Spreuken 5:15-19 (II)

Els ter Welle • 84 - 2008 • Uitgave: 14/15
‘Drink water uit uw eigen regenbak en welwater uit uw eigen bornput. Zij moeten voor u alleen zijn, niet voor vreemden nevens u. Uw bron zij gezegend, verheug u over de vrouw van uw jeugd: een liefelijke hinde, een bekoorlijke ree; laat haar boezem u ten allen tijde vreugdedronken maken, wees bestendig verrukt over haar liefkozingen.’
Spreuken 5:15-19


Joost van den Vondel, de Nederlandse prins aller dichters (1587-1679) heeft op onnavolgbare wijze, een schitterend gedicht geschreven over het huwelijk. Ik wil het graag met u delen:

Waer werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw
Ter weereld oit gevonden?
Twee zielen gloende aen een gesmeed,
Of vast geschakelt en verbonden
In lief en leedt.
De band die ‘t harte bind
Der moeder aen het kind,
Gebaert met wee en smarte,
Aen hare borst met melck gevoed,
Zoo lang gedraegen onder 't harte,
Verbind het bloed;

Noch sterker bind de band
Van ‘t paer, door hand aen hand
Verknocht, om niet te scheiden,
Na dat ze jaeren lang gepaert
Een kuisch en vreedzaem leven leidden,
Gelijck van aerd.

Daer zoo de liefde viel,
Smolt liefde ziel met ziel
En hart met hart te gader.
die liefde is stercker dan de dood.
Geen liefde koomt Gods liefde nader,
Noch schijnt zoo groot.
Geen water bluscht dit vuur,
Het edelst dat natuur
Ter weereld heeft ontsteecken.
dit is het krachtigste ciment,
Dat harten bind, als muuren breecken
Tot puin in 't end.


De Rooms Katholieke kerk ziet het huwelijk als een sacrament. Ik denk dat dit juist is. Het is een heilige instelling van God, waarin het de bedoeling is dat het huwelijk een weerspiegeling is van de relatie van Christus tot Zijn gemeente: ‘Mannen hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft. Zo! zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het, zoals Christus de gemeente. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en de gemeente.’ Efeze 5:25v.

Wat een enorme hoge roeping!

Els ter Welle