Joop Schotanus: Mijn leven verweven met Het Zoeklicht
Van voor de Tweede Wereldoorlog waren mijn ouders betrokken bij de arbeid van Het Zoeklicht van Johannes de Heer. Hun kerkelijke familie was daar niet altijd zo mee ingenomen. Toch heeft dit voor ons talrijke gezin en in het bijzonder later ook voor mijzelf wel veel betekend. De tentcampagnes met broeder Johannes de Heer en broeder Kits deden hun invloed gelden in de Friese Wouden. Broeder De Heer probeerde, waar mogelijk, ook de gereformeerde en hervormde dominees erbij te betrekken, maar daarmee had hij in onze omgeving weinig succes. Zij moesten niets hebben van die zogenaamde chiliastische Zoeklichtbeweging.
Dat betekende dat Het Zoeklicht in onze omgeving voor medewerking in de tentcampagnes aangewezen was op de Vrije Evangelische en Baptistenvoorgangers uit Bergum en Noordbergum. Ook kwamen er broeders van de Vergadering van Gelovigen van elders om mee te werken. De baptistenvoorganger Gerard Visser, die men via de tentevangelisatie had leren kennen als een indrukwekkende prediker, trok heel wat mensen aan uit de Hervormde en Gereformeerde kerken uit de omgeving van Zandbulten.
Een nieuw ontstane Gemeente
Om een lang verhaal wat korter te maken, deel ik even mee dat uiteindelijk uit deze dissidente, heilbegerige tentgangers, in 1937 een eigen baptistengemeente ontstond op Zandbulten, waar ons gezin en vele andere gezinnen intens bij betrokken werden. In deze gemeente groeide ik dus via zondagsschool en jeugdwerk op. Een echte Maranatha-gemeente. Twee keer per jaar werd er een autobus gecharterd om naar de voor-en najaarconferenties van Het Zoeklicht in Leeuwarden te gaan. Met Kerst bestelden we kerstnummers van Het Zoeklicht en gingen deze tot in de café's aan de man brengen. Langzamerhand ging het licht van Het Zoeklicht ook op voor de meer kerkelijke mensen en zo onstonden er vruchtbare ontmoetingen met fijne gelovigen uit allerlei kerken.
Nieuwe ontwikkelingen
Het enthousiasme voor Het Zoeklicht werd in onze gemeente later steeds minder gewaardeerd. Vooral toen er een dominee kwam die weinig op had met de boodschap daarvan. Toen ik in 1950 met een vriend 220 kilometer fietste om een jeugdkamp op Het Brandpunt in Doorn mee te maken en we daarover later in de gemeente enthousiast vertelden, werd ons kwalijk genomen dat we niet naar het Baptisten NBJB-kamp in Renderloo waren gegaan. Maar het was in dat kamp in Doorn dat mijn ogen open gingen voor echte toewijding aan de Heer en ook voor de zending. Ik zat op de Kweekschool in Dokkum en wist dat ik via het beroep van onderwijzer een goede springplank zou kunnen hebben voor zendingswerk in Afrika.
Ondertussen was ik wel overtuigd, dat ik ook een Bijbelschoolopleiding zou willen doen om als evangelist-onderwijzer de Heer te dienen. In eerste instantie werd gedacht aan Beatenberg in Zwitserland, maar een evangelist uit Roderes bracht mij, ook vanwege het verlangen om naar Franssprekend Afrika te gaan, op de hoogte van het Institut Biblique Européen in Frankrijk, opgericht door mensen van Youth for Christ. Hen droeg ik een warm hart toe, want ik was in 1948 in een dienst van Youth for Christ in de Hervormde kerk van Kollumerzwaag tot een meer persoonlijke relatie met Christus gekomen.
Pas na de Bijbelschoolopleiding in Frankrijk, waar ik Mieke van Heiningen had leren kennen, kon ik haar te kennen geven dat ik graag met haar door het leven wilde gaan. Haar geestelijke voorgeschiedenis lag ook op Het Brandpunt. Na ons huwelijk zijn we na enige tijd van biddend zoeken terecht gekomen bij een Engelse geloofszending, de Africa Inland Mission. In een latere crisissituatie op het zendingsveld, waarbij wij al onze bezittingen in Kongo kwijtraakten en alleen met de kinderen en wat kinderkleertjes naar Kenia vertrokken, heeft Het Zoeklicht een actie gehouden om ons weer van het nodige te voorzien. Zelfs de eertijdse koningin Wilhelmina heeft daarbij met een gulle gift gereageerd op onze nood. Misschien was ze al langer lezer van Het Zoeklicht, want het is bekend dat zij ooit broeder Johannes de Heer ter audiëntie heeft ontboden in haar paleis.
