft. Maar… ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij van de vergankelijkheid,… Wij weten immers dat de hele schepping kreunt en onder barensweeën lijdt, nog altijd.’
Steeds weer horen we hoe christen-evolutionisten de zondeval proberen te minimaliseren en de Bijbeltekst in Genesis zo uit te leggen dat de dood al voor de zondeval in de wereld aanwezig was. Wanneer we de zojuist geciteerde woorden van Paulus accepteren als Gods Woord, lijkt me deze positie echt onhoudbaar. Ik kom daar in het volgende nummer nog op terug.
Los van Bijbelteksten lijkt me bovendien de weerbarstige werkelijkheid van het leven vrij duidelijk aangeven hoe de zaken liggen. De huidige staat van de wereld is niet gelijk aan het paradijs en ook niet aan de nieuwe aarde die wij verwachten. De wereld waarin wij leven is een gebroken wereld, die oud en ziek is. Het is een wereld die vurig verlangt naar verlossing en vrijheid. En de mensen zetten dan ook doorgaans alles op alles om dit hier en nu in eigen kracht te bewerken.
We lezen in de Bijbel hoe deze zo vurig verlangde verlossing mogelijk is. Alleen in het licht van het geloof in de goede schepping en de opstanding van Jezus Christus wordt duidelijk, dat de huidige wereld een gebonden en zwaar verwonde schepping is. Maar er komt een dag dat de Zoon des Mensen zal terugkeren om het paradijs op aarde te herstellen.
Wordt vervolgd
Drs. Gijs van den Brink
1 G. van den Brink, Op betrouwbare grond. Over ontstaan en gezag van het Nieuwe Testament. Barnabas: Heerenveen 1999.
Eeuwenlang is de verlossing vergeestelijkt. Het Koninkrijk van God werd alleen gezien als een geestelijke, morele werkelijkheid waar zielen uiteindelijk in heerlijkheid met God verenigd worden. De aarde was slechts een voorbijgaand decor. Theologen hebben het heil vaak beperkt tot de mens. Tegen deze achtergrond maakt het niet veel uit van welk ontstaansidee we uitgaan. Het heil is dan geestelijk en de materie is tijdelijk en kan onbeperkt gebruikt worden ten nutte van de mens.
Schepping en verlossing werden als twee, los van elkaar staande, thema’s behandeld. Met schepping bedoelde men alleen oorsprong en daarover las men in Genesis 1 en met verlossing bedoelde men het behoud van de mens en daarover las men in het Nieuwe Testament. Wanneer we de Bijbel goed lezen, gaat het in het Nieuwe Testament ook over schepping en gaat het bij de oorspronkelijke schepping ook over het middelaarschap van Jezus.
Jezus is ‘Gods Wijsheid’
In 1 Korintiërs 1:24 noemt Paulus Jezus ‘Gods Wijsheid’. De gepersonifieerde Wijsheid van God speelt in het intertestamentaire jodendom een grote rol. Dit thema vinden we in meerdere Joodse geschriften, bijvoorbeeld Sirach 1 en 24; Baruch 3 en Wijsheid 7 en 8. Deze wijsheidsleer gaat terug op de boeken Job (hoofdstuk 28) en Spreuken. In Spreuken 8, dat handelt over de gepersonifieerde goddelijke Wijsheid, vinden we maar liefst negen wijsheidsmotieven, waarvan er drie voor ons thema belangrijk zijn:
1. De preëxistente schepping van de Wijsheid door God (vers 22-26).
2. De Wijsheid is betrokken bij de schepping van de wereld (vers 27-30; vgl. Job 28:25-27). In Spreuken 8 heeft de Wijsheid een actieve functie bij de schepping van de wereld.
3. De actieve werkzaamheid van de wijsheid in de volkerenwereld (vers 15-16). Zij schenkt aan de volkeren de weldaad van recht en orde.
In het Nieuwe Testament worden deze wijsheidsthema’s op Christus betrokken. In het evangelie naar Johannes komen we alle oudtestamentische wijsheidsmotieven tegen (uitvoerig elders behandeld1). Toespelingen op de preëxistente Wijsheid uit Spreuken 8 vinden we in Johannes 1:2; Kolossenzen 1:17 en Openbaring 3:14.
Zo is het voor Johannes en Paulus duidelijk dat Jezus de Wijsheid van God is, die als Messias niet alleen een centrale rol speelt in de herschepping of verlossing van de wereld, maar ook als scheppingsmiddelaar bij de oorspronkelijke schepping en bij het onderhouden van deze schepping.
Een schepping in drie fasen
Ten eerste is Jezus het Woord waardoor God alles schiep (Joh. 1:3; Kol. 1:16). Ten tweede is hij ook de onderhouder van de voortgaande schepping. De Zoon draagt door ‘het Woord van Zijn kracht’ al het geschapene, dat wil zeggen: Hij verzekert het voortbestaan en de voortgang van de schepping (Kol. 1:17; Hebr. 1:3). Het onderhoud van Gods schepping ligt ook in Zijn hand.
