Vragen - jrg. 87-01

ds. Theo Niemeijer • 87 - 2011 • Uitgave: 1
Vragen

In Johannes 3:13 staat: ‘En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des Mensen.’ In 2 Koningen 2:11 lezen we echter dat Elia in een storm ten hemel voer. Spreken deze Bijbelgedeelten elkaar tegen? (M. Z. te G.)

Antwoord:
In Johannes 3 heeft de Here Jezus een gesprek met Nikodemus over het aardse en het hemelse. De Here Jezus vertelde hem dat, als hij het aardse niet begrijpt, hij al helemaal het hemelse niet zal begrijpen. In dit verband legt de Here Jezus hem uit, dat Hij vanuit de hemel op de aarde nedergedaald is om de aardse mensen van het hemelse te vertellen. Elia is inderdaad in een storm ten hemel opgevaren, maar daarmee wordt nog niet aangegeven dat Elia in de hemel zelf, de woonplaats van God opgenomen werd. Paulus heeft het in 2 Korintiërs 12:2 over de derde hemel. Als er een derde hemel bestaat, dan bestaat er ook een eerste en een tweede hemel. De eerste hemel zou onze zichtbare blauwe wolkenhemel kunnen zijn. De tweede hemel zouden we alleen kunnen zien, wanneer we in een raket van deze aarde gelanceerd zouden worden en in een hemel terechtkomen die we met ons blote oog niet kunnen zien. De derde hemel is waarschijnlijk de plek waar God Zelf woont, voor ons mensen onbereikbaar.
De Here Jezus heeft het zeer zeker over de hemel waar God de Vader woont. Naar welke hemel Elia weggevoerd werd, de eerste of de tweede? Ik denk niet naar de hemel waar de Here Jezus het hier over heeft.


In onze dorpskerk voelen we ons steeds minder thuis. De Bijbelkennis is enorm afgenomen, ongehuwd samenwonen wordt toegestaan en goedgepraat en steeds meer wereldse zaken worden als aanvaardbaar toegelaten. We overwegen onze plaatselijke kerk te verlaten, omdat we onze jonge kinderen zo graag willen opvoeden in de Waarheid.
Wanneer is het geoorloofd een kerk te verlaten? Wanneer kun je zeggen genoeg voor de waarheid gestreden te hebben zodat je er mee ophoudt? Het is voor ons heel moeilijk, want het gaat om een dorpsgemeenschap, waarin je van kinds af aan opgegroeid bent. (M. v.D. te B.)


Antwoord:
Wat lijkt me dat moeilijk om je eigen, vertrouwde kerk vaarwel te zeggen! Helaas komt het de laatste tijd steeds meer voor. Toch moeten we constateren dat er hier op aarde geen volmaakte kerk bestaat. Er zijn wel twee belangrijke maatstaven waaraan een kerk dient te voldoen. Ten eerste zal een kerk Bijbelgetrouw moeten zijn en de Bijbel van kaft tot kaft als Gods onfeilbaar en gezaghebbend woord moeten aanvaarden. Ten tweede zal Christus en Zijn verlossingswerk waardoor we behouden zijn, in het middelpunt van de gemeente moeten staan. Wanneer het gezag van Gods Woord en de positie van Christus in het gedrang komen te staan, kun je niet meer spreken van een Bijbelgetrouwe gemeente.
Soms lijkt deze situatie op de Messiasbelijdende Joden, die zich vanuit het Judaïsme tot Christus bekeren en uit het Jodendom als ongelovigen verstoten worden. Zo gebeurde dit ook in de tijd van het boek Handelingen. Wanneer in een kerk Gods Woord niet meer verkondigd wordt en Christus niet meer centraal staat, heeft een kerk zijn bestaansrecht verloren. Je kunt je dan met recht afvragen wat je nog in deze kerk moet doen. Natuurlijk ben je in de eerste plaats geroepen om in eigen gemeente mee te helpen en juist mee te werken dat bovengenoemde situatie niet zal ontstaan. Er is echter een moment waarop dit ophoudt en er helaas niets anders overblijft dan een andere kerk te zoeken. We moeten daarbij wel steeds in het oog houden dat er uiteindelijk maar één universele kerk bestaat waar alle waarachtige gelovigen deel van uitmaken. Je wisselt dan wel de lokale gemeente, maar blijft lid van dezelfde ene grote Gemeente.
Ten slotte wil ik nog wel opmerken dat de Here van ons een houding verwacht, waarin we bereid zijn om Zijn gemeente te dienen. Velen hebben het idee dat de kerk er voor hen is. De kerk doopt, sluit huwelijken, begraaft, voedt de kinderen op, levert Bijbelstudies en preken, verleent pastoraat, enz. De kerk staat in dienst van het gemeentelid, waarmee de kerk een soort ‘productiekerk’ geworden is die aan kerkleden haar diensten verleent. U snapt wel dat dit nooit de bedoeling is. We vormen samen de kerk en zijn geroepen om elkaar als leden te dienen. Dan is de vraag niet: wat kan de kerk voor mij en mijn gezin betekenen, maar wat kunnen wij voor de kerk betekenen! Natuurlijk zul je in een Bijbelgetrouwe gemeente dan ook zelf opgebouwd worden.


Er wordt wel geleerd dat de mensen die na de opname van de gemeente op aarde achterblijven niets van deze opname gemerkt hebben. Dat kan toch niet, want er staat toch dat de Here Jezus uit de hemel zal nederdalen en elk oog Hem zal zien? Daarbij ontvangen de nog op aarde levende gelovigen een verheerlijkt lichaam. Dit kan deze mensen toch niet ontgaan zijn? (Mw. v. N. te @)

Antwoord:
Bij de opname van de gemeente wordt de Here Jezus op aarde niet zichtbaar. De gelovigen zullen in een oogwenk plotseling weggenomen worden, zo snel, dat je het niet eens kunt zien! Zo snel zal de verandering van de gelovigen op aarde zich ook voltrekken. Zeven jaar later, na de grote verdrukking, komt de Here Jezus mét al de gelovigen op aarde terug en dan zal wel elk oog Hem aanschouwen. De mensen die na de opname van de gemeente op aarde achterblijven, zullen zich natuurlijk wel afvragen wat er met al die gelovige mensen gebeurd is. In 2 Tessalonicenzen 2:11 staat echter dat zij door een dwaling die God hen Zelf zendt een leugen zullen geloven, waardoor zij de verdwijning van de gelovigen waarschijnlijk zullen verklaren.

ds. Theo Niemeijer