Terug in Nederland
In 1966 zijn we met ons gezinnetje, nadat we ons werk en onze bij de geboorte overleden baby op een begraafplaats in Kenia hadden achtergelaten, aan de Mulo in Grootegast terecht gekomen. In een verlofjaar had ik mijn akte Frans L.O. gehaald en zo werd ik dus leraar Frans. In 1967 haalde ik mijn akte Engels en kon mijn vleugels weer wat breder uitslaan. Maar wat mij ook en vooral daarnaast boeide, werd toen mijn betrokkenheid bij de Brandpunt Bijbel Scholen, waaraan ik meer dan twintig jaar les heb gegeven. Daar konden we ook ruimschoots de Zoeklichtgedachte heel expliciet uitdragen en vaak een heel sterke geestelijke verbondenheid met de cursisten ervaren.
Tijdens mijn leraarschap in Kollum aan de, uit de Mulo ontstane, Mavo ben ik overgestapt naar een deeltijdbaan om meer tijd te hebben voor de Bijbelschool in Heverlee en in Doorn. Het gaf mij ook tijd en gelegenheid om als vertaler betrokken te zijn bij het werk van Evangelisch Ontwaken. Een zeer zegenrijke periode voor veel kerkelijke mensen, die hierdoor een directe persoonlijke relatie met de Here Jezus gingen ervaren. Voor velen een tijd van geestelijke herleving. Leidinggevenden bij Het Zoeklicht waren hierbij zeer nauw betrokken.
Intermezzo
In de tijd van Evangelisch Ontwaken hadden de broeders van Het Zoeklicht en Het Brandpunt de broeder Schotanus uit Kollum wat beter leren kennen en toen er een acute nood voor leiding op Het Brandpunt ontstond, gingen de gedachten voor opvolging uit naar het in hun ogen veelzijdige echtpaar Joop en Mieke. Toezichthouder op het Zoeklichtkantoor (met Jan van de Gaauw als mijn gouden rechterhand) was op zichzelf geen zware taak. Het ontvangen van gasten op het Brandpunt in de schoolvakanties vonden we wel inspannend, maar toch wel heerlijk.
Maar vader en moeder van de inwonende Bijbelschoolstudenten, naast onze eigen tieners, was voor ons een schier onmogelijke taak. Wij werden juist voor deze taak zo geschikt geacht omdat wij zelf een Bijbelschoolopleiding hadden gehad. Maar juist omdat op onze Bijbelschool in Frankrijk het zo vanzelfsprekend was dat je niet rookte of dronk, dat je tijdens je studie geen relatie aanging met het andere geslacht, dat er tijdens de huiswerkuren absolute stilte verwacht werd, maakte ons totaal ongeschikt voor deze Bijbelschool, waar deze zaken helemaal niet vanzelfsprekend waren. Hieraan gingen we onder het kritisch oog van het Bijbelschoolbestuur min of meer kapot.
Toen na een jaar broeder Lex de Heer in juli aan mij vroeg hoe het ging, zei ik, dat ik verwachtte dat er in september een assistent echtpaar zou komen om een deel van onze taak over te nemen. Hij liet weten dat daarvoor het geld niet beschikbaar was. Mijn reactie was dat ik diezelfde dag nog zou solliciteren om terug te gaan naar het onderwijs. In september werd verwacht dat we uit het Brandpunt verdwenen zouden zijn voordat de Bijbelschoolstudenten terugkwamen, zodat we binnen 24 uur Het Brandpunt moesten verlaten.
Na enkele omzwervingen van een pension naar telkens weer een ander huis en een deel van onze kinderen noodgedwongen vertrokken naar de Black Forest Academy in Zuid-Duitsland (een school met internaat) kwamen we in januari 1976 in een huis in Rhenen terecht. Onze oudste zoon was vertrokken naar onze eigen zeer gewaardeerde Bijbelschool in Frankrijk. Terugziend op het Brandpuntjaar hebben we wel enige troost geput uit de mededeling van de accountant dat we goed geboerd hadden in dat jaar en het Zoeklichtkantoor ons liet weten zeer aangedaan te zijn door ons plotseling vertrek. Later hoorden we zo nu en dan ook nog wel eens van Brandpuntgasten dat we gemist werden.
