Vragen - jrg. 82-04

ds. Theo Niemeijer • 82 - 2006/07 • Uitgave: 4
In Het Zoeklicht worden we nog wel eens gewaarschuwd voor het welvaartsevangelie dat via de TV in onze huiskamers gepresenteerd wordt. Moet ik daarbij denken aan het programma ‘The Hour of Power’? (M. v. B. te V.)

Antwoord:
Over dit programma zijn heel wat tongen losgemaakt. Velen zijn laaiend enthousiast, anderen zijn zeer kritisch.
Er wordt van ons verwacht dat we kritisch in deze wereld staan, want er komt zo veel op ons af! Met het onderscheidingsvermogen van de huidige generatie christenen is het zeer slecht gesteld. Het lijkt er op dat alles wat zich aandient als zoete koek aanvaard wordt. Er wordt steeds meer naar de verpakking gekeken en steeds minder naar de inhoud van de boodschap. Het is dan ook niet ongeestelijk om de huidige manier van verkondiging eens kritisch te bekijken. Niet om het te veroordelen, maar om het te toetsen. Er staat niet voor niets in Gods Woord dat we alles moeten toetsen en het goede moeten behouden. (1Tes. 5:21) We zijn de laatste tijd zo ontzettend veel goede dingen kwijtgeraakt omdat we nagelaten hebben om alles te toetsen!
Wie naar de uitzendingen van The Hour of Power kijkt, komt al gauw onder de indruk. Alles is aanwezig. Een prachtige kathedraal, indrukwekkende koren, majestueuze orgels, massale gemeentezang, blijde gezichten, een vrolijke atmosfeer…wat wil je nog meer?
Hoe komt George Sweeting, president van Moody Bible Institute in Chicago, er dan bij om na onderzoek van de boodschap van Robert Schuller tot de conclusie te komen dat het hier om neo-orthodoxie, existentialisme, vrijzinnigheid en humanisme gaat? Moody Bible Institute is één van de grootste en meest Bijbelgetrouwe theologische Universiteiten in de VS!
In zijn boek Self-Esteem (Zelfachting) dat Robert Schuller geschreven heeft, leert hij dat bekering niets anders is dan een verandering van een negatief zelfbeeld naar een positief zelfbeeld. Zelfachting wordt door hem belangrijker gezien dan zonde en genade. Het is volgens Schuller onchristelijk om mensen bewust te maken van hun, door zonde, verloren situatie.

Schuller leert dan ook dat het probleem van de mens niet is dat hij te groot is, maar dat hij te min over zichzelf denkt. Naar aanleiding van Filippenzen 2:7-8 legt hij dan ook uit, dat Jezus zijn eigenwaarde kende en met zijn succes zijn zelfachting voedde. Christus onderging het lijden van het kruis om Zijn eigenwaarde te heiligen.
Deze zelfachting gaat bij Schuller zo ver, dat hij het ‘Onze Vader’ verandert in: “Onze Vader, die in de hemelen zijt, onze naam is eervol”! Zo wordt voor de moderne mens de basis gelegd om een goed gevoel over zichzelf te hebben.
Op deze manier wordt, zonder het te weten, het Amerikaanse christendom snel geïnfecteerd door een verraderlijke ziekte, het zogenaamde ‘welvaarts- en gezondheidsevangelie’, maar het heeft weinig van doen met de inhoud van het Evangelie zelf.
Volgens Schuller leidt het geloof tot materieel succes en wordt bij hem de kracht van het positieve denken (ontwikkeld door Norman Vincent Peale) vervangen door het ‘mogelijkheidsdenken’ van Schuller. Alle dingen zijn toch mogelijk voor wie gelooft?

Het is dan ook niet verwonderlijk dat bij de opening van de Crystal Cathedraal, Norman Vincent Peale een openingstoespraak hield. Kennelijk liggen de boodschap ‘het positieve denken’ van N. V. Peale en de boodschap van Robert Schuller heel dicht bij elkaar. Zowel bij Peale als bij Schuller staat niet Christus, maar de mens centraal. Niet het kruis van Golgotha voor het plaatsvervangende lijden en sterven van Christus voor de zondaar bezet de centrale plaats, maar het positieve zelfbeeld van de zondaar. Dit is een ander evangelie waar de mensen niet tot bekering aan de voet van het kruis gebracht worden maar tot een bepaalde christelijke levensstijl.
Er vindt een subtiele verschuiving van Christus naar de mens plaats. Voor de mens doet het gevoelsmatig prettig en weldadig aan, maar het is zeer misleidend.

Geraadpleegde literatuur: Doelgericht misleid, drs. K. v. Berghem; uitgave: Johannes Multimedia, Postbus 31, 3940 AA Doorn.
U kunt het boek ook bestellen bij Het Zoeklicht.


Naar aanleiding van Matteüs 4:1-11 waar we kunnen lezen over de verzoeking van de Here Jezus in de woestijn, wil ik u een vraag voorleggen. We lezen dat de Here Jezus aan de mens gelijk geworden is, maar ook volkomen God was. Had de Here Jezus in deze hoedanigheid tijdens deze verzoeking nog wel kunnen zondigen? (D. K. te ?)

Antwoord:
Het is altijd een heel moeilijk onderwerp om vast te stellen in hoeverre de Here Jezus nu volkomen mens was en volkomen God. Wanneer we Gods Woord bestuderen komen we tot de conclusie dat de Here Jezus op aarde volkomen God was, alsof Hij alleen maar God was en nooit mens geworden was, maar tegelijkertijd volkomen mens was, alsof Hij alleen maar mens was! Zijn lichaam was volkomen menselijk. Dit lichaam kende honger, dorst, pijn en vermoeidheid. Dit lichaam werd echter bewoond door de volheid van God Zelf. Daarom kunnen we in Hebreeën 4:15 over de Here Jezus lezen dat Hij in alle dingen op gelijke wijze als wij verzocht is geweest, doch zonder te zondigen! In de Staten Vertaling lezen we hier: “doch zonder zonde.” Er wordt hier op de zondeloze natuur van Christus gewezen. Deze zondeloze natuur kon niet zondigen, omdat deze uit God geboren was. In 1 Johannes 3:9 en 5:18 lezen we duidelijk dat een ieder die uit God geboren is niet kan zondigen. De duivel zou dus altijd aan het kortste eind getrokken hebben, want de Here Jezus was uit God geboren. De Here Jezus was vol van God, God zelf, het waarachtige licht, waar absoluut geen duisternis in past. Juist in deze verzoeking zien we de beperktheid van de duivel, die denkt alles te weten, maar voor wie vele dingen verborgen zijn. Hij zal dan ook uiteindelijk aan het kortste eind trekken en voor eeuwig verdelgd worden.

ds. Theo Niemeijer