Nieuwe vergezichten door de Heilige Geest

Jan van Barneveld • 85 - 2009 • Uitgave: 11
De toespraak van Petrus op de Pinksterdag bevat belangrijke profetische aanwijzingen en diepe vergezichten. Vergezichten die steeds duidelijker zichtbaar worden. Zijn preek geeft ook aanwijzingen over hoe we het profetische woord uit de Bijbel moeten toepassen. Niet alleen de 16 boeken van profeten uit het OT bevatten profetie, ook in veel Psalmen komen profetische passages voor. Geschiedenissen en verhalen uit het leven van mensen uit de Bijbel hebben profetische elementen. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van Jozef. Werkelijk ‘al de Schift is van God ingegeven’ of, zoals de NBV vertaalt: ‘elke schrifttekst is door God geïnspireerd’ (2Tim. 3:16 SV en NBV). Bijna de helft van de Pinkstertoespraak bestaat uit aanhalingen uit de Tenach; een heel stuk uit Joël, twee uit Jesaja en drie uit het boek van de Psalmen.
Dat is een eerste advies voor ons. Een aansporing om in onze verkondiging de Schrift te laten spreken. Nu stuiten we op een groot probleem. Als het (de Schrift) er niet inzit, kan het er ook niet uitkomen. Daarom is dit intensieve Bijbelgebruik van Petrus voor ons allen een voorbeeld en een aanmoediging om dagelijks met Gods Woord bezig te zijn. Wat kunnen we verder leren van deze belangrijke, geïnspireerde preek van Petrus? We noemen een viertal belangrijke elementen die nu actueel en dus belangrijk zijn.

1. Petrus past het profetische Woord toe op de uitstorting van de Heilige Geest en op de opstanding van de Here Jezus. Hij laat zien dat het Bijbels was wat er was gebeurd. Zo zette hij zijn tijd in het licht van de Schrift. Het was allemaal voorzegd. Het paste precies in Gods plan. Vervolgens trok hij vergaande conclusies over aanstaande eindtijdgebeurtenissen. Over ‘de grote en doorluchtige dag van de Here’ (Hand. 2:20).
Nu drie korte toepassingen voor onze tijd. In de eerste plaats moeten wij leren moedig en geleid door Gods Geest onze tijd in het licht van Gods profetische Woord te zetten. Een paar voorbeelden. Als we zien hoe Israël terugkeert naar het Beloofde Land zeggen we enthousiast: Dit gebeurt omdat er staat geschreven: ‘Israël, mijn knecht… die Ik gegrepen heb van de einden van de aarde en geroepen uit haar uithoeken’ (Jes. 41:8,9). Als we zien hoe het oude Palestina, dat bedekt was met dorens en distels, nu een land is vol groene bossen en bloeiende boomgaarden, zeggen we met een lofprijs naar de Here: Dit gebeurt want er staat geschreven: ‘voor een doornstruik zal een cypres opschieten, voor een distel zal een mirt opschieten’ (Jes. 55:13). En ‘Israël zal bloeien en uitspruiten, zodat zij de wereld met vruchten vervullen’ (Jes. 27:6). We zien voor onze ogen hoe God Zijn Woord waarmaakt. God is bezig met het herstel van Israël. Dat is het belangrijkste en duidelijkste teken dat de Here bezig is met het afronden van deze eeuw en dat het Koninkrijk van God nabij is. Een tweede toepassing die we van Petrus’ toespraak leren, is dat we vanuit de profetie duidelijke eschatologische lijnen kunnen trekken. We zullen dit doen aan het einde van dit artikel. Dit brengt ons bij de derde toepassing. Door de manier waarop Petrus de profetie van Joël aanhaalt, zien we dat veel profetie naast een directe vervulling zich ook uitstrekt naar de eindtijd. Hij zag namelijk ‘bloed en vuur en rookwalm’ die onder de eerste oordeelsbazuin uit Openbaring 8:7 vreselijke realiteit zullen worden.

2. Profetie is niet alleen ‘een lamp die schijnt in een duistere plaats’ (2Petr. 1:19). Licht over gebeurtenissen en de toestand in onze 21e eeuw. Profetie geeft ook vergezichten naar de toekomst, met name naar de eindtijd. David profeteerde over de ‘verre toekomst’ (Hand. 2:30,31). Joël profeteerde over de eindtijd. Petrus citeerde de profeet Joël over de uitstorting van de Heilige Geest ‘op alle vlees’. Iets wat nog zal gaan gebeuren. Hij voorzag ook eindtijdgebeurtenissen, die de apostel Johannes na het openen van het zesde zegel plaatst (Op. 6:12-14). Deze eschatologische lijnen zijn zeer actueel.