Broeder Henk Blok
We hadden bij het eerste verzoek van broeder Kits om de taak op Het Brandpunt op ons te nemen niet de vrijmoedigheid daarvoor. Broeder Blok werd daarover ingelicht en we kregen van hem een telefoontje dat ons met enige liefdevolle druk over de streep haalde. Toen het dan toch mis ging aan het eind van het eerste jaar voelde hij zich zeer bezwaard. Wij hadden de deur naar Het Brandpunt naar ons gevoel heel definitief gesloten, maar na enkele jaren heeft broeder Blok alle zeilen bijgezet om mij weer in te schakelen bij de Brandpunt Bijbel Scholen en ook voor de kapeldiensten in Doorn. Daarna kreeg ik zelfs het verzoek om mederedacteur van Het Zoeklicht te worden, waarbij ik jarenlang de Opiniepagina mocht verzorgen. We hebben dit als een gezegende leiding van de Here ervaren.
Mijn levensdoel is dan ook dat er van mijn kant geen enkele verhindering mag zijn om verbondenheid met medegelovigen te blijven ervaren en waar mogelijk te herstellen. "Houd vrede met alle mensen, voor zover het van u afhangt." Dan ervaar je ook de vrede van de Heer. Laat dat ons getuigenis zijn.
Joop Schotanus
Naschrift:
Beste Zoeklicht vrienden,
Allereerst willen we jullie laten weten dat we zeer getroffen zijn door het meeleven met mijn hachelijke situatie. Mieke en ik zijn dankbaar voor de kaarten, telefoontjes en e-mails. Maar bovenal ook voor het gebed.
In eerste instantie liet mijn lichamelijke situatie zich nogal hopeloos aanzien. Ondertussen onderga ik een hormonenbehandeling en daarvan hebben we de uitslag gekregen. De constatering is dat deze behandeling z'nn werk goed begonnen is te doen. De bloedwaarden hebben aangegeven dat het PSA-gehalte sterk is gedaald. Verder is de pijn zeer sterk afgenomen. Dit betekent dat ik de tabletten daartegen in grote mate kan minderen. In juli worden de bloedwaarden weer gecontroleerd en zal ik weer de driemaandelijkse hormoneninjectie krijgen.
We zijn blij en de Here dankbaar met wat we hebben en blijven rustig vertrouwen houden voor de verdere ontwikkelingen.
Met dankbare en liefdevolle groeten,
Joop en Mieke Schotanus
Dat betekende dat Het Zoeklicht in onze omgeving voor medewerking in de tentcampagnes aangewezen was op de Vrije Evangelische en Baptistenvoorgangers uit Bergum en Noordbergum. Ook kwamen er broeders van de Vergadering van Gelovigen van elders om mee te werken. De baptistenvoorganger Gerard Visser, die men via de tentevangelisatie had leren kennen als een indrukwekkende prediker, trok heel wat mensen aan uit de Hervormde en Gereformeerde kerken uit de omgeving van Zandbulten.
Een nieuw ontstane Gemeente
Om een lang verhaal wat korter te maken, deel ik even mee dat uiteindelijk uit deze dissidente, heilbegerige tentgangers, in 1937 een eigen baptistengemeente ontstond op Zandbulten, waar ons gezin en vele andere gezinnen intens bij betrokken werden. In deze gemeente groeide ik dus via zondagsschool en jeugdwerk op. Een echte Maranatha-gemeente. Twee keer per jaar werd er een autobus gecharterd om naar de voor-en najaarconferenties van Het Zoeklicht in Leeuwarden te gaan. Met Kerst bestelden we kerstnummers van Het Zoeklicht en gingen deze tot in de café's aan de man brengen. Langzamerhand ging het licht van Het Zoeklicht ook op voor de meer kerkelijke mensen en zo onstonden er vruchtbare ontmoetingen met fijne gelovigen uit allerlei kerken.
