Pas op... het Vrederijk komt eraan!

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 1
De vorige Tijdspiegel eindigde met hoop aan de horizon, als het gaat over het zicht op de profetie in de kerk, dat sinds de 4e eeuw werd verduisterd? Er zijn tekenen die erop wijzen dat geestelijke leiders, predikanten, voorzichtig durven zeggen dat er meer te verwachten is dan altijd werd uitgesproken. Israël als teken, de andere tekenen, de ontkerstening van de wereld, met name Europa, zijn breekijzers om toegesloten ogen en harten voor de profeten te openen.
Maar zégt men het ook?





Door de eeuwen heen zijn er mensen geweest die op grond van de Schrift geloofden dat er een Vrederijk op aarde komt, namelijk als de Vredevorst
komt. Ook in orthodox-gereformeerde
kringen in ons land en bij sommige ‘oude schrijvers’ leefde de verwachting van het komende Vrederijk op aarde. Zij werden ‘chiliasten’
genoemd, tot op vandaag. Ben je een chiliast, dan ben je in de ogen van de kerk der reformatie een dwaalster. Wie gelooft in de komst van het Vrederijk op aarde kan eigenlijk
niet langer op de preekstoel staan. Er zijn zeer schrijnende voorbeelden
van predikanten, die werden
afgezet om die reden.


In de Nadere Reformatie (17e eeuw) vinden we tal van theologen
die geloofden in de massale bekering van Israël en zagen op het geestelijke en nationale herstel van het Joodse volk in de eindtijd. Zij werden niet verketterd of afgezet.
Theologen van de Engelse ‘Puriteinen’, waarvan bisschop J.C. Ryle van Liverpool in ons land de bekendste is en in hun navolging
Charles H. Spurgeon, Robert
McCheyne en later Dr. Martin
Lloyd-Jones. Het geloof in het herstel en de bekering van Israël hangt nauw samen met het geloof in het komende Vrederijk. Hij zal immers zitten op de troon van Zijn vader David (Luc. 1:32). Als die dag aanbreekt, dan moet Israël zijn hersteld, Jeruzalem herbouwd en vangt het Vrederijk aan.


Spurgeon schrijft erover: “Zijn regering is de belichaming der gerechtigheid.
Indien er ooit op deze arme, als in barensnood verkerende
aarde, iets was om zich in te verblijden, dan is het de komst van zulk een Bevrijder, het bestijgen van de Troon des heelals door zulk een Regent. Heil, o Jezus. Onze ziel wordt als overweldigd door blijdschap bij het geluid van Uw naderende wagens en wij kunnen slechts uitroepen: ‘Kom met haast, Heere Jezus! Ja, kom met haast!’”


Dat geloof in het herstel van Israël
in de eindtijd en de vreugde over de Wederkomst is gelukkig hier en daar te vinden, maar het duiden van de profetie in concrete termen vandaag, stuit kennelijk op grote moeilijkheden. We moeten
haast wel veronderstellen dat het merendeel van de orthodoxepredikanten in de gereformeerde gezindte, gelooft dat Israël zal worden hersteld en dat dan het Vrederijk komt. Net als alle Joden in Jezus’ dagen en tot op vandaag, kunnen Bijbelgetrouwe christenen er niet omheen dat de Schrift leert dat het Vrederijk in deze werkelijkheid
gestalte zal krijgen. De Christusregering op aarde, op de troon van Zijn vader David, wordt door beide, het Oude en het Nieuwe
Testament, geleerd.


Een predikant met een hoge positie
in de synode van zijn kerk zei mij, dat hij geloofde dat het Vrederijk
komt met de Vredevorst. Toen ik met hem doorpraatte bleek dat hij geloofde dat het komende Vrederijk
in deze wereldwerkelijkheid zou worden opgericht. Dus noemde
ik hem een chiliast, hetgeen hij bevestigde. Ik vroeg hem wannéér en wáár hij daar over zou preken, want dan wilde ik komen luisteren. Hij vertrouwde mij toe, dat hij er niet over durft te preken, omdat dan zijn positie in de kerk spoedig ten einde zou zijn. “Maar,” voegde hij er direct aan toe, “ik ben zeker niet de enige. Alleen, men durft net als ik de consequenties niet aan, want die zijn enorm.”
Ik stelde dat men als predikanten en geestelijke leiders dan waarschijnlijk meer gesteld is op de eer van elkaar
dan op het verkondigen van de waarheid aan Gods gemeente. Toen ebde het gesprek weg en vond een onbevredigend einde.


