Scholen onder druk

Dirk van Genderen • 84 - 2008 • Uitgave: 23
Minister Plasterk vindt dat scholen geen docenten mogen weren vanwege hun homo-zijn. “Een school die een docent ontslaat wegens zijn geaardheid, krijgt absoluut met mij te doen.”
Hij zei dit onlangs in het kader van de eerste, door hemzelf uitgeroepen landelijke Coming Out Dag voor homoseksuele jongeren. In feite was het een verdere aanscherping van zijn opmerkingen de afgelopen tijd richting christelijke scholen.
Zijn tactiek is duidelijk: eerst het prijzen van christelijke (inclusief reformatorische en evangelische) scholen vanwege hun aandacht voor homoseksualiteit, om er vervolgens aan toe te voegen dat er op dergelijke scholen ook alle ruimte moet zijn voor praktiserende homoseksuele leerkrachten. De minister weet natuurlijk heel goed dat dit zeer gevoelig ligt op veel scholen en dat zijn opmerkingen behoorlijk provocerend zijn.

Fractieleider Slob van regeringspartij ChristenUnie liet weten dat de vrijheid van godsdienst en onderwijs in het gedrang komt. Hij noemde het ‘gemorrel’ aan het recht van scholen om een eigen personeelsbeleid te voeren. Plasterk stelde kortgeleden in een brief aan de Tweede Kamer dat homoseksuele docenten niet mogen worden geweerd, ook niet als zij een relatie hebben.

Homoseksualiteit lijkt wel het speerpunt van deze minister te zijn. En waarom eigenlijk? Waarom wil hij christelijke scholen dwingen praktiserende homoseksuele leerkrachten in dienst te houden of te nemen?
Er zijn gelukkig nog tal van scholen die vast willen houden aan het Bijbelse besef dat het samenwonen en -leven van twee homoseksuele mannen of twee lesbische vrouwen duidelijk wordt afgewezen in de Schrift.
Spreekt minister Plasterk, wanneer hij het weer eens over homoseksualiteit heeft, namens het hele kabinet of is het zijn persoonlijke ‘speeltje’?
Ondertussen zit de ChristenUnie in een lastig parket, lijkt het. En van de kant van het CDA blijft het helaas ook opmerkelijk stil.
Komt er een moment dat de ChristenUnie duidelijk partij kiest? En hopelijk het CDA ook? En dan graag verdergaande stappen dan in een interview of een spreekbeurt stellen dat Plasterk te ver gaat.

Natuurlijk, deze kwestie ligt heel gevoelig. Dat begrijpt iedereen. Voor christelijke scholen staat er veel op het spel. Blijven ze de vrijheid houden om trouw te zijn aan het Woord van God?
Dan kan een minister wel vinden dat de homoseksuele leerkracht totale vrijheid moet hebben, maar waarom zou de school dan beperkt moeten worden in haar vrijheid? Vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting zijn toch ook een groot goed?

En natuurlijk, het gaat niet om de afwijzing van de homoseksuele medemens, of het nu een leerkracht of een leerling is. Maar een christelijke school, of welke andere christelijke instelling dan ook, mag toch wel het praktiseren van homoseksualiteit afwijzen? Omdat de school trouw wil blijven aan haar christelijke identiteit, die ze baseert op het Woord van God.

Toch past deze ontwikkeling wel in de tijd waarin we leven. Christenen die trouw willen blijven aan het Woord van God, ja aan God Zelf, zullen er steeds meer rekening mee moeten gaan houden, dat dat weerstand op gaat roepen. Dat moet ons niet al te zeer verbazen. De Here Jezus heeft het immers al voorzegd: ‘In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen’ (Joh. 16:33).
En een hoofdstuk eerder lezen we: ‘Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld’ (Joh. 15:19).

Het zou wel eens kunnen zijn dat we een tijd tegemoet gaan, waarin we het moeten gaan leren, wat de apostelen hadden geleerd in tijden van vervolging: ‘Zij dan gingen uit de Raad weg, verblijd, dat zij verwaardigd waren ter wille van de Naam smadelijk behandeld te zijn’ (Hand. 5:41). En wanneer we, door Gods genade, hebben geleerd om zo te reageren als de apostelen, dan zullen we standvastiger worden in het volgen van de Here Jezus, wat het ons ook zou kunnen gaan kosten.

Laten we daarom niet al te zeer ‘ach en wee’ roepen over de bedreigingen die we aan zien komen, maar laat dit ons uitdrijven naar de Here Jezus. Laten we ons erop voorbereiden dat de tijden voor ons moeilijker zullen worden, maar laten we tegelijk ons vertrouwen volledig stellen op de Here Jezus. Bij Hem zijn we veilig, wat ons ook te wachten staat.
Als we Hem kennen, zijn we immers burgers van een rijk in de hemelen, van waaruit we de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten (Fil. 3:20).

Dirk van Genderen