Ontsnappen aan de storm?

Jef de Vriese • 85 - 2009 • Uitgave: 24
Ninevé is voor Jona uitputtend en ondermijnt de eigen controle. Dan is de lokroep van Tarsis groot. Dan begin je te denken: “Is er niet een ander plekje waar ik God kan dienen? God kan mij toch ook op een andere plaats gebruiken?” Jona onttrekt zich aan de roepstem van God. Het vooruitzicht dat God genadig zou zijn, zag hij niet zitten. Hij heeft zo zijn eigen inzichten in hoe God zou moeten werken.
Op weg naar Tarsis schudt God aan de boot. Van het schaap dat steeds wegloopt, wordt op een dag door de herder het pootje gebroken. De reis is een fiasco. De poot doet pijn. Maar God gaat door met de roeping. Het schaap is dan verplicht om dicht bij de Herder te blijven. Het is onmogelijk aan Hem te ontsnappen.
God beschikt voor Jona een vis. God heeft alles onder controle. God beschikt de storm en de vis. Hij stilt de storm. Hij beschikt een plaats waar Jona aan land komt. Hij beschikt een wonderboom. Hij beschikt een worm en een gloeiende oostenwind… God geeft en neemt. Zijn soevereiniteit doordrenkt het hele leven van Jona en ook het jouwe. God heeft beschikkingsrecht en beschikkingsmacht, ook wanneer je slaapt te midden van een storm.
Dat het stormt heeft Jona niet door. Lekker slapen is geen bewijs van een hemelsblauwe lucht. Dat je niemand hoort, is geen bewijs dat niemand probeert om je wakker maken. En de storm komt niet altijd van Gods tegenstander…

Jef De Vriese