Johannes de Doper: Bereidt de weg van de Heer

ds. Oscar Lohuis • 83 - 2007 • Uitgave: 19
Johannes de Doper: Bereidt de weg van de Heer



Met kerst kijken wij terug en vieren we dat Jezus naar deze wereld is gekomen. We mogen waarlijk blij zijn dat de Zoon van God mens is geworden en onder ons heeft gewoond. Hij kwam bij ons en was Eén van ons. Aan de hand van de verschillende personen die we tegen komen in de verhalen rondom de geboorte van Christus, willen wij dit keer echter niet terugkijken, maar vooruit kijken. Want Jezus zal ook terugkomen en Zijn voeten zullen opnieuw op de Olijfberg staan. We verwachten Hem en zien uit naar Zijn wederkomst.

Ik weet nog goed dat prins Willem Alexander ging trouwen met zijn geliefde, Maxima Zorreguieta, op 2 februari 2002. In aanloop naar de huwelijksvoltrekking en inzegening in de kerk is er heel veel werk verricht in de binnenstad van Amsterdam. Alles werd grondig schoongemaakt of overgeschilderd, bestrating werd opnieuw gelegd en de sporen van de tramrails werden geëffend met dikke touwen. Fietsen of auto’s die nog in het gebied stonden, werden zonder pardon verwijderd. En natuurlijk werd de rode loper uitgelegd. Wat is er veel voorbereiding voorafgegaan aan dat grootse moment dat de prins met zijn geliefde in het huwelijk werd verenigd.

Johannes de Doper was op gelijke wijze voorbereider van de komst van de Heer. Zijn roeping was om de weg van de Messias voor te bereiden. Krommingen in de paden moesten recht worden gemaakt, kloven moesten gevuld worden, bergen moesten worden geslecht en oneffen wegen vlak worden gemaakt, zodat de grote Koning er vorstelijk overheen zou kunnen rijden. Hij was de Elia wiens komst in het allerlaatste hoofdstuk van het Oude Testament was voorspeld: “Zie, Ik zend u de profeet Elia” (Maleachi 4:5 NBG). De engel Gabriël citeert ook deze tekst uit Maleachi (ook engelen maken gebruik van de Bijbel!) wanneer hij tegen de vader van Johannes de Doper zegt: “En hij zal voor Zijn aangezicht uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen” (Luc. 1:17). We zouden de bediening van Johannes de Doper kunnen typeren met de woorden: puinruimen in de geest van Elia.

Moet de wederkomst van de Heer ook worden voorbereid? Kunnen wij daar wat aan doen? Zeker wel, want de Here Jezus zelf heeft ons meerdere keren, onder andere in gelijkenissen, geleerd om ons voor te bereiden op Zijn komst. We weten niet wanneer het zal zijn en ook niet precies hoe het zal gaan, maar wel dat Jezus zegt: wees voorbereid. Tref de voorzieningen die nodig zijn.

Neem het woord voorzieningen eens letterlijk: zie vooruit en doe wat nodig is voor het moment dat straks komt. Bereidt u vóór de Heer te ontmoeten. Maak je klaar voor de grote verlossing die komen gaat. Want de Koning komt er aan en Hij zal Jeruzalem grondvesten en het stellen tot een lof op aarde (Jes. 62:7). Alle volken en natiën zullen straks optrekken naar Jeruzalem, om te leren over de wegen van de Heer. De wet zal uit Sion uitgaan. En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën (Jes. 2:2-3). Hij komt als Koning en om te oordelen over levenden en doden.

Hoe kunnen wij de wegen voor de Heer effenen, zodat wij wegbereiders zijn, net als Johannes de Doper? Door zo veel mogelijk puin te ruimen. Johannes de Doper is heel concreet: tegen schijnheiligen zegt hij: ‘Hou op met je toneelspel, vertrouw niet langer op uiterlijkheden maar breng goede vruchten voort.’ Tegen rijken zegt hij: ‘Geef weg van wat je hebt en deel met de minder bedeelden.’ Tegen bedriegers en oplichters zegt hij: ‘?Doe voortaan eerlijk zaken en zet recht wat rechtgezet moet worden.’ Tegen soldaten zegt hij: ‘Wees niet corrupt door misbruik te maken van je positie en wees tevreden met je inkomen.’ Doe deze dingen, want Hij zal komen om de dorsvloer te zuiveren. Als je nu geen puin ruimt, is het straks te laat. Het is een serieuze zaak en het heeft haast. Laat het geen dag langer duren dat de rotzooi in je leven voortwoekert.

Hoe kunnen wij concreet worden ten aanzien van het puinruimen? Vanuit de teksten over de bediening van Johannes de Doper zou ik twee gebieden willen noemen. Ten eerste: “Hij zal het hart van de vaders terugvoeren tot de kinderen” (Mal. 4:6). Ineens wordt er gesproken over het gezinsleven. Juist in onze meest nabije relaties, in de relaties tussen ouders en kinderen, kinderen en ouders, man en vrouw, broers en zussen kan het soms zo mis gaan. En juist die relaties bepalen ons leven het meest. Gerechtigheid in de wereld begint met gerechtigheid thuis. Veel vaders lopen weg van hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen. Liever geven ze zich helemaal aan hun werk, want daarin kunnen ze iemand zijn en daardoor kunnen bezit en aanzien toenemen. Maar in het perspectief van God en Zijn Koninkrijk zijn onze gezinsrelaties veel belangrijker dan de grootte van het huis waar we in wonen. Keer terug tot de toewijding aan je huwelijk en je kinderen. Stel je prioriteiten zonodig bij. Onlangs is mij, door gesprekken met jongvolwassenen, weer zo duidelijk geworden hoe schadelijk het is wanneer een vader er niet is voor zijn zoon of dochter. Het doet zo’n pijn, wanneer het kind het gevoel krijgt dat zijn of haar vader zich eigenlijk niet echt om hem of haar bekommert. Mooie bewoording: ‘het hart van de vaders wordt teruggevoerd tot de kinderen.’

Ten tweede lezen we, dat het Joodse volk door de komst van de Messias gered zal worden van zijn vijanden en uit de hand van allen, die hen haatten (Luc. 1:71). Als uitverkoren volk is het Joodse volk altijd bij uitstek mikpunt geweest van de satan. Daarom veel vijanden en veel haat. Uit het Joodse volk is de Messias gekomen, in wie wij als heidenen ook mochten gaan geloven. Hoe schrijnend is het, dat wij als gelovige heidenen zijn gaan meedoen in het haten van het Joodse volk. Als er één ding is waar wij als christenen een puinhoop van hebben gemaakt, is het wel de wijze waarop wij het uitverkoren volk van God, Israël, door de eeuwen heen hebben behandeld. Jezus zal ons straks vragen hoe wij met ‘Zijn broeders’ zijn omgegaan (Matt. 25:40). Laat ons puinruimen door hierin schuld te belijden, te bidden voor Israël en voor zover het in ons vermogen ligt, Israël te zegenen. Nog steeds heeft het veel vijanden en zijn er velen die het haten. Nog steeds geldt dat dit een geestelijke achtergrond heeft, omdat de Messias opnieuw in Jeruzalem zal terugkomen. Er is werk te doen in de aanloop naar Zijn komst.



Ds. Oscar Lohuis