Tsedeq - 'De Here onze gerechtigheid'

Gieneke van Veen-Vrolijk • 84 - 2008 • Uitgave: 2
Wie bekend is met de inhoud van de Schrift, weet dat daarin woorden, uitdrukkingen voorkomen die als ‘Bijbelse begrippen’ aangemerkt kunnen worden. Dergelijke termen worden - ook in de vertaling - als belangrijk herkend, als sleutelwoord of kernbegrip waarvan de betekenis vaak bepalend is voor het juiste verstaan van een bepaald Bijbelgedeelte.

Binnen deze groep ‘Bijbelse begrippen’ neemt ‘rechtvaardigheid’/‘rechtvaardiging’, ‘gerechtigheid’ een zeer belangrijke plaats in. Dankbaar ben ik voor de vraag die mij hierover werd aangereikt, omdat dit begrip ‘gerechtigheid’ een verstrekkende, veelomvattende betekenis heeft, die ons bepaalt bij de rijkdom en diepgang van Gods Woord.
In de Oudtestamentische tekst komt (523 maal) een vorm van de Hebreeuwse stam ‘tsadaq’ voor, waarvan de oorspronkelijke grondbetekenis is: recht, juist zijn overeenkomstig een vaststaande norm. Deze basisbetekenis is aanwezig in de verschillende verwante woorden die tot deze stam behoren; in enkele besprekingen hopen we hieraan aandacht te besteden.

Twee parallelle woorden drukken het begrip ‘gerechtigheid/rechtvaardigheid’ uit. We richten ons eerst op het woord ‘tsedeq’ (uitspraak: tsédek), te vertalen met: rechtvaardigheid, gerechtigheid, recht, juistheid. Uitgaande van de grondbetekenis van bovengenoemde stam ‘tsadaq’ duidt ‘tsedeq’ op dat wat recht/juist is overeenkomstig de Goddelijk gestelde standaardnormen die in het Oude Testament zijn omschreven en bepaald; dit houdt in dat ‘tsedeq’ duidt op wat in overeenstemming is met de normen en bepalingen die uitdrukking zijn van Gods aard en wil.
Zo beveelt God het gebruik van weegschalen, weegstenen en efa van ‘tsedeq’, ofwel eerlijke weegschalen, gewichten en inhoudsmaten (Lev. 19:36; Deut. 25:15). Rechters dienen in/naar ‘tsedeq’ te oordelen (Lev. 19:15). God heeft ‘tsedeq’/gerechtigheid lief, maar goddeloosheid haat Hij (Ps. 45:8; vgl. 11:7). ‘Tsedeq’/gerechtigheid beschrijft dat wat God beveelt (Ps. 119:138). Leven naar Gods ‘tsedeq’/gerechtigheid omvat alle aspecten van het leven, maar geldt bijzonder op geestelijk gebied. God vraagt ‘offers van tsedeq’, ofwel ‘juiste/rechte offers’ (Deut. 33:19): “…offert offers van ‘tsedeq’/gerechtigheid en vertrouwt op de HERE” (Ps. 4:6); dat zijn de offers die Hem behagen (Ps. 51:21).

Het woord ‘tsedeq’/rechtheid vinden we in de eigennaam ‘Tsidkiyyahu’ (Sedekia): de HERE is mijn gerechtigheid (2Kon. 24:17; 1Kron. 3:15). Deze naam komt veelvuldig voor in Jeremia, vooral in hoofdstukken 32-39 en 52.
God zelf is de norm van alle ‘tsedeq’/gerechtigheid. ‘Tsedeq’/gerechtigheid is het fundament van Gods troon (Ps. 89:15; 97:2). Daarom kan de HERE “de hemel ‘tsedeq’/gerechtigheid doen regenen…” (Jes. 45:8; Hos. 10:12). Zijn ‘tsedeq’/rechtvaardigheid kijkt neer uit de hemel (Ps. 85:12b) en die hemelen verkondigen het (Ps. 50:6; 97:6).

Gods ‘tsedeq’/gerechtigheid wordt vaak genoemd in samenhang met Zijn genade en heilshandelen. Zijn rechterhand - beeld van actie en kracht - is gevuld met ‘tsedeq’/gerechtigheid (Ps. 48:11). God zegt tot Israël en tot wie Zijn heil en ‘tsedeq’/gerechtigheid zoekt: “…Ik ben met u… Ik steun u met de rechterhand van Mijn ‘tsedeq’/recht…” (Jes. 41:10). De Schrift deelt mee dat Here God de enige bron is van eeuwige ‘tsedeq’/gerechtigheid voor de verloren mens, voor wie geloof in Jezus’ offer de Goddelijk bepaalde norm tot heil/behoud is. Jesaja leert ons dat Gods ‘tsedeq’/gerechtigheid parallel staat aan Zijn heil: “…Mijn ‘tsedeq’ is nabij, Mijn Heil gaat uit…” (Jes. 51:5a, 6b, 8c), zoals ook de Psalm zegt (Ps. 71:15). Dat is de ‘tsedeq’/gerechtigheid die Hij doet komen als het licht (Ps. 37:6) en waarvan de psalmist niet kan zwijgen (Ps. 40:10; 71:15, 16, 19). Laten ook wij niet zwijgen en het Jeremia nazeggen: “De HERE is onze ‘tsedeq’/rechtvaardigheid…” (Jer. 23:5,6).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk