Jezus zei: Ik ben de weg kwijt

Jaap de Keizer • 87 - 2011 • Uitgave: 11
Als je als christen met een niet-christen in de westerse maatschappij te maken krijgt en die persoon over Jezus vertelt, word je al snel geconfronteerd met het vraagstuk: “En de heidenen dan die nooit het evangelie hebben gehoord, zijn die dus allemaal verloren? Want jij zegt dat Jezus de Weg is tot God, terwijl veel mensen nooit van Hem hebben gehoord.” Op de vraag “Kan een niet-Jood God vinden?”, zou ik een wedervraag willen stellen: Waarom zou een heiden God niet kunnen vinden? God Zelf heeft er alles voor over om mensen terug te roepen tot Hem (naar 2 Samuël 14:14). Het ligt nogal voor de hand dat God mensen toegang wil verschaffen tot Zijn eeuwig heil, waar ze ook zijn. Feit is, dat Jezus de Weg de Waarheid en het Leven is. Toen mijn kleinzoon dit vers moest herhalen tijdens godsdienstles zei hij per ongeluk: ‘Jezus zei: Ik ben de weg kwijt’, waarna de klas in gelach uitbarstte. Toch maakt zijn fout duidelijk dat er iets is als: “Ik ben de weg” en “Ik ben de weg kwijt”.

Mensen in de wereld zijn de weg kwijt... geraakt. Hoe kwam dat? Oorzaken: ‘Hoewel men God kende, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.” Ook heeft men de “majesteit van God vervangen” en “de waarheid door de leugen.” Bovendien heeft men ‘het schepsel vereerd boven de Schepper’, schrijft Paulus aan de Romeinen. Men is in rebellie getreden tegen God. De toren van Babel werd gebouwd, omdat men zelf roem wilde ontvangen. Pure hoogmoed dus en dat betekent dat God buiten de deur wordt gezet. Als God buiten wordt gesloten, ontstaat er een vacuüm. De vervanging van God wordt dan namelijk een afgod. Achter deze afgoden zitten demonische machten (Daniël 10). Het is bijvoorbeeld duidelijk zichtbaar, dat over een land als Noord-Korea een duistere engelmacht de scepter zwaait. Ook lezen we door het hele OT heen dat elk buurland van Israël één hele specifieke afgod aan de top had staan. Volkeren zijn niet alleen de weg kwijtgeraakt, maar bovendien hangt er, om zo te zeggen, een duistere wolk over elk van die volkeren, zodat het vinden van die weg nog moeilijker is.

Waarom willen mensen liever een afgod dan God? Om de simpele reden dat bij het echt vereren van God gehoorzaamheid gepaard gaat. “Laat ieder die de naam van de Heer noemt, kappen met de zonde,” schrijft Paulus. Zonde schenkt mensen plezier en geeft genot, al betekent dit niet dat je wanneer je God dient geen plezier en genot meer kunt beleven. Je wilt dan echter genieten van die dingen die in moreel opzicht zuiver zijn. Het overgrote deel van de mensheid na Noach heeft de duisternis echter liever gehad dan het licht! Toch geeft de Bijbel hoop. God zegt dat wanneer je naar Hem vraagt met je hele hart: ‘Dan zal Ik Mij door jou laten vinden.’

Hoe kan nu iemand die woont in zo’n stam die de weg is kwijt geraakt, een stam die in de duisternis is gehuld en die nooit het evangelie heeft gehoord, zoals wij dat als Nederlandse christenen kennen, hoe kan zo iemand de weg naar God vinden? Er zijn uit de zendingswereld verhalen in omloop die laten zien dat God heidenen in hun stam reeds aansprak voordat zij überhaupt het evangelie hadden gehoord. Ik denk bijvoorbeeld aan de vele verschijningen van de Here Jezus in een droom aan islamieten. Of aan zendelingen die in de Amazonewouden bij een stam kwamen. De stamleden vertelden dat enkelen van hen de gewoonte hadden om heel hoog in de bomen te klimmen en dan heel luid te roepen om God. Later vonden zij die God door de prediking van het evangelie. Een ander verhaal: een Chinese broeder mocht een boeddhist tot Christus leiden. De man vertelde dat hij in zijn jonge jaren, na afloop van de ‘eredienst’ in de pagode, telkens vlug wegschoot om dan achter de pagode in de open lucht zich te buigen voor de echte God, omdat hij besefte ‘dat God niet in de pagode was’.

