Stromingen in de islam

Henk Schouten • 83 - 2007 • Uitgave: 15
Stromingen in de islam



Er zijn, denk ik, geen godsdiensten waar geen scheuringen of tegenstellingen worden gevonden. De Here Jezus bad al heel nadrukkelijk voor eenheid in de gemeente. Helaas is die eenheid in ieder geval organisatorisch ver te zoeken en ook praktisch gezien staan broeders en zusters soms ver uiteen. Ik vind het altijd weer zo bijzonder wanneer broeders en zusters op Het Brandpunt samen zijn. Daar valt die verdeeldheid ineens weg en de gemeenschap der heiligen wordt ervaren soms door mensen van zeer diverse kerkelijke achtergrond.



Ook onder volgelingen van Mohammed vinden we die verdeeldheid. Mohammed voorspelde ergens: De Joden gingen in 71 richtingen, de christenen in 72, jullie zullen in 73 richtingen uiteengaan. Het opmerkelijke is dat onder islamieten hetzelfde gevonden wordt als onder christenen. Ik bedoel, christenen hebben veel oude heidense gebruiken omgebouwd tot ‘christelijke’ elementen. Het kerstfeest is daar de belangrijkste van, dat is het oude Germaanse midwinterfeest. Zo hebben ook de islamieten veel oude gewoonten en vormen in hun geloofssysteem opgenomen. Wij kennen de ‘beeldenstorm’, in de reformatie gingen protestanten en katholieken uiteen.



Vlak na Mohammeds dood (632) vond in de islam het eerste schisma plaats. De vraag was hoe de opvolging geregeld moest worden. Er waren twee mogelijkheden, verkiezing van een nieuwe leider of door middel van erfopvolging. Daaruit zijn de twee hoofdstromen voortgekomen, waarvan u de namen bijna dagelijks in het nieuws hoort. De Soennieten waren voor verkiezing van de kalief, de Sjiieten stelden dat de titel erfelijk bepaald was. Verreweg de grootste groep van de Moslims behoort tot de Soennieten (80-90%).



Dit schisma was eerst meer een politieke aangelegenheid rond de vraag hoe de opvolging van Mohammed geregeld moest worden. Geleidelijk kwamen er ook andere verschillen, die duidelijk meer religieus van aard zijn. De Sjiieten zijn doorgaans wat orthodoxer in hun opvattingen.

De eerste vier kaliefen die na de dood van Mohammed regeerden, worden door soennitische moslims de rechtgeleide kaliefen of rasjidoen genoemd. Het tijdperk van de 'rechtgeleide kaliefen' duurde van 632 tot 661. De eerste kalief in de islam was Aboe Bakr, de schoonvader van Mohammed. Hij begon de grote Arabische veroveringen, waarbij niet lang na de dood van Mohammed het hele Arabisch Schiereiland onderdeel werd van het eerste kalifaat.

De tweede kalief was Omar, dit was de keuze van Aboe Bakr. Omar breidde het islamitische rijk verder uit door delen van het Byzantijnse Rijk te veroveren zoals Egypte, Palestina en een groot deel van Syrië. In deze tijd werden eveneens het resterende deel van Mesopotamië en het westen van Perzië door de Arabieren veroverd. Uthman werd vlak voor Omars dood als derde kalief gekozen. Omtrent de opvolging van Uthman bestond echter veel onenigheid en volgend op een opstand in 656 werd hij vermoord, volgens de overlevering terwijl hij de Koran aan het lezen was. Die Koran wordt momenteel bewaard in Tasjkent. Mohammeds neef en schoonzoon ‘Ali’ was de vierde en laatste rechtgeleide, kalief. De soennieten kennen weer vier stromingen die verschillen in toepassing en ontwikkeling van de gedragsleer. Deze gedragsleer (wat je wel of niet mag of moet doen) is in de islam van hetzelfde niveau als bij christenen de geloofsleer.

Ook bij de sjiieten ontstonden verschillende richtingen. Onder hen vormen de twaalvers de grootste groep. Een belangrijke vertegenwoordiger van die groep is de Iraanse president Ahmadinejad. Er wordt zelfs gesuggereerd dat hij zichzelf als de twaalfde imam beschouwd. Deze twaalfde imam zal ook de hele wereld islamiseren, dat is: aan Allah onderwerpen. De geschiedenis vertelt dat er twaalf imams zijn geweest, de laatste werd in 939 verborgen, omdat men bang was dat hij gedood zou worden. Deze zal dus op een zekere dag terugkomen. Tot die dag zijn het de ayatollahs (de schriftgeleerden) die de taken van de imam vervullen. Andere sjittische stromingen zijn de zogenaamde alawieten en zayditen.

Wanneer we meer gaan begrijpen van het karakter van de islam, dat onderwerping betekent, gaan we ook begrijpen dat er velen uit al die stromingen zijn, die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden. Veel stromingen hebben moeite de andere groep te erkennen en een plaats naast hun eigen richting te geven. Zonder die verdeeldheid zou de islam pas echt een vreselijke en gevaarlijke macht worden voor de rest van de wereld, Joden en christenen in het bijzonder. Nu hebben ze het dikwijls te druk met de interne verschillen en de machtsstrijd die daarbij gaande is.



De verscheidenheid die er is, maakt het ook moeilijk te spreken over ‘de moslim’, net zo min als je kunt spreken over ‘de christen’. Want is die christen katholiek, orthodox of protestant; fundamentalist of vrijzinnig; reformatorisch of evangelisch? Toch moest ik denken aan een gesprek met een moslim dit voorjaar. Hij verzekerde me dat er wezenlijk geen verschil is tussen moslims, maar dat alle varianten van de islam toch één zijn in doel en bedoeling.

Kunnen we dat ook van al die varianten binnen ons christelijk geloof zo stellen, dan pas zou het christendom een geweldig getuigenis kunnen geven.



Ds. Henk Schouten