Opwekking? Hoe kan dat?

Feike ter Velde • 84 - 2008 • Uitgave: 24
De Schotse predikant Duncan Campbell (1898-1972) had een vurig verlangen dat de Here in zijn levenstijd een opwekking zou geven. Onder zijn prediking mocht hij, door Gods genade, verschillende keren een bijzonder krachtige werking van de Heilige Geest zien, die tot opwekking leidde. De bekendste daarvan is de opwekking op de Hebriden, op het eiland Lewis, in 1949. Het is een voorrecht om de Boodschap van deze man te horen en te lezen.

‘En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken;… En als zij gebeden hadden, werd de plaats in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid’ (Hand. 4:29,31).

We willen nu aan de hand van dit Schriftgedeelte de principes nader beschouwen die geestelijke opwekking bepalen. Het is een algemene waarheid dat we in een wereld leven die zich in een zee van moeilijkheden bevindt. Stevige fundamenten waar we vroeger op bouwden, zijn aan de kant gelegd en voor ons zijn slechts schaduwen die bij een verdwenen verleden horen. Overal zien we tekenen van frustratie, dorheid en nederlaag en ik veronderstel dat we het er allemaal over eens zijn dat levend christendom op een laag pitje staat.
Het schijnt me toe dat de allerbelangrijkste vraag op dit moment is wat wij als Gemeente te bieden hebben aan een generatie die wakker is, maar niet de ware weg ten leven kan vinden. Ik ken geen belangrijker vraag, zo wezenlijk, zo vernietigend in de gevolgen, als deze vraag: “Is de Gemeente van vandaag een licht dat mensen de weg wijst naar het kruis?”
Is het niet zo dat we maar al te vaak bevangen zijn door schroom en daarom niet bereid zijn ons in te spannen voor een opwekking? Als er een boek is dat deze neiging kan corrigeren, is het wel het Woord van God en hier, in het gedeelte dat we net gelezen hebben, hebben we een opmerkelijke illustratie. Ik ontdek hier dat de Gemeente over een kracht beschikt die de strategie van de hel te slim af is en kan verslaan en die maakt dat dood en nederlaag verdwijnen voor het aangezicht van de Heere des levens. Ik geloof dat we er goed aan doen om een of twee vragen eerlijk en oprecht onder ogen te zien.

1. Hoe komt het dat wij, hoewel we beweren dat het Evangelie een kracht Gods is, het bovennatuurlijke toch zo weinig zien werken?
2. Als het christendom een religie is die niet alleen aspiraties heeft, maar in de eerste plaats zich door vervulling kenmerkt, hoe is het dan te verklaren dat de opwekking uitblijft? Is er een reden te noemen waarom de kerk vandaag niet meer is wat die op de Pinksterdag was?

Ik besef dat dit vragen zijn die we met een open en eerlijk hart onder ogen dienen te zien. Wat bezat de eerste Gemeente dat wij vandaag niet meer hebben? Niets dan de Heilige Geest, niets dan de kracht van God. Ik denk dat één van de grootste geheimen van ‘succes’ in de eerste Gemeente lag in het feit dat de eerste gelovigen in de zalving van boven geloofden en niet in de kracht en mogelijkheden van de mens.
In dit verband noem ik ook de hedendaagse evangelisatiemethoden. Wat staat de mens centraal. Hier volgt een stukje uit een brief die ik van een jeugdleider in één van onze grote steden ontving: “Wij zijn ten einde raad. We weten niet wat we met de jongelui aan moeten die onlangs getuigd hebben dat ze bekeerd zijn. Ze willen allerlei soorten amusement en het schijnt ons toe dat ze weggaan als wij dit amusement, dat zij willen, niet geven.”
Ja, de huidige trend is een zucht naar een christelijke ervaring (of moet ik dit woord christelijk maar weglaten?), een ervaring die licht en luchthartig is en gebaseerd op amusement.