En ten derde is hij de Verlosser en Voltooier van de schepping. Door Zijn opstanding uit de doden is Hij de eersteling van de nieuwe schepping geworden. Uit de opstanding van Jezus blijkt dat het doel van God niet is de mensheid te verlossen door deze zonder lichaam naar de hemel te transporteren. Dan zou Hij Jezus niet opgewekt hebben, maar Zijn geest direct bij de dood tot zich genomen hebben. Nee, Gods doel is een herschepping, een transformatie van de hele mens, ook van zijn lichaam. En niet alleen van het menselijk lichaam, maar van de hele huidige schepping. Wij verwachten naar Zijn belofte een opstanding uit de doden en een nieuwe aarde (Opb. 20).
Jezus is de eerste in wie God deze herschepping door Zijn opstanding heeft volbracht. Jezus’ opstanding is geen herstel van louter fysiek leven. Het is het uitspruiten van een nieuwe levensorde, Hij stond op met een verheerlijkt lichaam. Zijn opstandingslichaam is de belichaming in tijd en ruimte van het eeuwige leven. Jezus’ opstanding was wel lichamelijk - denk aan het lege graf en het eten van een visje, maar het was tegelijkertijd een nieuw verheerlijkt lichaam - Hij kon onverwacht verschijnen zonder deuren te openen. In het opstandingslichaam van Jezus zien wij hoe de Schepper de oorspronkelijke schepping wil en gaat transformeren en tot voltooiing zal brengen.
De Bijbel spreekt over een schepping in drie fasen: in het begin (creatio originalis), een doorgaande schepping (creatio continua) ofwel onderhouding en een voltooide nieuwe schepping van alle dingen (creatio nova). In alle drie speelt Jezus Christus een beslissende rol.
Huidige wereld normaal of abnormaal?
De grote discussie gaat niet over schepping of evolutie. Ik vrees dat beide alleen met grote terughoudendheid en bij benadering wetenschappelijk aannemelijk te maken zijn. Het meningsverschil tussen voor- en tegenstanders van evolutie is ook niet een strijd tussen geloof en wetenschap. Wanneer God zowel de wereld heeft geschapen als ook in de Schrift tot ons heeft gesproken, dan kan er hier geen tegenspraak zijn.
Het verschil tussen voor- en tegenstanders van evolutie gaat erover wat er in onze wereld nog van de goede schepping te zien is. De ene wetenschapper houdt geen rekening met een breuk en stelt dat de kosmos zoals wij die nu kennen de normale is. De andere wetenschapper, die de kosmos beoordeelt vanuit de openbaring in de Bijbel, stelt dat de wereld waarvan wij een onderdeel zijn, abnormaal is, bedorven is. Er is geen sprake van het ontkennen van ontstaansprocessen die aangetoond kunnen worden. Maar wie of wat is de oorzaak ervan.
In deze uitgangspunten staan normalisten en abnormalisten lijnrecht tegenover elkaar.
Het is niet mogelijk de huidige wereld te beschouwen als zuivere, goddelijke ‘schepping’ en met de Schepper te zeggen: ‘zie het is zeer goed’ (Gen. 1:31). Voor de huidige staat van de ‘schepping’ gelden de woorden van Paulus in Romeinen 8:19-21 ‘…de schepping… is onderworpen aan een zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de wil van Hem die haar daaraan onderworpen heeft. Maar… ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij van de vergankelijkheid,… Wij weten immers dat de hele schepping kreunt en onder barensweeën lijdt, nog altijd.’
Steeds weer horen we hoe christen-evolutionisten de zondeval proberen te minimaliseren en de Bijbeltekst in Genesis zo uit te leggen dat de dood al voor de zondeval in de wereld aanwezig was. Wanneer we de zojuist geciteerde woorden van Paulus accepteren als Gods Woord, lijkt me deze positie echt onhoudbaar. Ik kom daar in het volgende nummer nog op terug.
Los van Bijbelteksten lijkt me bovendien de weerbarstige werkelijkheid van het leven vrij duidelijk aangeven hoe de zaken liggen. De huidige staat van de wereld is niet gelijk aan het paradijs en ook niet aan de nieuwe aarde die wij verwachten. De wereld waarin wij leven is een gebroken wereld, die oud en ziek is. Het is een wereld die vurig verlangt naar verlossing en vrijheid. En de mensen zetten dan ook doorgaans alles op alles om dit hier en nu in eigen kracht te bewerken.
We lezen in de Bijbel hoe deze zo vurig verlangde verlossing mogelijk is. Alleen in het licht van het geloof in de goede schepping en de opstanding van Jezus Christus wordt duidelijk, dat de huidige wereld een gebonden en zwaar verwonde schepping is. Maar er komt een dag dat de Zoon des Mensen zal terugkeren om het paradijs op aarde te herstellen.
Wordt vervolgd
Drs. Gijs van den Brink
1 G. van den Brink, Op betrouwbare grond. Over ontstaan en gezag van het Nieuwe Testament. Barnabas: Heerenveen 1999.