Licht tot openbaring voor de heidenen

Dirk van Genderen • 87 - 2011 • Uitgave: 25/26
Vol verbazing las ik opnieuw Lucas 2:32, waar Simeon over de Here Jezus profeteert: ‘Licht tot openbaring over heidenen en heerlijkheid voor Israël.’ Het was de volgorde die mij verbaasde. De heidenen worden hier zelfs eerst genoemd, nog voor Israël. Dit is een opmerkelijke volgorde. Vaak wordt eerst Israël genoemd, of het Joodse volk, of Jeruzalem, maar hier klinkt het: ‘Licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor Israël.’

Hij, de Here Jezus, is het Licht waardoor de heidenen openbaring van God en van het heil ontvangen. Wat een genade heeft Hij hun bewezen. Hij verlangt ernaar hun genadig te zijn, zegt Jesaja 30:18. Ook u, ook jou, die dit leest en voor wie dit misschien helemaal nieuw is.
In Johannes 8:12 roept de Here Jezus het uit: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’ Let op dat woordje ‘wereld’. Dat omvat alle landen, alle volken, Joden en heidenen.
Een paar hoofdstukken verderop in het Johannesevangelie, Johannes 12:46, klinken opnieuw de woorden van de Here Jezus: ‘Ik ben een licht, in de wereld gekomen opdat ieder die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft.’ Helder straalt Zijn licht in deze duistere wereld.

Jesaja 42
In Lucas 2 ontmoeten we Simeon. Wanneer Maria en Jozef met de Here Jezus naar de tempel gaan, is ook hij daar. Hij neemt het kind in zijn armen, looft God en spreekt deze bijzondere woorden, profetische woorden. Simeon, de profeet, kondigt de Here Jezus aan als het Licht van de wereld. Door Zijn licht zullen de heidenen openbaring ontvangen. En ook door Zijn licht zal de heerlijkheid zichtbaar worden, die God aan Zijn volk Israël gegeven heeft.
De woorden van Simeon doen denken aan Jesaja 42. Het gaat daar over de komst van de Here Jezus, de Knecht des HEREN. In vers 1 staat in de HSV dat Hij tot de heidenvolken het recht zal doen uitgaan. De NBG zegt: ‘Hij zal de volken het recht doen openbaren.’ Ziet u, dit ligt heel dichtbij de woorden uit Lucas 2, waar over de Here Jezus wordt gezegd dat Hij ‘Licht is tot openbaring voor de heidenen’. Het Licht, de Here Jezus, zal het recht van God openbaren aan de volken. Wat is dit al een rijk Evangelie in het Oude Testament.

Wanneer hier wordt gesproken over het recht van God, doet mij dit denken aan de Rechtvaardige, waarover wordt gesproken in 1 Johannes 2:1 en 2: ‘Mijn lieve kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld.’ Wat een heerlijke boodschap van vergeving en bevrijding wanneer wij in zonden zijn gevallen en weten dat we ‘een Voorspraak bij de Vader hebben, Jezus Christus, de Rechtvaardige, Die een verzoening is voor onze zonden.’
Vers 6 vervolgt dan met de woorden: ‘Ik zal U stellen tot een licht voor de heidenvolken.’ Al in het Oude Testament is het heil ook voor de heidenen bedoeld. Vanaf de Pinksterdag baant het Evangelie zich vervolgens een weg naar de einden van de aarde, naar alle heidenvolken. Wij mogen daar getuige van zijn, wij mogen daaraan meewerken, om dat Licht te verspreiden in een duistere wereld. Door genade mogen ook wij delen in die genade. Wat een wonder! Duurbetaalde genade. Door de Here Jezus. Aan het kruis op Golgotha.
Mag u door genade weten dat dit Licht ook in uw leven is gaan schijnen? Dan bent u welgelukzalig, om het met een oud woord te zeggen. Het kan ook zijn dat u zegt: “Ik ken de Here Jezus nog niet.” Dan wil ik u aansporen tot Hem te gaan. Hij wil Zichzelf ook aan u openbaren. Daartoe is Hij immers in de wereld gekomen.

De reden waarom dat Licht schijnt voor de heidenvolken volgt in vers 7: ‘om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis zitten.’ Dat tekent onze situatie toen we de Here Jezus nog niet kenden. Maar nu, verlost, bevrijd uit de kerker, uit de gevangenis van de zonde, uit de duisternis. Allen die nog niet in het Licht leven, zitten gevangen in de kerker van de zonde, in de gevangenis, in het duister.
Hen wil de Here Jezus redden. Daarom kwam Hij naar deze wereld. Daarom gaf Hij Zijn leven aan het kruis van Golgotha. Alleen zo kon en kan Hij Zijn licht laten stralen, ook over de heidenvolken.

Jesaja 49
Opmerkelijke woorden komen we verderop tegen in Jesaja 49:6: ‘Hij zei: Het is te gering dat U voor Mij een Knecht zou zijn om op te richten de stammen van Jakob en om hen die van Israël gespaard werden, terug te brengen. Ik heb U ook gegeven tot een Licht voor de heidenvolken, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde.’
Ook hier klinkt de profetie dat de Here Jezus komt tot een Licht voor de heidenvolken. Wat een schitterende eenheid vormt de Bijbel toch. Telkens opnieuw kom je dezelfde gedachten tegen, alsof de boodschap telkens weer wordt benadrukt: het is echt waar! Twijfel er niet aan. Zijn Licht straalt. Aan mensen uit alle volken openbaart Hij Zichzelf en schenkt hun Zijn heil.

Jesaja 60
In Jesaja 60:1-3 komen we nogmaals de combinatie licht en volken tegen. Daar lezen we: ‘Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HERE gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad.’
Het licht van de HERE en van Zijn heerlijkheid zal opgaan over Sion, terwijl duisternis de aarde en donkere wolken de volken zullen bedekken. ‘Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht,’ zegt Johannes 1:9 hierover. Het gaat gebeuren dat de heidenvolken op zullen gaan naar het licht, het Licht van de Here. Dat Licht zal hen aantrekken en zelfs koningen zullen optrekken naar de glans van de dageraad.

Matteüs 5
Ook wij, als we de Here Jezus mogen kennen als onze Heiland en Verlosser, worden opgeroepen stralende lichten te zijn. Zijn Licht mogen we laten stralen door ons heen, opdat de mensen Hem zien, Zijn Licht zien in ons.
Luister maar. Matteüs 5:14-16 zegt: ‘U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.’

Filippenzen 2
Een andere tekst die dit ook zegt, is Filippenzen 2:15: ‘opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld.’
Hoe staat het ervoor bij ons? Schijnen wij als stralende lichten in deze wereld? Opdat degenen die de Here Jezus nog niet kennen, verlicht worden! Niet omdat we zelf zo’n krachtige lichtbron zijn, maar omdat het Licht van de Here Jezus in en door ons heen schijnt, omdat Hij in ons woont.

Dirk van Genderen