Paulus wees er op de Areopagus op dat God de mens de aarde gaf ‘opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem al tastende(!) vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons.’ ‘Ik ben gevonden door wie Mij niet zochten,’ zegt God elders. Hij is dus te vinden! In Handelingen lezen we over een speech in het huidige Turkije. Paulus en Barnabas wezen de bevolking er op dat God in de loop der eeuwen ‘Zich niet onbetuigd heeft gelaten door wel te doen, door u van de hemel regen en vruchtbare tijden te geven en aan uw harten overvloed van spijs en vrolijkheid te schenken.’ God voorzag in voedsel en geluk (Handelingen 14:15-17)!

In het Oude Testament vinden we enige aanwijzingen van niet-Joden die God leerden kennen. Denk aan Naäman de Syriër of de weduwe van Sarfat. Bij hen zou je kunnen aanvoeren dat dit kwam door het getuigenis van het volk van Israël. Maar denk eens aan Jetro, de schoonvader van Mozes; Job, een tijdgenoot van Abraham. Maar hoe kan dit? Zegt de Bijbel niet dat de behoudenis in niemand anders is dan in de naam van Jezus? (Handelingen 4:12) Het antwoord is heel eenvoudig: God, in het tijdsbestek van het Oude Testament is niemand anders dan de Here Jezus Zelf. Anders gezegd: Wie God echt kent, kent de Here Jezus! Petrus wijst er zelf op dat Christus ten tijde van het Oude Testament werkzaam was in de profeten (1 Petrus 1:11). Het Evangelie werd zelfs verkondigd in de tijd van Abraham en daarvoor (Galaten 3:8). Het Evangelie gold voor alle tijden, zij het dat het in een andere verpakking werd gepresenteerd. Noach preekte door te timmeren aan de ark. Nu preekt God tot iedereen door de majesteit van de schepping - ‘de hemel vertelt(!) Gods eer’ - en die God is in persoon Jezus Zelf. Alles is door Hem en tot Hem geschapen. Wie echt God heeft gevonden, heeft niemand minder dan de Heer Jezus gevonden; immers Hij Zelf is God!

Romeinen 1 werpt ook veel licht op het vraagstuk. Paulus zegt: ‘Hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben’ (vers 20). Dat is nog al wat! In feite wordt het evangelie gepredikt inclusief de plichten van dat evangelie. Het wordt geproclameerd aan alle volkeren ver weg en dichtbij. Iedere heiden hoort het Evangelie wel degelijk. Gods schepping predikt als het ware het Evangelie. Het is waar wat het lied zegt ‘des Heren wet nochtans, verspreidt volmaakter glans.’ Maar in de schepping, zij het een gebroken schepping, ontmoet men de Schepper!

Calvijn, doelend op Psalm 19, de psalm die vermeldt dat er een prediking van de hele schepping uitgaat, verwoordt het zo: “Dewijl Hij de heidenen van verre met de stem der hemelen aansprak.”
Een Joods geschrift, de Zohar, zegt: “Deze woorden zijn de dienstknechten van de Messias.”
Als laatste wil ik wijzen op de woorden van rabbijn David Stern bij Romeinen 10:18, waar de vraag wordt gesteld: ‘Hebben de heidenen het dan niet gehoord?’
“Iedereen in de wereld, daarbij vanzelfsprekend inbegrepen de heidenen, heeft de kern, de essentie van het evangelie verkregen zoals dat wordt geproclameerd door de hemelen, zodat iedereen daarop in kan gaan door zijn vertrouwen op God te stellen; hoeveel temeer behoort Israël, dat de geschreven Tora had ontvangen, daaraan aandacht te schenken en zijn vertrouwen op God te stellen.”

Hoe staat het met jou? Terug naar de woorden van mijn kleinzoon; ‘Jezus zegt: Ik ben de Weg kwijt.’ We weten allemaal dat dat niet waar is. Óf jij bent namelijk de Weg kwijt. Óf jij hebt die Weg gevonden. Er kwam eens een man naar Jezus die vroeg: ‘Here, zijn het weinigen, die behouden worden?’ (Lucas 13:23). Terwijl de aandacht van de man is gefocust op anderen, keert de Here zich meteen tot de man in kwestie en zegt in feite tegen hem: ‘Jij filosofeert over het behoud van anderen ,bijvoorbeeld die heidenen in de bush, maar hoe is het eigenlijk met jou gesteld? Ben jij behouden?’
Beste lezer, ook jij kunt filosoferen over die man in een stam in het Amazonegebied, die nog nooit het evangelie heeft gehoord, terwijl jij, net als die Amazonebewoner de weg kwijt bent. Daarom zegt de Here Jezus in de gebiedende wijs meervoud en in die meervoudsvorm bedoelt Hij ook jou: “Strijdt om in te gaan!”

Jaap de Keizer

Jaap de Keizer is actief geweest voor Open Doors, Dorcas en Operatie Mobilisatie en houdt zich nu bezig met Bijbelstudie. Zijn studies verschijnen regelmatig op www.cip.nl.