Samen met alle heiligen…

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 7
Samen met alle heiligen…



Allerlei christelijke organisaties klagen erover dat zelfs de eigen mensen niet meer zijn te mobiliseren voor vergaderingen en conferenties. Vroeger volle zalen thans niet meer. Het individualisme heeft toegeslagen.




Een bekend sonnet van de dichter Willem Kloos (1859-1938) begint zo:

“Ik ben een god in ‘t diepst van mijn gedachten,

en zit in ‘t binnenst van mijn ziel ten troon”.

Zie hier, een typische duiding van de oorzaak van het heersende individualisme, dat in onze eeuw zo hard heeft toegeslagen in de samenleving. Naarmate de Bijbel verder uit het zicht is geraakt in het publieke leven, is de mens steeds verder op zichzelf teruggeworpen geraakt. Dat is geen nieuw fenomeen. Het heeft er altijd in gezeten, het is er ook altijd geweest. Maar we zien het vandaag in extreme vorm toenemen. We leven in de IK-cultuur. Dat werkt ook door in het bedrijfsleven, in moderne marketing en in management. In een boek hierover
geeft Dr. Cor Molenaar van de Erasmusuniversiteit, de volgende omschrijving:



“De invloed van de IK-cultuur op de maatschappij leidt tot een grote mate van individualisering. Het individu maakt vrije keuzen en bepaalt zelf wat hij wil en wanneer. Door deze vrijheid in gedrag en de ongebondenheid van structuren, culturen en relaties, ontstaat een ‘atomaire’ benadering. Niet langer is een groep of bijvoorbeeld de afkomst, bepalend voor het gedrag en passen alle leden van de groep zich aan bij de geldende structuren, waarden en normen. Ieder individu voelt zich nu vrij om steeds een wisselende groep te kiezen, waar op dat moment (in de levensfase) op dat ogenblijk (van de dag) een prettig gevoel bij is”.

Vandaag verbazen we ons erover dat veel mensen met regelmaat, van kerk wisselen. Wie deze omschrijving leest uit de wereld van wetenschap en economie, komt al gauw tot de ontdekking dat het binnen de kerk vaak niet anders gaat dan in de wereld. We raken steeds meer op onszelf gericht, op mijn behoefte, op wat ik nodig heb of denk nodig te hebben. Ook veel moderne liederen spreken in dit opzicht heldere taal. Het gaat (te) vaak over de eigen emoties, pijn en moeite. Het objectieve en gezamenlijke is ook in de kerk verslonden door het subjectieve en individuele. We zijn verbrokkeld geraakt in kerk en maatschappij.



Er is ook een ziekelijke vorm van dit individualisme, die ‘Narcisme’ – wat ‘eigenliefde’ of ‘zelfvergoding’ betekent en van een naam komt uit de Griekse mythologie, Narcissus – en als volgt wordt omschreven:



Psychische aandoening die wordt gekenmerkt door een relatief starre, onaangepaste reactie op sociale gebeurtenissen. De patiënt is zich daarvan niet bewust en vindt zelf (meestal) dat hij/zij zich correct gedraagt. Het contact met de werkelijkheid is verder niet verstoord. Het onaangepaste gedrag leidt echter vaak tot ernstige problemen in de privé- en werksfeer. Als de patiënt het probleem zelf onderkent (meestal uit persoonlijke frustratie) of er door anderen op wordt gewezen (meestal vanwege de last die zij er van hebben), krijgen anderen of de omstandigheden gewoonlijk de schuld. *)



Hier een ‘psychische aandoening’ genoemd, maar in de Bijbel gewoon de zonde van het vlees genoemd. Er zitten in de omschrijving wel veel herkenbare dingen, die bijna iedereen binnen de eigen gezichtskring dagelijks kan waarnemen. Het zijn de herkenbare dingen die passen bij de zondige mens. Dingen die door Gods Woord worden ontmaskerd en waarvoor in het Evangelie een oplossing wordt aangeboden.

De extreme vorm van individualisme krijgt ook wel de naam ‘egofilie’ – zelfl iefde. Het wordt o.a. als volgt omschreven: Verliefdheid op en/of seksueel opgewonden raken door zichzelf. Bij egofilie is sprake van een abnormaal positief oordeel over zichzelf (-ego)*).



