Komt er één algemene opstanding?

ds. Theo Niemeijer • 79 - 2003/04 • Uitgave: 4
De opname van de gemeente en daarna…

Athanasius, bisschop van Alexandrië, schreef in het jaar 333: "en vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden; bij wiens komst alle mensen weder zullen opstaan met hun lichamen; en van hun eigen werken rekenschap geven. Die goed gedaan hebben zullen in het eeuwige leven gaan, maar die kwaad gedaan hebben in het eeuwige vuur", n hoeverre komt dit overeen met de bijbelse boodschap?

Dit is de eerste opstanding

In Openbaring 20:6 lezen we over deze eerste opstanding: "Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, duizend jaren".
Kennelijk is er, wanneer er over een eerste opstanding gesproken wordt, ook een tweede opstanding. Dit wordt voor ons duidelijk gemaakt wanneer we ook aan het voorafgaande vers aandacht schenken. Hier kunnen we lezen: "De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren" (vs. 5). Hier wordt dus gesproken over een opstanding vóór het Vrederijk en een opstanding daarna. Zij die deel hebben aan de opstanding vóór het Vrederijk worden zalig en heilig genoemd. Hoe zit het dan met hen, die na de duizend jaar opstaan? Iets verder in dit twintigste hoofdstuk van Openbaring (vs. 11-15) lezen we hierover. We lezen hieraan voorafgaand, dat de duivel voorgoed in de poel des vuurs geworpen is en dat een einde gemaakt is aan alle menselijke opstand tegen God. Dan zal het moment aanbreken dat de "overige doden, die vóór het Vrederijk niet levend werden" op zullen staan. Zij waren niet zalig en ook niet heilig om aan de eerste opstanding deel te hebben en zullen daarom aan deze tweede opstanding deel krijgen.

De doden, de groten en de kleinen…
Tijdens dit laatste oordeel zullen de doden, de ongelovigen aller tijden, geoordeeld worden. Dit oordeel vindt dus plaats na het Vrederijk, wanneer de duivel veroordeeld is. Met de "groten en de kleinen" worden geen volwassenen en kinderen bedoeld, maar de machthebbers van deze wereld en de eenvoudige mensen. Allemaal zullen ze eens voor deze grote witte troon moeten verschijnen. Dan zal er een "boekje opengedaan worden" over hun daden, verricht tijdens hun aardse leven. Daarnaast zal het "boek des levens" geopend worden, waaruit blijkt, dat hun naam in dit boek niet vermeld wordt. Uit Filippenzen 4:3 blijkt, dat christenen nu reeds mogen weten, dat hun naam in het boek des leven staat.

Het vrederijk verzwegen…
Toen, in Nicea, en in de verklaring van de bisschop van Alexandrië werd geen woord gerept over het duizendjarig vrederijk. Waarom? De kerkvergadering te Nicea en de verklaring van Athanasius vonden namelijk in die tijd plaats, waarin keizer Constantijn de Grote het christendom tot staatsgodsdienst verhief en zijn groot Romeinse rijk tot een christelijk rijk omdoopte. Voor hen begon toen reeds Gods koninkrijk op aarde en het daarmee verbonden duizendjarig Vrederijk. Het Messiaanse rijk behoefde dus niet meer verwacht te worden... het was reeds aangebroken. De kerk had Israël van haar unieke plaats verstoten en vertegenwoordigde Gods heerschappij op aarde. Toen werd de basis gelegd voor de grote verwarring die momenteel bestaat tussen Gods handelen met Israël en zijn plan met de gemeente. Toen werd de Here Jezus omgedoopt tot de "Koning van de Kerk", terwijl nergens in de Bijbel te lezen staat, dat de Here Jezus de koning van de kerk is!

Ieder zijn eigen rangorde…
De eerste opstanding verloopt, zoals iedere oogst in drie fasen: de eerstelingen, de grote oogst en de nalezing. Zo lezen we dit ook in l Corinthiërs 15:23. Christus Zelf was de Eersteling, die aan deze eerste opstanding deel kreeg. Daarna kunnen we lezen over de opstanding van "de in Christus ontslapenen" bij zijn komst voor de gemeente (l Thessalonicenzen 4:16). Het gaat hier uiteraard alleen om hen, die in Christus ontslapen zijn...de ongelovigen blijven uiteraard in hun graf achter! De "nalezing" van deze oogst uit de dood vinden we aan het begin van het Vrederijk, waar we kunnen lezen, dat, de tot geloof gekomen martelaren uit de grote verdrukking op zullen staan. Er wordt hier nadrukkelijk gezegd dat het hier alleen om de opstanding van deze martelaren gaat: "en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaar lang" (Openbaring 20:4b). De gemeente als geheel is dus kennelijk op een ander tijdstip opgewekt, namelijk vóór de grote verdrukking. Samenvattend spreekt de Bijbel over een:
• Eerste en een tweede opstanding (Openbaring 20:5,6).
• Opstanding ten leven en ten oordeel (Johannes 5:29).
• Opstanding uit (letterlijk tussenuit) de doden en van de doden (Handelingen 4:2).

Drie oordelen
"Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan zijn Zoon gegeven" (Johannes 5:22).
Er wordt in de Bijbel gesproken over drie oordelen:
• De Rechterstoel van Christus (2 Corinthiërs 5:10).
• De Troon zijner Heerlijkheid (Mattheüs 25:31).
• De Grote Witte Troon (Openbaring 20:11).
In l Petrus 4:17 lezen we, dat het oordeel bij het "huis Gods" begint. Als eerste zal de gemeente opgenomen worden en voor de Rechterstoel van Christus in de hemel verantwoording af moeten leggen voor dat, wat ze hier op aarde gedaan heeft. De gelovigen worden hier niet veroordeeld, maar beoordeeld.
Daarna, na de grote verdrukking, komt de gemeente met Christus terug op aarde en zal Hij op de Troon zijner Heerlijkheid (de troon van David) in het aardse Jeruzalem plaatsnemen om de, dan op aarde levende, volkeren te oordelen. De schapen krijgen deel aan het vrederijk, de bokken worden veroordeeld.
Als laatste zal Hij op de Grote Witte Troon het oordeel uitspreken over de ongelovigen aller tijden. Met dit laatste oordeel wordt het gehele oordeel, dat de Vader aan Christus overgedragen heeft, afgesloten. Alles is Hem dan onderworpen, waarmee de Zoon Zich ook aan Hem onderwerpt, opdat God zij alles in allen.

De opname van de gemeente…
Wanneer aan bovenstaande heilsfeiten niet voorbij wordt gegaan, zal de opname der gemeente voor velen een niet verborgen geheimenis blijven. Helaas zijn er velen, die aan deze geweldige hoop van de gemeente nog steeds voorbijgaan en daarmee de verschillende opstandingen en oordelen als één gebeurtenis zien. Het verschil tussen Israël en de gemeente wordt ontkend, waarmee de hele eschatologie (toekomstleer) onderuit gehaald wordt. Niet alleen vele gevestigde kerken, maar ook evangelisch gerichte gemeenten en zelfs evangelische organisaties, die over de opname der gemeente brochures uitbrachten, conferenties organiseerden en in het land regelmatig onderwijs over dit prachtige onderwerp gaven, verstaan de boodschap omtrent de hoop voor de gemeente niet (meer)! Is dit niet tekenend voor een spoedige komst van Christus?

Ds. Theo Niemeijer