Schepping of evolutie?

drs. J.A. van Delden • 85 - 2009 • Uitgave: 8
Verbondenheid en verschil
Er is de laatste tijd veel opschudding over de vraag: schiep God de wereld in zes dagen (de opvatting van creationisten), of schiep Hij de wereld in de loop van miljarden jaren door een proces van evolutie (de opvatting van theïstisch evolutionisten)? Op grond van de Bijbel lijkt het antwoord niet moeilijk. Maar smaakmakers in orthodox-christelijke kring hebben het eerste standpunt verlaten, verdedigen de tweede opvatting, of neigen er toe (Cees Dekker, Andries Knevel, Willem Ouweneel). Hoe moet je daar mee omgaan? Er is verbondenheid door het geloof in de verlossing in Jezus Christus. Dat staat centraal. Maar er is ook een verschil van mening op een onderdeel van ons geloof. Waarom maken velen zich daar zo druk over? Er zijn toch veel meer verschillen binnen Bijbelgetrouw Nederland waarin we elkaar verdragen? Wat maakt dit verschil zo anders?

Twee soorten verschil
Om dat duidelijk te maken onderscheid ik twee soorten van verschil over wat we geloven.
In de eerste plaats is er verschil over de uitleg van de Bijbel, waarbij we de Bijbel aanvaarden als het Woord van God. De Bijbel heeft het hoogste gezag en de uitleg van de Bijbel mag niet ondergeschikt gemaakt worden aan buiten-Bijbelse gegevens. Het lijkt me dat dit karakteristiek is voor het ‘Sola Scriptura’ van de Reformatie, alleen de Schrift. Dit uitgangspunt is bepalend voor de vraag of je orthodox, Bijbelgetrouw bent of niet. Verschillen op dit terrein vallen binnen wat wel genoemd is ‘de oecumene van het hart’.
Maar in de tweede plaats is er ook verschil van mening tussen christenen waarbij het gezág van de Bijbel in het geding is. Stel, iemand verwerpt een deel van de Bijbelse openbaring omdat die in strijd is met bijvoorbeeld ‘de archeologie’ of ‘de natuurwetenschap’. Dan is er een principieel verschil van mening. Het gaat dan niet om een uitleg van de Bijbel, maar om de grondslag van die uitleg. Hier gaat het verschil om de grondslag van het geloof!
Vele orthodoxe christenen menen dat het bij het theïstisch evolutionisme inderdaad gaat om zo’n principieel verschil van mening. Dat verklaart de hevigheid van de reacties.
Maar valt aannemelijk te maken dat dan inderdaad het gezag en de betrouwbaarheid van de Bijbel in het geding is?

Twee openbaringen van God
In Psalm 19 lezen we in het eerste deel dat de schepping spreekt van God en hetzelfde komen we tegen in Romeinen 1 vanaf vers 18. Maar in het tweede deel van Psalm 19 lezen we dat God Zich ‘volkomener’ openbaart in Zijn Woord. Dezelfde gedachte komen we tegen in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 2. Je kunt in dat verband terecht spreken van de Scheppingsopenbaring en de Woordopenbaring. In de eerste is God openbaar, spreekt Hij zonder woorden, toont Hij wie Hij is. In de tweede openbaart Hij Zich in ronde taal.
Deze twee openbaringen zijn echter niet gelijkwaardig! Het boek van de natuur moet gelezen worden in het licht van de Heilige Schrift.

Wat ik zie gebeuren bij de theïstisch evolutionisten is het volgende. Ze menen: de natuurwetenschap onthult dat de wereld ontstaan is door evolutie en ze geloven dat God de wereld geschapen heeft in de loop van miljarden jaren door dat proces van evolutie. Dat is de evolutietheorie met een soort christelijke verdieping. De evolutietheorie zien ze dan als openbaring van God. Die openbaring kan natuurlijk niet in strijd zijn met wat we in de Bijbel lezen. Dan moeten we nog maar eens kijken of we de Bijbel zo kunnen uitleggen, dat we kunnen vasthouden aan de evolutietheorie. En waar een wil is, is een weg. Er blijken vele mogelijkheden te zijn in de plaats van de voor de hand liggende uitleg.
Ik heb begrip en zelfs een zekere mate van waardering voor deze benadering. Er is een conflict tussen een schepping in zes dagen en een miljarden jaren durende evolutie. We denken dat de evolutietheorie onomstotelijk vast staat. We willen niet de Bijbel (helemaal) loslaten. Laten we het dan maar een beetje doen. En dan op een manier waarbij geen onaanvaardbare schade wordt toegebracht aan ‘de structuur en inhoud van het christelijk geloof’.
Niettemin verwerp ik deze aanpak hartgrondig. Ze berust op een overschatting van de wetenschap en een gebrek aan vertrouwen in Gods openbaring in de Bijbel.