De bekende psycholoog, Dr. Van den Aardweg ziet zelfliefde als oorzaak van homoseksualiteit. Zelfliefde leidt tot ‘zelfbeklag’ en veroorzaakt een neurotische scheefgroei. Vooral door de druk van de media is dit vandaag echter niet meer bespreekbaar en moeten we allemaal mee in de mallemolen van het zogenaamde moderne denken. Acceptatie van homoseksualiteit (het homohuwelijk en reclame voor de gayparades) toont de scheefgroei van onze hele Westerse cultuur en luiden haar ondergang in. We leven in een stervende eeuw. De ongebreidelde vrijheidsdrang van het individu, leidt in kerk en samenleving tot een steeds verdere afbraak van allerlei verbanden. Te denken valt hier in het bijzonder ook de verbrokkeling van het huwelijk door echtscheiding. Maar ook het in toenemende mate ontbreken van respect voor de ander. We zijn ver van huis geraakt. De geest van de tijd, de geest van deze wereld, is als een alles verslindend monster over ons heen gekomen.



Omdat dit ook een ontwikkeling is in de christenheid, moeten we altijd weer zoeken naar bijbelse antwoorden. De tekstschrijver en componist Charles A.E. de Groot van het mooie en bekende lied “Samen in de Naam van Jezus” (Opwekking nr. 167) moet dit ook al in gedachten hebben gehad toen hij het lied “Jezus leeft in eeuwigheid” schreef. Het refrein eindigt met “Hij is de Heer van mijn leven”, maar het lied – over de Wederkomst van Christus – eindigt met “Hij is de Heer van ons leven”. Het onderwijs van de Schrift is steeds weer gericht op de Gemeente als gemeenschap. Wie waarlijk tot het levende geloof in Christus is gekomen, de Heilige Geest heeft ontvangen en leeft uit en door Hem, kan niet anders dan de gemeenschap zoeken met andere gelovigen, om samen te beleven wat men belijdt. De kracht van de kerk vandaag, moet gezocht worden in het “Samen met alle heiligen…”. De andere kant van dit woord is: scheuring, verdeeldheid en het eigen gelijk. Dit woord staat in relatie tot het voorafgaande: “Geworteld en gegrond in de liefde” (Ef. 3:17).



Tegenover de volstrekte liefdeloosheid van het individualisme staat het bijbelse geheim van het geloof: de goddelijke liefde. Deze is uitgestort in onze harten door de Heilige Geest (Rom. 5:5). Als we binnen de gemeente van Christus een antwoord zoeken op de vragen waarvoor het individualisme ons stelt, dan is dat antwoord: Liefde. Tegenwoordig lijkt dat woord vertaald te worden met seks, maar daar heeft het niets mee te maken. Het is de zelfopofferende liefde, die van God komt. Jezus Christus heeft aan die liefde gestalte gegeven, door zichzelf te geven in de dood voor hen, die zijn vijanden waren. Dat is de ware liefde. “Zij zoekt zichzelf niet” (1 Cor. 13). Zij zoekt de ander en diens belang. Zij zoekt de gemeenschap der heiligen. Zij geeft gestalte aan de gemeente van Christus als gemeenschap van liefde.

Soms zijn we daar ver vandaan, soms mogen we er iets van beleven. Dat zijn de betere momenten.



Nog maar kortgeleden vierden we het Pinksterfeest. Van de eerste christenen lezen we dat ze ééndrachtig waren in eenvoud en blijdschap en… de Here God werkte mee in de evangelieverkondiging met wonderen en tekenen. Wat geweldig om te lezen. Ze stonden in de gunst bij het hele volk. Een kerk, zou je kunnen zeggen, die in de maatschappij bijzonder werd gewaardeerd. Daar moet ook Paulus aan gedacht hebben, toen hij erop wees dat we “geworteld en gegrond zijn in de liefde”. Dat is een positie die de ware gelovige kent, omdat Christus in het hart woning heeft gemaakt. Dáár ligt het geheim. Ons wordt hier niets opgedragen, maar hier wordt onze positie geschilderd. In die positie – de positie van een christen in de verhouding tot de levende Christus – leidt tot het ‘Samen met alle heiligen…’. In de gemeenschap van de Heilige Geest vinden we de antwoorden tegen het alles slopende individualisme. We gaan leren ons zelf te geven, in plaats van ons gelijk te halen. We zoeken niet het gefit om futiliteiten, maar we zoeken het genot van de kennis van Christus. Het ware kenmerk van de mens die veranderd, bekeerd, wedergeboren, vernieuwd is door de Heilige Geest, ligt daarin. Niet in de hoeveelheid kritiek die hij heeft op de ander, hoe terecht die misschien in de juridische zin ook is. Een echte christen hoeft geen gelijk meer te hebben. Hij zoekt dit ook niet, hij zoekt de ander en zijn belang. Mag dat in deze tijden van verval en de zucht naar eigenbelang steeds meer het medicijn worden onder ons.



Feike ter Velde