Vertaling van de Godsnaam

ds. C. den Boer • 79 - 2003/04 • Uitgave: 15
Vertaling van de Godsnaam



De vrucht van de Reformatie was o.a. dat we de Bijbel kregen in onze eigen taal. Maar met de Bijbel in de landstaal kwam ook de vraag hoe de namen van God vertaald zouden moeten worden. Bij nieuwe bijbelvertalingen komt dat ook nu weer ter sprake. Ds. C. den Boer, voormalig studiesecretaris van de Gereformeerde Bond in de Hervormde kerk, heeft destijds aanbevelingen gedaan, hier verkort weergegeven.




De vertaling van de Naam van God die Zich aan Mozes openbaarde als de ‘Ik zal zijn’(JHWH) in een Nederlandse Bijbelvertaling is al heel lang een punt van discussie geweest. De Statenvertalers hebben die Naam weergegeven met HEERE (met hoofdletters en drie ‘e’s). Puntsgewijs zou ik de volgende argumenten willen aanvoeren om die traditie in stand te houden.



Een unieke en aanbiddelijke eigennaam

❏ JHWH is de eigennaam van een Persoon; geen soortnaam dus (zoals god). Er bestaat geen meervoud van.

❏ Met deze Godsnaam is JHWH onderscheiden van alle andere naamdragers. Er is niemand anders die zo heet. Hij is uniek.

❏ Bij het schrijven en uitspreken van een naam past ons de hoogste oplettendheid en opmerkzaamheid.



Openbaring van Gods hartsgeheim

❏ JHWH is een Naam met een betekenis om Zichzelf nader te verklaren (‘Ik verklaar u Mijn hartsgeheim’).

❏ In die Godsnaam ligt dus een oproep om Hem als de enige dienenswaardige God te (leren) kennen. Bij het noemen van die Naam is hun geloof in de God van het verbond (en Zijn beloften) versterkt en hun hoop, dat Hij hen nabij zou zijn in en verlossen uit al hun benauwdheden aangewakkerd.



Onuitsprekelijk, maar niet onvertaalbaar

❏ Joden spreken vandaag bij de lezing van de Tenach (het Oude Testament) de Naam JHWH niet uit. Zij blijven vol huiver staan voor het wonder dat in die Godsnaam is onthuld. Toch zwijgen zij niet geheel over wat God hen in die Naam van Zichzelf heeft geopenbaard en benoemen Hem, talen Zijn Naam om in ‘Adonai’ (niet ‘Adoni’ = mijn Heer).

❏ Het is nooit de bedoeling geweest van Israëls God om de openbaring van deze Godsnaam tot iets onverstaanbaars en/of iets onuitspreekbaars te maken. Dat moet de Joodse vertalers van het Oude Testament in het Grieks (de Septuagint) ertoe bewogen hebben om JHWH te ‘vertalen’ met ‘Kurios’. Hetzelfde hebben de schrijvers van het Nieuwe Testament (oorspronkelijk in het Grieks) gedaan, als zij zowel aan de God van Israël (JHWH) als aan Jezus Christus de naam ‘Kurios’ hebben gegeven. Zij hebben daarmee in de wereldtaal van die dagen beleden wat die God voor hen betekende.

❏ Evenmin als met ‘Adonai’ is met ‘Kurios’ alles gezegd over JHWH/ Jezus. Dat kan in feite ook nooit. Maar het moet wel de best haalbare benadering zijn.

❏ Ik ga er derhalve – om allerlei redenen - vanuit, dat het ongewenst is om JHWH onvertaald in een Bijbelvertaling op te nemen. Ook een weergave met alleen "J" schept de grootste onduidelijkheid. Verder stelt iedere poging om in onze vertaling van de Godsnaam een inhoudelijke omschrijving te geven van JHWH (bijv. met: de Naam, de Hemel, de Wezer, de Eeuwige, de Aanwezige, de Levende, de Barmhartige) ons voor onmogelijke leesproblemen, nog afgedacht van het feit, dat elke omschrijving slechts één bepaald accent legt. Hetzelfde geldt van een vertaling waarbij de naam van Jezus steeds wordt weergegeven met ‘JHWH redt’. M.i., als wij een passende inhoudelijke omschrijving zouden willen kiezen, komen wij het beste uit met het woord Heiland.

❏ Ik pleit echter op grond van het boven staande voor een vertaling van ‘Kurios’ (voor JHWH en voor Jezus). Voor het Nederlandse taalgebied weet ik geen betere omschrijving van dit woord ‘Kurios’ dan die van ‘Heer’, zijnde de meest letterlijke weergave van dit Griekse woord.



