Spreuken 4:18

Els ter Welle • 82 - 2006/07 • Uitgave: 25
‘Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht dat steeds helderder straalt tot de volle dag’ Spreuken 4:18



Enkele weken geleden vierden we Oud en Nieuw. De klok had maar net twaalf uur geslagen toen het spektakel in onze straat van alle kanten losbrak. Het ene mooie vuurwerk na het andere kleurde met prachtige tinten de donkere hemel. Het steeg op in alle hevigheid, om na een korte schittering weer definitief te verdwijnen.

Hoe anders is het licht waarover onze tekst spreekt. Dat is niet het licht van een vuurpijl of van een meteoor, dat even spoedig verdwijnt als het verschijnt. Het is een toenemend licht. Het schijnt niet ineens volop, maar langzaam, steeds meer, tot het volop straalt. Met zo’n licht wordt de weg van de rechtvaardige vergeleken. Mooi is dat!



Sommige mensen vertellen over een geweldige geestelijke ervaring, maar als daarna het gewone leven weer aanvangt met zijn zorgen en problemen, dooft het licht. Ze hebben dan weer opnieuw een ‘kick’ nodig. Dat lees ik hier niet. Ik zie hier dat de weg van de gelovige een gestadig opgaande lijn is. Dat betekent niet dat er geen ups en downs zijn in het leven van de rechtvaardige.



Ik kan me nog als de dag van gisteren herinneren dat we in de jaren zestig op bezoek gingen bij een jong-gelovige vrouw. Ze was helemaal in de wolken en vertelde ons enthousiast: ‘Ik heb zo’n zegen ontvangen, want Corrie ten Boom zat in de put…’. Ze had net die morgen een gebedsbrief van haar gelezen waarin tante Corrie schreef dat ze door een donkere en sombere periode was gegaan. Deze vrouw was enorm bemoedigd, dat Godsvrouwen als Corrie ten Boom ook hun strijd en moeite hebben. Het grote geheim is echter dat ze er niet in blijven steken. Ze komen erdoor heen. En daarna schijnt hun licht des te helderder.



Spreuken 24:16 zegt: De rechtvaardige valt zeven maal, doch staat weer op.’ Mijn man zei altijd over deze tekst: overwinnen is één keer meer opstaan dan vallen. Dan heeft niet de nacht het laatste woord, maar de dag!



Els ter Welle