Vragen - jrg. 75-07

ds. Theo Niemeijer • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 7
In de laatste hoofdstukken van het boek Ezechiël lezen we over de nieuwe tempel die in Jeruzalem herbouwd zal worden. Wanneer zal dit gebeuren en waarom worden er dan weer offers gebracht? Er is tijdens de nieuwe hemel en de nieuwe aarde toch helemaal geen tempel meer aanwezig? (H.E. te E)

Antwoord:
In Exodus 25:8 geeft de Here God reeds aan, in het midden van het volk Israël te „villen wonen: "En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen".

Allereerst werd de tabernakel gebouwd, de tent waarin de Here God onderweg naar het beloofde land woonde. Daarna bouwde Salomo de prachtige tempel op de tempelberg, de berg Moria, waar Abraham zijn zoon moest offeren, dezelfde plaats waar Arauna zijn dorsvloer had en waar het oordeel over Jeruzalem ophield. Het was de plaats, die de Here God Zelf aangewezen had, waar de tempel gebouwd werd. Nadat koning Nebukadnezar de tempel verwoestte en de Israëlieten gevangen meevoerde naar Babel werd de tempel ruim 70 jaar later weer opnieuw opgebouwd, maar lang niet zo groot en mooi als de tempel van Salomo. Onder leiding van Ezra vond deze herbouw plaats. De herbouwwas echter zeer teleurstellend voor degene, die zich de tempel nog in zijn oude glorietijd herinnerde. Deze tweede tempel werd vele jaren later door koning Herodes verfraaid om op zo'n manier in een goede verhouding met de Joden te komen. In deze tempel heeft de Here Jezus later geleerd. Dit is ook de tempel, die door keizer Titus omstreeks 70 na Chr. verwoest werd.

Tijdens de herbouw, o.l.v. Ezra, profeteerde o.a. Haggaï en Zacharia. Beide profeten hebben belangrijke profetieën gegeven over de toekomstige tempel, die in Jeruzalem gebouwd zou worden. Zo lezen we in Haggaï 1:10 'De toekomstige heerlijkheid van dit huis zal groter zijn dan de vorige, zegt de Here der Heerscharen", waarmee hij de teleurgestelde Joden bemoedigde, die zich de vorige tempel nog herinnerden! De toekomstige tempel, en daarmee de uiteindelijke tempel zal dus nog heerlijker, mooier, sierlijker zijn dan de prachtige tempel die koning Salomo bouwde.

In Zacharia 1:16 lezen we: "Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin gebouwd worden... en het meetsnoer zal over Jeruzalem gespannen worden". Het meetsnoer, waarover Zacharia het heeft, vinden we dan ook weer in de laatste hoofdstukken van Ezechiël terug: "...Een man met een linnen snoeren een meetroede in zijn hand" (Ezechië140:3).

Regelmatig komen we in de laatste hoofdstukken van Ezechiël de uitdrukkingen: 'meten, meetsnoer en opmeten' tegen. Het is duidelijk, dat het hier om de derde tempel gaat, die gebouwd zal worden, wanneer de Here Jezus als koning hier op aarde regeert. De prof eet Zacharia laat ons zien, dat de Here Jezus dan tegelijkertijd Koning en Priester zal zijn: 'Ja Hij zal de tempel des Heren bouwen en Hij zal met majesteit bekleed zijn en als heerser zitten op zijn troon" (6:13). Dit zal allemaal tijdens het Duizendjarig Vrederijk plaatsvinden: de Here Jezus zal hier op aarde als Koning, maar ook als Priester regeren. Tijdens dit Vrederijk zullen de aardse beloften aangaande het volk Israël vervuld worden en zal dit volk hier op aarde tot een wereldwijde zegen worden. Jeruzalem zal hier op aarde het centrum zijn, waar vanuit de zegen verspreid wordt. Zowel het Evangelie, als ook de materiële zegen zal dan vanuit de stad van de Grote Koning verspreid worden.

In deze derde tempel zullen nog wel offers gebracht worden, maar dan wel offers, die niet meer vooruitzien maar terugzien op het volmaakte offer: Christus als het Lam van God aan het kruis van Golgotha. Na dit Vrederijk dat, zoals de Bijbel ons duidelijk laat zien 1000 jaar hier op deze aarde zal duren, komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dan zal eerst deze aarde, waarop dit Vrederijk geweest is, vergaan. Op deze nieuwe hemel en deze nieuwe aarde zal geen tempel meer nodig zijn, want dan komt de hemel op de aarde en zal God voor altijd bij de mensen zijn.