Dit, terwijl de Bijbel vol staat met teksten in relatie tot de wederkomst van Christus en de komst van het Vrederijk. Iemand telde 10.385(!) teksten in de Bijbel, die zich met dit thema bezighouden! Dat komt neer op vijfentwintig procent van de hele Bijbel. En dan toch zó een vergeten en onbekend onderwerp. Wie zal dáár de hand in hebben? Zegt de Schrift niet dat het Woord gepredikt moet worden en dat predikers
zich wélbeproefd in dienst van God moeten stellen? Als een zó groot deel van de Bijbel aan de Gemeente wordt onthouden dan moet de noodklok worden geluid, zeker nu de tekenen van de tijd zo geweldig toenemen. Wat een enorme verantwoordelijkheid voor geestelijke leiders vandaag!


We leven in de nadagen van het Romeinse Rijk. Vele pogingen, ditrijk de afgelopen vijftienhonderd jaar in zijn oude glorie te herstellen, faalden. Maar nu is het bezig tot stand te komen. De grote idealen van Napoleon en Hitler zijn allemaal gerealiseerd. Het Rijk van ijzer vermengd met leem, zoals Daniël 2 ons schildert is er gekomen. Een Europees rijk, waar Hitler over sprak in demonisch geladen
redevoeringen. Een rijk met sterke buitengrenzen, open binnengrenzen, allemaal een auto en overal autosnelwegen; het is er allemaal gekomen in het herstelde Romeinse rijk, dat we kennen als de Europese Unie. Straks zal de grote schijnvrede uitbreken in dit Europese huis, met een krachtige politieke en religieuze leiding. Net als in de dagen na keizer Constantijn (4e eeuw na Chr.) zal men denken dat het Godsrijk op aarde is neergedaald. De oplossing van alle problemen lijkt nu te zijn gekomen. Net als in de jaren ’30 zullen veel gelovigen denken dat dit is waar de Bijbel over spreekt: de Pax Christi – maar het zal de vrede van de Antichrist zijn. En omdat men de Bijbel niet wil kennen, juist op die cruciale punten van de Wederkomst, zal men de leugen en de leugenaar geloven. “Terwijl zij zeggen het is alles vrede en rust overkomt hun! [hun, dat zijn zij die de Schriften niet wilden kennen een plotseling verderf en zij zullen geenszins ontkomen.”
Een aangrijpende waarschuwing. Eerst komt de schijnvrede, de sterke leider, dat is de Antichrist en dán komt de Grote Verdrukking (Matt. 24:21). Die grote Verdrukking komt over Israël en de volken. De ware Gemeente van Christus is dan in de Bruiloftszaal van het Lam, in de hemel. O, wat is juist dáár een verzet
tegen. Onze toekomst ligt in de hemel, waar nu de satan en zijn trawanten een plaats hebben. Maar in de hemel zal oorlog komen en de duivel zal eruit gesmeten worden (Openb. 12:7-10).



Dan pas zal de wereld bloeden uit duizend wonden. De mensen zullen het uitschreeuwen in hun nood: “Bergen valt op ons en heuvelen bedekt ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon en voor de toorn van het Lam, want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?” (Openb. 6:16-17). Het antwoord op deze retorische vraag is: “Niemand
kan bestaan” – want de door het Lam vrijgekochte Gemeente is niet meer op de aarde. Vandaar dat niemand
kan bestaan in dat uur van de Grote Verdrukking. Vreselijk zal het zijn. Een vierde deel van de mensen zal omkomen – dat zou vandaag betekenen méér dan een miljard(!) mensen. En daarná komt het Vrederijk. Prijst God voor Zijn genade!