Spreuken 7:2 (7)

Els ter Welle • 86 - 2010 • Uitgave: 13
Spreuken

‘Bewaar mijn geboden en leef. En mijn onderwijzing als uw oogappel.’
Spreuken 7:2


Dé manier om Zijn geboden te bewaren, is om zorgvuldig naar Gods Woord te leven. Maar dan is het wel belangrijk te weten hoe we de Schrift moeten verstaan. Daarbij is er één heet hangijzer: is de Bijbel cultuurgebonden? Zijn er gedeelten die alleen betekenis hebben voor de tijd van toen? Absoluut niet, maar velen denken van wel. Dat is echter helemaal in tegenstrijd zijn met 2 Timotheus 3:16,17 waar staat: ‘Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en is belangrijk voor de opbouw van ons christelijk leven.’

Gods Woord is inderdaad geschreven in een bepaalde cultuur en tijd. Het is cultuurgekleurd. Maar het unieke is, dat dit cultuurgekleurde Woord niet cultuurgebonden is! Soms moeten we wel even door het culturele jasje heen prikken om de les die God ons wil leren te verstaan. Gelukkig is de kern van het Evangelie heel enkelvoudig: Allen hebben gezondigd, door genade worden we behouden, we moeten de zonde afleggen. Wat toen zonde was, is nu ook zonde. Dat is duidelijk. Maar soms zit Gods boodschap verpakt in een culturele context die vreemd is aan de onze. Als het bijvoorbeeld gaat over het eten van offervlees in een afgodentempel*, is dat in onze cultuur een onbekende situatie. Nu komt het erop aan de boodschap van dit Bijbelgedeelte te vinden en het op onze tijd en omstandigheden toe te passen.
Een gemakkelijk voorbeeld is het verhaal over de voetwassing.** Men deed dat bij gasten omdat men in die tijd met blote voeten, in open sandalen liep over zeer stoffige wegen. De Here Jezus doet dit ‘minne’ karweitje bij Zijn discipelen en zegt: ‘Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen’. Gehoorzaamheid aan deze woorden, betekent nu niet het kopiëren van de gewoonte van die tijd. We moeten kijken naar het innerlijke principe en dat is duidelijk: we moeten bereid zijn om nare klusjes voor elkaar op te knappen, we moeten elkaar dienen.
Zo zegt Petrus dat vrouwen het voorbeeld van Sara moeten volgen: zij gehoorzaamde haar man en noemde hem heer. *** Moeten wij terug naar die aloude tijden en onze man heer gaan noemen? Nee. De innerlijke kern geldt echter voor vrouwen van alle tijden: ‘een vrouw moet ontzag hebben voor haar man’.

De Bijbel is Goddelijke openbaring, die dwars door een cultuurvorm heen, tot ons spreekt vandaag. Laten we deze kostbare schat koesteren en bewaren!

Els ter Welle

* 1 Korintiërs 8
** Johannes 13:14
*** 1 Petrus 3:6