In Zacharia 14:5 staat: "En de Here zal komen en alle heiligen met Hem". Wie zijn deze heiligen? Wanneer dit de gelovigen zijn, waar zullen zij dan gedurende het Vrederijk verblijven/wonen? Bevinden de gelovigen zich ook in het nederdalende Jeruzalem als bewoners van deze hemelse stad? (J.v.d.L te d.H.)

Antwoord:
Het Zoeklicht schrijft regelmatig over de opname van de gemeente. Een onderwerp, waarover vele predikanten, maar ook voorgangers van evangelische gemeenten, helaas, zwijgen. Toch is de Bijbel hier heel duidelijk over: "Ik zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben" Qohannes 14:3); "Met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht" (1 Thessalonicenzen 4:17). Het eerste dat de gemeente moet verwachten is deze opname, die in een oogwenk zal plaatsvinden. Voor Israël zal de wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg het eerste zijn, dat voor hen plaats zal vinden. We moeten dit niet met elkaar verwarren. Israël zal de Here Jezus als Koning op de Olijfberg ontmoeten, terwijl de gemeente de Here Jezus als Hoofd van het lichaam, of als hemelse Bruidegom in de lucht zal ontmoeten.

Wanneer Christus zichtbaar als Koning der koningen en Heer der heren terug zal komen, dan zegt de Bijbel, dat ook de gelovigen met Hem terug zullen komen. We kunnen dit o.a. in het aangehaalde vers uit Zacharia 14 lezen maar ook in b.v. Colossenzen 3:4 "Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid". Zijn wederkomst op aarde is dan ook onze wederkomst! Openbaring 19:14 gaat ook over ditzelfde onderwerp. Ook daar zien we de Here Jezus uit de hemel wederkomen, gevolgd door de heerscharen uit de hemel. Deze schare is gekleed met witte klederen, een teken van de rechtvaardige daden der heiligen (vs.8), waarmee heel duidelijk de gelovigen bedoeld worden.

Wanneer de gelovigen met Christus wederkomen, zullen ze een verheerlijkt lichaam bezitten. Met dit lichaam zullen ze niet op deze aarde wonen. Zoals de Here Jezus na zijn opstanding nog wel op aarde verscheen en veertig dagen zijn discipelen onderwezen heeft, maar toch niet hier op aarde in bv. kapernaüm woonde, zo zal de gemeente dan wel op aarde aanwezig zijn en met Hem regeren, maar in de hemel wonen. Voor hen die een verheerlijkt lichaam bezitten bestaat er dan ook geen tijd en ruimte meer! Het zou kunnen zijn, dat tijdens dit vrederijk het hemelse Jeruzalem boven de aarde zweeft, als een soort lichtstad en dat deze stad de plaats is, waar de gelovigen wonen en van waaruit ze met Christus over de aarde regeren. Wanneer dit zo is, dan moeten we Openbaring 21:9-22:5 chronologisch vóór 21:1-8 plaatsen. Verschillende bijbelleraren hebben deze visie. Wanneer we Openbaring 21:9-22:5 nauwkeurig lezen dan lijkt het er op, dat het hier om de periode tijdens het Duizendjarige Vrederijk gaat.


Wat bedoelt de Bijbel met Lucas 21:34-36 "Ziet dan toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud. En die dag plotseling over u komen als een strik...". En wat betekent het gedeelte uit 1 Corinthiërs 11:2933? (L.C. te S.)

Antwoord:
Het eerste bijbelgedeelte laat ons zien, dat we ons op de komst van Christus moeten voorbereiden. In bovengenoemd vers vinden we drie manieren, waardoor we onvoorbereid dit moment tegemoet gaan:
1. Een bezwaard (letterlijk afgestompt), ongevoelig hart.
2. Roes en dronkenschap
3. Bezorgdheid

Wanneer we ons leven door één van deze drie, bovengenoemde zaken, laten beheersen zal zijn komst als een strik ons overvallen.

Het tweede bijbelgedeelte, dat u aanhaalt heeft te maken met de heiligheid en de reinheid in de gemeente. We krijgen hier te maken met zonden, en dan met name met betrekking tot het Heilig Avondmaal. We zien hier, dat de Here Zelf zijn gemeente reinigt en tuchtigt. Het kan inderdaad voorkomen, dat gelovigen ziek worden als gevolg van een zondige wandel. Het bekende gedeelte uit Jacobus 5, waarin gesproken wordt over het gebed en de zalving van een zieke is hier een voorbeeld van. Velen zien in dit gedeelte over het hoofd, dat het hier in de eerste plaats over een gelovige gaat die als gevolg van een bewuste zonde ziek geworden is. Daarom staat er in dit gedeelte: "Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij vergeving ontvangt." Een juiste bijbeluitleg plaatst Jacobus 5 altijd binnen de pastorale context!

ds. Theo Niemeijer