3. Belangrijk is voor onze tijd dat de Here Jezus beloofde dat de Heilige Geest ons ‘de toekomst zal verkondigen’ (Joh. 16:13). Het ambt van profeet is één van de vijf ambten die de Here aan de Gemeente heeft gegeven (Ef. 4:11). Profeten functioneerden in de gemeenten uit de tijd van de Handelingen. De profetische bediening hebben we in onze verwarrende tijd, waarin zoveel stemmen op ons afkomen, hard nodig. Nu even iets over de aard van de Bijbelse eindtijdprofetie. Johannes kwam in ‘vervoering van de geest op de dag van de Here’ (Op. 1:10). Dat betekent niet dat hij op een zondag na de kerkdienst een visioen kreeg. Nee, zijn geest werd door de Heilige Geest ‘vervoerd’ naar de eindtijd, naar de ‘dag van de Here’, waarover ook Petrus sprak toen hij Joël aanhaalde. Johannes ‘zag’ dus allerlei gebeurtenissen en ontwikkelingen in de eindtijd, zoals veel profeten flitsen zagen van eindtijdgebeurtenissen. Flitsen die ze zelf vaak niet begrepen. Zij kregen vergezichten die in onze tijd duidelijk worden. Ontwikkelingen in de technologie, de wetenschap en de wereldsamenleving zijn zover gevorderd, dat eindtijdprofetie en onze tijd elkaar naderen. Dus dat alles tot vervulling komt. Bijvoorbeeld Nahum zag ‘wagens die over de vlakte vliegen’, ‘springende wagens’ en ‘bliksemende lansen’. Waarom zouden dat geen gevechtshelikopters en raketten kunnen zijn? Joël zag ‘ratelende wagens op de toppen van de bergen springen’. Waarom zouden dat geen moderne pantservoertuigen kunnen zijn?

4. Johannes zag in Openbaring 9:7-10 iets dergelijks. Profetie en de vervulling ervan komen in onze tijd heel dichtbij. Wat hebben we de leiding van de Heilige Geest hard nodig om Gods profetische Woord op een zuivere en heilige manier te duiden. Ook om de goede weg te vinden tussen menselijke ‘profetieën’ en visies die regelmatig op ons afkomen. Hierover maar één opmerking. Profetieën moeten altijd worden getoetst (1Kor. 14:29 en 1Tes. 5:20,21).

Eschatologische lijnen
Petrus trok het feit dat ‘zij allen vervuld werden met de Heilige Geest’ door naar de eindtijd, op grond van de profetie uit Joël. In onze tijd is er een groot aantal profetieën en ontwikkelingen die wijzen naar een snel naderende eindtijd. We hebben dit feit al verschillende malen genoemd. Nu nog twee profetische lijnen vanuit de Schrift. Eerst een profetie uit Zacharia: ‘Predik: zo zegt de HERE der heerscharen: Ik ben voor Jeruzalem en Sion in grote ijver ontbrand, maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade’ (Zach. 1:14). Enkele opmerkingen:
• Deze woorden moeten gepredikt. Dat doen we regelmatig in ons blad.
• God is in gloeiende ijver voor Sion ontbrand. Dat zagen we bijvoorbeeld in 1967 toen Israël onverwachts en onbedoeld Jeruzalem op Jordanië veroverde.
• Antizionisten, die zich verzetten tegen Gods ijver voor Sion, staan onder Gods toorn. Dit zal zware eindtijdoordelen veroorzaken.
• Zelfs het Vaticaan is bezig om de berg Sion (de zaal van het Laatste Avondmaal) aan Israël te ontfutselen.
• God is inderdaad ‘een weinig vertoornd’ op Israël. Jeremia spreekt over ‘een tijd van benauwdheid voor Jakob’ (30:7). Maar Hij is ‘zeer toornig’ op de volken. Wee die volken!

Ten slotte een profetische woord uit Jeremia: ‘…niemand is er, die het voor u opneemt… Daarom zullen allen die u verslinden, verslonden worden, al uw vijanden tezamen in gevangenschap gaan…’ (Jer. 30:13,16).
• Inderdaad staat Israël alleen.
• De volken rond Israël willen Israël verslinden.
• De rest van de wereld werkt daaraan mee. De hele wereld roept om een Palestijnse staat in Gods land.
• Daar komen oordelen over.
Middenin deze noodsituatie staat de Gemeente. Geleid door Gods Geest zien wij iets van de toekomst. De Geest bemoedigt ons en zegt: ‘Heft uw hoofden op, want u verlossing genaakt’ (Luc. 21:38).

Jan van Barneveld