De voorstanders van deze ‘methodes’ zullen zeggen: “O, maar hoe kunnen we de mensen trekken als we niet iets van amusement bieden?” Daarop zou ik willen vragen hoe ze zoveel mensen kregen op de Pinksterdag. Hoe deden ze dat? Door aanplakbiljetten, door posters, door marsen voor Jezus, door een film? Nee! De mensen werden niet aangeraakt, samengebracht en binnengebracht in een levende relatie met God door de stem van mensen, maar door een geluid van de hémel. Wij hebben vandaag meer geluid van de hemel nodig. Het schijnt me toe dat hemelse geluiden uitsterven. Ik ben er zeker van dat u gezien hebt dat de Pinksterdag zijn eigen publiciteit had.
Ik vind die tekst in Handelingen zo mooi waar staat: ‘En toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te hoop…’ (Hand. 2:6). Wat voor geluid (of: stem) was dat? Wat gebeurde daar? Mannen en vrouwen werden diep van zonde overtuigd! Mannen leken dronken, omdat ze dronken waren door de machtige kracht van God. Dat was Gods methode van publiceren. Als de Gemeente van Jezus Christus dit niet opnieuw ontdekt en daarnaar handelt, lijken we in de ogen van de wereld een groep gewone mensen die op de markt staan en verkooppraatjes houden. De eerste Gemeente verlangde om de zalving van de Heilige Geest en niet om amusement, omdat ze wisten dat zalving interesse wekt en echte zorg om zielen.
U zegt: “Ja, dat gebeurde in Handelingen, maar mogen wij dat ook nog vandaag verwachten?” Klinkt er een geluid van de hemel? Worden mensen zo in het hart getroffen vandaag de dag? Worden mensen getroffen door een kracht die anders is dan al dat mensenwerk vandaag? Ik zeg u, het gebeurt ook vandaag! Enkelen van ons zagen het gebeuren in kerken die halfleeg waren, waar de jeugd eerder op amusement uit was dan op het zoeken naar God. En plotseling kwam er een geluid uit de hemel. Drie jonge vrouwen waren aan het bidden in een schuur toen er een geluid uit de hemel kwam en de hele gemeente werd verzadigd met Gods tegenwoordigheid. Mannen en vrouwen stroomden het Koninkrijk binnen. We hadden niets georganiseerd, we hadden geen publiciteitsprogramma, maar boodschappers uit de hemel bewogen zich te midden van de mensen en in een kwestie van uren stroomden de kerken vol doordat tientallen het Koninkrijk van God binnengebracht werden. Ja, zalving is de dringende en absolute noodzaak in de bediening heden ten dage.

De eerste christenen geloofden in zalving en niet in amusement. Bovendien was in de eerste Gemeente kracht belangrijker dan invloed. De huidige toestand in ons land is een uitdaging voor de christelijke gemeente. Wie ogen hebben om te zien en de situatie echt kunnen observeren, vertellen ons dat er op dit moment krachten aan het werk zijn die elk christelijk principe aan de kant willen zetten. De nood is zeer groot en uitermate ernstig. We zullen iets moeten doen.
Van vele kanten is er tegenwoordig een groeiende overtuiging dat wij, tenzij God iets gaat doen, tenzij er een betoon van het bovennatuurlijke in ons midden komt, tenzij wij opgetrokken worden tot het goddelijke, spoedig in een valse beweging betrokken zullen raken, een namaakbeweging, maar één die onder de naam van God opereert. Er zijn onheilspellende tekenen in onze tijd dat de duivel erop uit is ons op een zijspoor te zetten, zodat wij tevreden zijn met iets dat minder is dan de hemel ons wil geven. Niets dan een opwekking van de Heilige Geest kan voorzien in de ernstige nood van dit uur. De eerste Gemeente, de mannen van Pinksteren, hadden iets dat verder ging dan slechts menselijke invloed en vernuft. Wat bedoelen we met invloed? Het totaal van alle krachten in onze persoonlijkheid, mentaal, moreel, academisch, sociaal en godsdienstig. Dit alles kunnen we hebben, zelfs op het hoogste niveau en toch absoluut geen kracht bezitten. Goddelijke kracht was het wachtwoord van de eerste Gemeente.
Toen ik op een conferentie was, had ik het voorrecht om een middag te spreken met een leider van een buitenlandse zendingsactiviteit. Ik was getroffen, zo niet in de war gebracht, door wat hij tegen me zei. “We hebben vandaag enkele Bijbelscholen in ons land die jonge mensen afleveren die een perfecte opleiding hebben gehad, maar geen kracht hebben.” Was dat een juiste diagnose? Ik denk dat hij er niet zo ver naast zat. We kunnen beschaving of cultuur hebben, maar wat er vandaag nodig is kracht van boven!