Nieuwe ontwikkelingen
Het enthousiasme voor Het Zoeklicht werd in onze gemeente later steeds minder gewaardeerd. Vooral toen er een dominee kwam die weinig op had met de boodschap daarvan. Toen ik in 1950 met een vriend 220 kilometer fietste om een jeugdkamp op Het Brandpunt in Doorn mee te maken en we daarover later in de gemeente enthousiast vertelden, werd ons kwalijk genomen dat we niet naar het Baptisten NBJB-kamp in Renderloo waren gegaan. Maar het was in dat kamp in Doorn dat mijn ogen open gingen voor echte toewijding aan de Heer en ook voor de zending. Ik zat op de Kweekschool in Dokkum en wist dat ik via het beroep van onderwijzer een goede springplank zou kunnen hebben voor zendingswerk in Afrika.
Ondertussen was ik wel overtuigd, dat ik ook een Bijbelschoolopleiding zou willen doen om als evangelist-onderwijzer de Heer te dienen. In eerste instantie werd gedacht aan Beatenberg in Zwitserland, maar een evangelist uit Roderes bracht mij, ook vanwege het verlangen om naar Franssprekend Afrika te gaan, op de hoogte van het Institut Biblique Européen in Frankrijk, opgericht door mensen van Youth for Christ. Hen droeg ik een warm hart toe, want ik was in 1948 in een dienst van Youth for Christ in de Hervormde kerk van Kollumerzwaag tot een meer persoonlijke relatie met Christus gekomen.
Pas na de Bijbelschoolopleiding in Frankrijk, waar ik Mieke van Heiningen had leren kennen, kon ik haar te kennen geven dat ik graag met haar door het leven wilde gaan. Haar geestelijke voorgeschiedenis lag ook op Het Brandpunt. Na ons huwelijk zijn we na enige tijd van biddend zoeken terecht gekomen bij een Engelse geloofszending, de Africa Inland Mission. In een latere crisissituatie op het zendingsveld, waarbij wij al onze bezittingen in Kongo kwijtraakten en alleen met de kinderen en wat kinderkleertjes naar Kenia vertrokken, heeft Het Zoeklicht een actie gehouden om ons weer van het nodige te voorzien. Zelfs de eertijdse koningin Wilhelmina heeft daarbij met een gulle gift gereageerd op onze nood. Misschien was ze al langer lezer van Het Zoeklicht, want het is bekend dat zij ooit broeder Johannes de Heer ter audiëntie heeft ontboden in haar paleis.
Terug in Nederland
In 1966 zijn we met ons gezinnetje, nadat we ons werk en onze bij de geboorte overleden baby op een begraafplaats in Kenia hadden achtergelaten, aan de Mulo in Grootegast terecht gekomen. In een verlofjaar had ik mijn akte Frans L.O. gehaald en zo werd ik dus leraar Frans. In 1967 haalde ik mijn akte Engels en kon mijn vleugels weer wat breder uitslaan. Maar wat mij ook en vooral daarnaast boeide, werd toen mijn betrokkenheid bij de Brandpunt Bijbel Scholen, waaraan ik meer dan twintig jaar les heb gegeven. Daar konden we ook ruimschoots de Zoeklichtgedachte heel expliciet uitdragen en vaak een heel sterke geestelijke verbondenheid met de cursisten ervaren.
Tijdens mijn leraarschap in Kollum aan de, uit de Mulo ontstane, Mavo ben ik overgestapt naar een deeltijdbaan om meer tijd te hebben voor de Bijbelschool in Heverlee en in Doorn. Het gaf mij ook tijd en gelegenheid om als vertaler betrokken te zijn bij het werk van Evangelisch Ontwaken. Een zeer zegenrijke periode voor veel kerkelijke mensen, die hierdoor een directe persoonlijke relatie met de Here Jezus gingen ervaren. Voor velen een tijd van geestelijke herleving. Leidinggevenden bij Het Zoeklicht waren hierbij zeer nauw betrokken.
Intermezzo
In de tijd van Evangelisch Ontwaken hadden de broeders van Het Zoeklicht en Het Brandpunt de broeder Schotanus uit Kollum wat beter leren kennen en toen er een acute nood voor leiding op Het Brandpunt ontstond, gingen de gedachten voor opvolging uit naar het in hun ogen veelzijdige echtpaar Joop en Mieke. Toezichthouder op het Zoeklichtkantoor (met Jan van de Gaauw als mijn gouden rechterhand) was op zichzelf geen zware taak. Het ontvangen van gasten op het Brandpunt in de schoolvakanties vonden we wel inspannend, maar toch wel heerlijk.
