Moderne religieuze begrafenissen

dr. W.H. Velema • 81 - 2005/06 • Uitgave: 1
Moderne religieuze begrafenissen



Het moet opvallen dat er nieuwe rouwrituelen ontstaan. Denk aan de enorme samenkomsten voorafgaand aan de begrafenis (of crematie) van André Hazes en Theo van Gogh. Er valt bij de dood niets te vieren en toch maken zulke bijeenkomsten de indruk van een viering, zij het met tranen. We vragen ons onwillekeurig af, wat de betekenis is van zulke massale bijeenkomsten bij een begrafenis. Zij dragen een religieus karakter. Dat is voor mij onmiskenbaar. Het is een moderne religie. Die zich in zulke toespraken en vooral in de daar uitgevoerde rituelen openbaart.



Wat bedoelen mensen met deze rituelen? Ontspringen zij aan het christelijk geloof? Het is goed die vraag onder ogen te zien. Mijn antwoord is: deze moderne rouwrituelen vullen het gat, dat bij velen in onze samenleving is ontstaan, juist door het verlies van het christelijk geloof. Nu voor velen het Evangelie geen houvast meer biedt bij een baar, moet er iets anders voor in de plaats komen. Dat is de religie van de medemenselijkheid. Deze uit zich in duidelijk gedemonstreerde emotionaliteit.

Emotionaliteit als uitlaatklep van verdriet, verlies en leegte, waarmee men eigenlijk geen raad weet..

Het is opvallend, hoezeer de gevoelens, dus de emoties naar buiten komen. Die willen gedeeld worden. Men zoekt steun bij elkaar. Men wil de tranen en het verdriet delen. In zulke massale rouwbijeenkomsten zoeken de aanwezigen een uitlaatklep voor hun gevoelens.



Hoe kijk ik als christen hier tegenaan? Er is in mijn hart eigenlijk een tweevoudige reactie. Enerzijds een van medelijden en van diep meeleven. Mensen zoeken in het massale rouwproces zich van hun gevoelens van verlies en verdriet te ontdoen. Wie zou niet tot in zijn hart geraakt worden, als hij dat waarneemt?

Dat is de ene kant van mijn ervaring bij dit massale rouwritueel. Het lijkt me nodig in bewogenheid hierin mee te leven, ook al beleven zij rouw en verdriet totaal anders.



Dan ben ik bij de andere kant. Dit rouwen komt op uit een leegte. Het blijft bij een leegte. Er is geen uitzicht noch houvast over de dood heen. Daarom is bij alle drukte en tranen, leegte het karakteristieke woord. Het draait om de religie van de leegte waarin de mens op zichzelf en op zijn medemens is aangewezen. Verder dan de leegte van het verlies komt men niet. Meer heeft de moderne religie bij begrafenissen of crematies niet te bieden.



Deze conclusie verdiept voor mij de smart in het meeleven.Want ik constateer niet alleen dat mensen verdriet hebben, maar ook dat ze niets meer dan verdriet hebben. De tranen typeren de leegte waar mensen niet boven uitkomen.

Daarom voel ik me volstrekt vreemd aan wat er bij zulke moderne religieuze begrafenissen gebeurt. De drukte, soms zelfs letterlijk, het lawaai doen mij denken aan begrafenissen of verbrandingen uit het oude heidendom. Daartoe is een groot deel van onze moderne samenleving teruggekeerd.



Hoe anders mag het dan zijn als bij een begrafenis het woord van Jezus weerklinkt: Ik ben de Opstanding en het Leven. Ja, Jezus is de Opgestane, die in en vanuit de hemel de leegte vult van de dood. Hij spreekt van eeuwig leven. Hij heeft het en geeft het.

In dit licht is een christelijke begrafenis iets totaal anders.

Het licht van de eeuwigheid valt erover. Jezus vult de leegte van de dood met Zichzelf. Daarin wordt Hij als de Verlosser ervaren. Want Hij is het leven, ook midden in onze dood. Geprezen zij Jezus Christus.



dr. W.H. Velema