Ik zou u mee kunnen nemen naar een klein huisje op de Hebriden en u voorstellen aan een jonge vrouw. Ze heeft geen scholing gehad en je zou haar niet beschaafd kunnen noemen in de zin zoals wij het woord gebruiken, maar ik heb gezien hoe die jonge vrouw door haar gebed de hemel neer liet dalen in het dorp en kracht in een samenkomst. Ik heb gezien dat die vrouw zo gegrepen werd door de kracht van de Heilige Geest dat de mensen om haar heen stonden te beven. Dat was geen invloed, maar kracht. De apostelen waren geen invloedrijke mensen, ‘niet vele machtigen, niet vele edelen’. O nee, de Meester zelf verkoos ook geen invloedrijk Man te zijn: ‘Die Zichzelf ontledigd heeft’. God heeft kracht boven invloed verkozen. Ik denk wel eens aan Paulus en Silas in de gevangenis in Filippi. Waarom? Ze hadden niet genoeg invloed om zich uit de gevangenis te houden, maar ze waren vol van de kracht van God, zodat hun gebeden in de gevangenis het hele gebouw op zijn fundamenten deed schudden. Geen invloed, maar kracht. O, dat de kerken in onze tijd die waarheid weer opnieuw mochten ontdekken en daarnaar terugkeren.

Ik wil verder nog zeggen dat we kracht moeten zoeken, zelfs ten koste van invloed. Wat bedoel ik daarmee? Sluit nooit een compromis om de duivel een plaats te geven. Ik hoor vandaag de dag mensen zeggen: “We leven in een andere tijd dan de dagen van de opwekking van 1859 of die van Wales in 1904. We moeten verdraagzaam zijn en ons proberen aan te passen. Om dat te doen is het soms noodzakelijk onze standaard te verlagen en de medewerking te zoeken van hen die niet het standpunt aanvaarden dat wij voor evangelische waarheid houden.”
Ik zeg daarentegen dat het geheim van kracht is dat we ons afscheiden van alles wat onrein is. Voor mij is er niets zo onrein als de vrijzinnige standpunten die sommigen erop na houden. We moeten ze zelfs niet aanraken. Het is mijn diepste overtuiging wat er geschreven staat in 2 Korintiërs 6:17 ‘Daarom gaat uit het midden van hen en scheidt u af… en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn.’
Ja, we moeten kracht zoeken zelfs ten koste van invloed. Denk opnieuw aan de grote apostel Paulus. Wat een kans had hij om invloed te krijgen bij Felix, als hij hem maar een beetje gevleid had in zijn zonde; hij had grote indruk kunnen maken en ik geloof dat hij een aardige donatie voor zijn zendingswerk had kunnen krijgen als hij wat verdraagzamer geweest was en de situatie aanvaard had. Paulus verkoos kracht boven invloed en hij sprak over zonde, gerechtigheid en oordeel. De persoon die dit standpunt inneemt, zal niet populair zijn, zeker niet bij sommige hedendaagse predikers die verkondigen dat we de boodschap wat moeten afzwakken om ons gehoor mee te krijgen. Finney heeft gezegd: “Weg met je melk-en-waterprediking over de liefde van Christus, zonder heiligheid en moreel onderscheid, weg met het prediken van een Christus die niet gekruisigd is voor de zonde.”
Een predikant uit de Schotse Hooglanden riep uit: “Verkondig mij een God die geheel barmhartigheid is en niet rechtvaardig, verkondig mij een God die alleen maar liefde is maar niet rechtvaardig en ik noem hem zonder meer de idioot van zijn eigen fantasie.” Sterke woorden, maar woorden die vandaag overal in ons land zouden moeten klinken in deze tijd van zeer ernstige afval, waarbij alle fundamentele waarheden van de Schrift overboord gegooid worden.