Maar vader en moeder van de inwonende Bijbelschoolstudenten, naast onze eigen tieners, was voor ons een schier onmogelijke taak. Wij werden juist voor deze taak zo geschikt geacht omdat wij zelf een Bijbelschoolopleiding hadden gehad. Maar juist omdat op onze Bijbelschool in Frankrijk het zo vanzelfsprekend was dat je niet rookte of dronk, dat je tijdens je studie geen relatie aanging met het andere geslacht, dat er tijdens de huiswerkuren absolute stilte verwacht werd, maakte ons totaal ongeschikt voor deze Bijbelschool, waar deze zaken helemaal niet vanzelfsprekend waren. Hieraan gingen we onder het kritisch oog van het Bijbelschoolbestuur min of meer kapot.
Toen na een jaar broeder Lex de Heer in juli aan mij vroeg hoe het ging, zei ik, dat ik verwachtte dat er in september een assistent echtpaar zou komen om een deel van onze taak over te nemen. Hij liet weten dat daarvoor het geld niet beschikbaar was. Mijn reactie was dat ik diezelfde dag nog zou solliciteren om terug te gaan naar het onderwijs. In september werd verwacht dat we uit het Brandpunt verdwenen zouden zijn voordat de Bijbelschoolstudenten terugkwamen, zodat we binnen 24 uur Het Brandpunt moesten verlaten.
Na enkele omzwervingen van een pension naar telkens weer een ander huis en een deel van onze kinderen noodgedwongen vertrokken naar de Black Forest Academy in Zuid-Duitsland (een school met internaat) kwamen we in januari 1976 in een huis in Rhenen terecht. Onze oudste zoon was vertrokken naar onze eigen zeer gewaardeerde Bijbelschool in Frankrijk. Terugziend op het Brandpuntjaar hebben we wel enige troost geput uit de mededeling van de accountant dat we goed geboerd hadden in dat jaar en het Zoeklichtkantoor ons liet weten zeer aangedaan te zijn door ons plotseling vertrek. Later hoorden we zo nu en dan ook nog wel eens van Brandpuntgasten dat we gemist werden.
Broeder Henk Blok
We hadden bij het eerste verzoek van broeder Kits om de taak op Het Brandpunt op ons te nemen niet de vrijmoedigheid daarvoor. Broeder Blok werd daarover ingelicht en we kregen van hem een telefoontje dat ons met enige liefdevolle druk over de streep haalde. Toen het dan toch mis ging aan het eind van het eerste jaar voelde hij zich zeer bezwaard. Wij hadden de deur naar Het Brandpunt naar ons gevoel heel definitief gesloten, maar na enkele jaren heeft broeder Blok alle zeilen bijgezet om mij weer in te schakelen bij de Brandpunt Bijbel Scholen en ook voor de kapeldiensten in Doorn. Daarna kreeg ik zelfs het verzoek om mederedacteur van Het Zoeklicht te worden, waarbij ik jarenlang de Opiniepagina mocht verzorgen. We hebben dit als een gezegende leiding van de Here ervaren.
Mijn levensdoel is dan ook dat er van mijn kant geen enkele verhindering mag zijn om verbondenheid met medegelovigen te blijven ervaren en waar mogelijk te herstellen. "Houd vrede met alle mensen, voor zover het van u afhangt." Dan ervaar je ook de vrede van de Heer. Laat dat ons getuigenis zijn.
Joop Schotanus
Naschrift:
Beste Zoeklicht vrienden,
Allereerst willen we jullie laten weten dat we zeer getroffen zijn door het meeleven met mijn hachelijke situatie. Mieke en ik zijn dankbaar voor de kaarten, telefoontjes en e-mails. Maar bovenal ook voor het gebed.
In eerste instantie liet mijn lichamelijke situatie zich nogal hopeloos aanzien. Ondertussen onderga ik een hormonenbehandeling en daarvan hebben we de uitslag gekregen. De constatering is dat deze behandeling z'nn werk goed begonnen is te doen. De bloedwaarden hebben aangegeven dat het PSA-gehalte sterk is gedaald. Verder is de pijn zeer sterk afgenomen. Dit betekent dat ik de tabletten daartegen in grote mate kan minderen. In juli worden de bloedwaarden weer gecontroleerd en zal ik weer de driemaandelijkse hormoneninjectie krijgen.
We zijn blij en de Here dankbaar met wat we hebben en blijven rustig vertrouwen houden voor de verdere ontwikkelingen.
Met dankbare en liefdevolle groeten,
Joop en Mieke Schotanus