Associaties van een 'moderne' Bijbellezer

❏ De vraag is daarbij dan wel, hoe dit woord associeert. De boven genoemde associaties in de tijd rondom het begin van onze jaartelling en ook die uit de tijd waarin de Statenvertaling is ontstaan, zijn niet meer de huidige. Men zal ook zelfs moeten zeggen, dat in een geseculariseerde wereld als die van de 21e eeuw, het woord ‘Heer’ averechts associeert.



Nog afgedacht van het feit, dat gezagsverhoudingen totaal gewijzigd zijn, zal men moeten vaststellen, dat de moderne mens bij het woord ‘Heer’ geen herinneringen krijgt aan een hogere macht of goddelijk wezen. Het associeert veelal alleen met: een heer tegenover een dame, een heer in het verkeer en men gebruikt het woord hoogstens nog als beleefdheidsvorm. Dat het woord ‘Heer’ teveel refereert aan de voorstelling van God als man (en niet als vrouw), vind ik minder relevant. Mijn Bijbel maakt mij genoegzaam duidelijk, dat met de Naam HEERE geen mannelijke dominantie wordt gepredikt en dat in Hem in meerdere mate geborgenheid te vinden is dan bij een moeder. Vgl. Jes. 66:13 o.a.



Aanbevelingen

Op grond van het boven staande kom ik tot de volgende aanbeveling: vertaal het woord ‘JHWH/Kurios’ met: HEERE of HERE. Ik zie daar de volgende voordelen in: de stomme (laatste) E geeft onderscheid met het woord ‘Heer’ en associeert minder gemakkelijk met dingen die de moderne bijbellezer in zijn gedachten krijgt bij ‘Heer’. Het woord HEERE (HERE) is weliswaar niet direct thuis te brengen in het gedachtegoed van de bijbellezer die vreemd is aan of vervreemd is van de bijbelse grondbegrippen, maar kan hem wel herinneren aan het eigene en uitzonderlijke van deze God.

Het woord HEERE is door de Statenvertalers m.i. niet gekozen, omdat het in hun tijd zo optimaal associeerde, maar omdat zij taalkundig zo dicht mogelijk bij ‘Kurios’ wilden blijven en tegelijk het unieke, exclusieve en ‘eerbiedwaardige’ van JHWH (in Zijn onvergelijkbaarheid) daarin gehoord wilden hebben.

Daarom gaven zij ook de andere Hebreeuwse Godsnaam ‘Adonai’ - ter onderscheiding - weer met: Heere (kleine letters). Zo zijn uitdrukkingen als ‘het huis des Heeren’, ‘de zegen des Heeren’, ‘het gebed des Heeren’, ‘het jaar onzes Heeren’ en ‘de dag des Heeren’ staande uitdrukkingen geworden, die naar mijn beste weten vandaag bij niemand als vervreemdend overkomen, hoezeer ook de taalwetenschap rekening zal willen houden met de historische ontwikkeling van het woord HEERE. Van een echt hoge taaldrempel is hier geen sprake.

Het woord HEERE of HERE zal bij hen die in de traditie van de Statenvertaling leven, de grootst mogelijke herkenning geven. Het woord ‘heer’ of ‘HEER’ (met kapitale letters) heeft bij hen steeds iets oneerbiedigs aan zich gehad. Als de nieuwe Bijbelvertaling de Godsnaam JHWH vertaalt met HEERE of HERE, zal het vertrouwen in die vertaling op dit punt bevorderd worden. De voorlopig aangenomen spelling van HEER (met hoofdletters) is trouwens reeds een winst; overigens is het verschil met ‘Heer’ in de voorlezing van de Schrift in de gemeentesamenkomsten en thuis niet te horen. Bovendien – over associaties gesproken – blijft het bij onze tijdgenoten toch ook gedachten oproepen aan ‘onze lieve Heer’. En zo’n associatie zal geen moderne bijbelvertaler willen bevorderen. In de Nederlandse taal kan met het woord ‘HEERE’ of HERE beter de oorspronkelijke betekenis van ‘Kurios’ weergegeven worden dan in het Engels met ‘Lord’, dan in het Duits met ‘Herr’ of in het Frans met ‘Seigneur’en zelfs ook met het Latijnse ‘Dominus’.



Tenslotte: opdracht van de prediking, ook vandaag, is om te laten zien, hoe Hij - JHWH/ Jezus Christus - de enige dienenswaardige God is, die ons aan Zich verplicht heeft, omdat Hij ons schiep en in een verbondsbetrekking stelde, de Rechter en Verlosser, met Wie wij in een persoonlijke relatie mogen leven en die ons hele leven bepaalt.



ds. C. den Boer