In Handelingen zien we de apostelen een boodschap verkondigen die ernstig verontrustend was. We zijn tegenwoordig bang om de mensen te verontrusten. Je mag hun emoties niet opwekken, je mag geen huilende mensen in een samenkomst hebben, je moet de mensen niet op de vloer laten rollen onder overtuiging van zonde. Het moet ordelijk blijven! Moge God ons helpen, moge God ons barmhartig zijn. Wie zijn wij om de Almachtige God voor te schrijven hoe Hij moet werken? Als God verkiest mannen en vrouwen zodanig van hun zonden te overtuigen dat ze bijna hun zinnen verliezen, dan zeg ik: “God, ga door totdat wij weer meemaken wat er gebeurde tijdens de opwekking onder Jonathan Edwards, Charles Finney en Evan Roberts.”

Er zijn er ook die zeggen: “Maar we moeten de mensen toch niet afschrikken.” Ik zou bij God willen dat ons land getroffen werd door een golf van werkelijke vreze des Heeren. Ik wil in dit verband iets citeren uit een preek van Ds. Robert Barr, van de Presbyteriaanse kerk van Zuid-Afrika: “Dit is wat onze eeuw nodig heeft, geen lichte prediking van het soort dat het hart van de toehoorders geruststelt, maar een boodschap die de hoorders diep in hun harten raakt. We zijn veel te bang geweest om de mensen te verontrusten, maar de Heilige Geest wil niets te maken hebben met een boodschap of dominee die bang is om te verontrusten. Het is net zoiets als dat een chirurg plaats maakt voor een kwakzalver die beweert het werk te kunnen doen met een zoet medicijn. Denkt u dat de Heilige Geest ermee in zou stemmen dat de tragische situatie waarin de mens zich bevindt, behandeld wordt met zachte en gemakkelijke woorden? Golgotha was niet mooi om naar te kijken, een bloedend lichaam aan het kruishout. Maar Jezus was niet bezig met iets moois? Het ging om de zonden van de wereld en dat is onze roeping in deze tijd om dat te verkondigen. Zachte en gemakkelijke woorden, afgezwakt, zullen nooit in de nood voorzien.”

Bovendien geloofden ze in het bovennatuurlijke. Kijk maar naar het gebed in Handelingen 4:29,30: ‘En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid uw woord te spreken, daarin dat Gij uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door de naam van uw heilig Kind Jezus.’ Ziet u, zij verwachtten tekenen en wonderen en keken ernaar uit.
Iemand heeft gezegd dat God op de Pinksterdag de Gemeente in Jeruzalem in de brand stak en dat de hele stad uitliep om het te zien branden. Ik zeg u, als dat vandaag in een kerk gebeurde, dat binnen enkele uren de hele stad uit zou lopen om de brand te zien en zij zouden door de vlammen gegrepen worden.
We willen vuur! De beste advertentiecampagne die een kerk of evangelisatieteam kan beginnen is vuur op de preekstoel en brandende harten in de kerkbanken. Laten we eerlijk zijn. We zeggen: “God, zend ons opwekking”, maar zijn wij klaar voor het vuur? Denk eens aan wat er gebeurde op de Karmel, die machtige manifestatie van God. Wanneer daalde het vuur neer? Toen het altaar gebouwd werd? Nee! Toen de stier dood lag aan de voet van het altaar? Nee! Ik zie de man van God zijn mes nemen en hij snijdt de stier in stukken; daalde het vuur toen neer? Nee! De stukken werden op het altaar gelegd, maar de hemelen zijn als koper, het vuur is nog niet nedergedaald. Het proces gaat door. En is nog een stuk vlees. Ik zie hoe de profeet het ter hand neemt en op het altaar legt. Maar het vuur is nog niet neergedaald. Dan legt de profeet het laatste stuk op het altaar. Dan gebeurt het wonder. De hemelen openen zich en God komt naar beneden. Het vuur daalt neer en er volgt een machtige manifestatie met een machtige opwekking.
Bent u bereid eerlijk en oprecht deze vraag onder ogen te zien? U bent geïnteresseerd in opwekking, u bidt om zegen, u verlangt dat uw gemeente tot nieuw leven komt. Collega-predikanten mag ik u vragen: “Heeft God dat laatste stuk al?” Vele stukken liggen al op het altaar en ik geloof dat er mannen en vrouwen zijn waarin God aan het werk geweest is. Dit stuk, dat stuk ligt al op het altaar, maar het laatste stuk nog niet. Laten we eerlijk zijn en realistisch. Ik geloof dat we de beweging waar we naar uitkijken, die stromen van Gods rivieren niet zullen zien, voordat de christenen tot God roepen: “O, Heere, neem ook het laatste stuk.” Als het vuur moet neerdalen zal ook het laatste stuk op het altaar gelegd moeten worden. De waarheid omtrent de Heilige Geest kunnen we alleen ontdekken en vaststellen door onderworpenheid aan Zijn macht. We kunnen over Hem praten, we kunnen over Hem denken, maar alleen als wij ons onderwerpen, kunnen we Zijn machtige kracht kennen. Er is een wet in de dynamica die ons zegt dat alle kracht meetbaar is op het punt van zijn toepassing. Zijn wij bereid dat principe op geestelijk gebied toe te passen, door de diepgaande ontdekking te doen dat, als we aan het einde van onszelf gekomen zijn, we bij Gods begin zijn? Ik geloof dat we slechts die wetten en grenzen waarbinnen de Heilige Geest werkt in acht hoeven te nemen om Zijn wonderbare kracht te kunnen ervaren. Met andere woorden: gehoorzaam de wet van de Geest en de Geest van God zal u antwoord geven.
Dat was zeker de overtuiging van een oudste op het eiland Lewis toen hij in een moeilijke situatie van beproeving kwam en uitriep: “U hebt een belofte gegeven en ik wil U eraan herinneren dat wij geloven dat U een God bent die het verbond houdt. Uw eer staat op het spel.” Die man was aan het eind van zijn Latijn, die man was zover dat hij worstelde in het gebed.
Opwekking komt er niet alleen door het bijwonen van conferenties, hoewel die er wel iets toe kunnen bijdragen. ‘Sion heeft weeën gekregen, en zij heeft haar zonen gebaard’ (Jes. 66:8). O, moge God ons daar brengen en leiden naar de plaats van totale overgave. Ik zal nooit die dierbare man van God vergeten, Dr. Inwood, die uitriep tijdens de Keswick Conferentie van 1924: “Christenen, volledige zelfovergave is de kardinale ethiek van de christelijke kerk.” Is het niet waar dat al te vaak onze allerbeste momenten van overgave en toewijding vermengd zijn met dat destructieve element van zelfhandhaving? Een volledige overgave is de prijs die je voor de zegen moet betalen. Maar dat is tevens de prijs voor opwekking. Tot zover dominee Duncan Campbell.

Moge de Here in Zijn grote genade mensen geven die in onze Gemeenten leren bidden om opwekking en vernieuwing door de kracht van de Heilige Geest.

Feike ter Velde