De theologie als rookgordijn
Laat ik degenen die geloven in de juistheid van de evolutietheorie ‘natuurgelovigen’ noemen in tegenstelling met ‘Bijbelgelovigen’. Bij de eersten heeft, als het er op aankomt, de natuurwetenschap het laatste woord, bij de Bijbelgetrouwen de Bijbel.
De natuurgelovigen zoeken de rechtvaardiging voor hun benadering bij de theologen. Kunnen die duidelijk maken dat de Bijbel ruimte biedt? Dat kunnen, willen en doen ze. De argumentatie is niet sterk, maar nogmaals, waar een wil is, is een weg.
Als je nagaat hoe in de loop van de geschiedenis Genesis 1-8 gelezen is, dan valt op dat tot ongeveer 1800 er in het algemeen grote eenstemmigheid was, dat Genesis een historisch betrouwbaar verslag geeft van de eerste week van deze schepping. De zes dagen zijn gewone dagen, de ouderdom van de aarde is 6000 tot 10.000 jaar. Weliswaar probeert men soms Augustinus of Calvijn voor het karretje van de theïstische evolutie te spannen, maar dat is vrij eenvoudig te weerleggen. Maar dan komt onder invloed van de geest van de Verlichting en het Darwinisme een nieuwe stroming op, waarbij allerlei oneigenlijke, gekunstelde exegeses de weg vrij maken voor aanvaarding van de evolutietheorie.
Sinds die tijd zijn er drie stromingen:
a. De lezing van theologen die de Bijbel historisch niet serieus nemen en die in ronde woorden verklaren dat het geen twijfel lijdt dat het gaat om zes normale dagen, een wereld met beperkte ouderdom en een zondvloed over de hele aarde (alleen vinden ze dat je dat natuurlijk niet moet geloven!). Een onverdacht getuigenis!
b. De lezing van (echt) orthodoxe theologen die op basis van de Schrift de Bijbel net zo lezen. Alleen geloven zij wel dat het waar is wat er staat.
c. En tenslotte de lezing van theologen, die via allerlei exegeses aan de klem van Genesis 1-8 trachten te ontkomen om maar ruimte te maken voor de evolutietheorie.
De laatsten komen vaak uit orthodoxe kring. Dat is begrijpelijk. Tenslotte willen ze zoveel mogelijk aan de Bijbel vasthouden. Ze zijn vaak op allerlei punten ook orthodox en claimen dat op grond daarvan hun exegese van Genesis 1-3 ook orthodox is. En hun volgelingen claimen dat die exegese wel orthodox moet zijn, gezien het (overigens vaak) uitstekende werk van die theologen. Het zal, hoop ik, duidelijk zijn, dat dit een denkfout is.

Een tweede rookgordijn
Als eenmaal de natuurwetenschap of archeologie als uitlegkundige norm geldt, blijft het niet bij Genesis 1. Uiteraard moet Exodus 20:11 ontkracht worden. Het ligt verder voor de hand dat Genesis 2 en 3 ook ver-huppeldepupt worden (vergeestelijkt, vermythologiseerd, versymboliseerd, als gedicht verbeeldspraakt, noem maar op).
De volgende stap is de geschiedenis van de wereldwijde zondvloed. Daar is ook echt geen ruimte voor in het geseculariseerde beeld van de geschiedenis van deze wereld. En zo kun je nog wel doorgaan. Maar dat blijft zo veel mogelijk buiten beeld. Want anders gaan de eenvoudige gelovigen in de gaten krijgen hoe desastreus het is als de Bijbel onder het juk van seculiere wetenschap door moet!
Waar ter wille van de beeldvorming de nadruk op gelegd wordt, is de vermeende orthodoxie. Enkele voorbeelden:
a. “Ik geloof van harte in de verlossing door het bloed van de Here Jezus.” “Geweldig, dat verbindt ons! Maar het gaat nu over een ander punt: het gezag van de Bijbel.”
b. “Ik geloof in Genesis 1!” “Geweldig, maar u bedoelt alleen het eerste vers, want de rest ziet u niet als historisch. Wat u daarvan ‘gelooft’ is een soort abstract theologisch geloof.”
c. “Ik ben Bijbelgetrouw en orthodox.” “Geweldig, maar op dit punt niet.”
d. “We geloven beiden in de Schepper.” ”Geweldig, maar u gelooft niet wat de Schepper openbaart over de schepping.”
Enzovoort. Een rookgordijn.

Ontwikkeling
Hoe heeft het zover kunnen komen? In de loop van 10 tot 15 jaar is er een stille revolutie gaande geweest, waarbij orthodox-christelijke organisaties van binnen uit zijn uitgehold. Het Nederlands Dagblad en de Evangelische Omroep schaamden zich in de 70-er jaren van de vorige eeuw niet voor het creationisme. Nu pretenderen ze een forum te willen zijn voor discussies tussen creationisten, ID-aanhangers, kosmologisch agnosten, theïstisch evolutionisten. Daarbij wordt in de praktijk de minste ruimte gegeven aan de creationisten.
Het valt te hopen dat de zwijgende Bijbelgetrouwe meerderheid in beweging komt en zich niet langer in een hoek laat drukken.
Gelukkig bieden het Reformatorisch Dagblad, een organisatie als Bijbel en Onderwijs en een blad als De Oogst nog tegenwicht. Er zijn een behoorlijk aantal (kleine) creationistische organisaties die uitstekend werk verrichten. Verheugend is dat de Studiebijbel Oude Testament nog Bijbelgetrouw is, evenals het onderwijs van de oudtestamenticus prof. Koorevaar in Leuven. Bovendien wordt de interne kritiek van wetenschappers op de evolutietheorie steeds sterker. Toen ik de serie ‘Adam of aap?’ maakte, was de opvatting algemeen dat het ontstaan van het eerste leven heel aanvaardbaar was op wetenschappelijke gronden. Nu wordt ronduit toegegeven dat er (nog) geen schijn van bewijs voor is.
In het licht van het bovenstaande is het verwonderlijk, dat het theïstisch evolutionisme niet veel meer ingang heeft gevonden. Als 60% van de EO-achterban nog gelooft dat God in zes dagen de wereld schiep, is dat een heel ander beeld dan wat de koers van de EO lijkt te suggereren. En opvallend is ook, dat buiten de orthodox-protestantse kring zoveel openheid blijkt voor een schepping door ‘een God’ of ‘Iets’. Wat dat betreft is de verspreiding van de brochure over Schepping of evolutie? niet alleen een bijzonder moedige daad van een klein aantal mensen, maar ook een getuigenis voor heel Nederland over de taal die de schepping spreekt!

Drs. J.A. van Delden