Vragen - jrg. 87-13

ds. Theo Niemeijer • 87 - 2011 • Uitgave: 13
Vragen

Onlangs heb ik de Herziene Statenvertaling aangeschaft. Nu las ik in Johannes 21:15 dat de Here Jezus Petrus bij de naam: ‘Simon, zoon van Jona’ noemde, terwijl in de NBG over ‘Simon de zoon van Johannes’ gesproken wordt. Wat is het verschil en wat heeft uw voorkeur? (J. D. te K)

Antwoord:
De Statenvertaling had al eerder met ‘Zoon van Jonas’ vertaald en nu in de Herziene Statenvertaling met ‘Zoon van Jona’. Verschillende andere vertalingen vertalen met ‘Zoon van Johannes’. Vanuit de Griekse bronteksten kan het allebei. Het is echter wel heel bijzonder dat de Here Jezus in dit gesprek de naam ‘Petrus’ vermijdt. Hij spreekt hem hier aan met zijn natuurlijke naam Simon, de zoon van Jona, de naam die hij bij zijn geboorte dus van Jona gekregen had en niet met de naam Petrus, die hij later van de Here Jezus gekregen heeft (Matteüs 16:18).
De keuze voor deze naam onderstreept het menselijke karakter van dit gesprek tussen de Here Jezus en Simon. De naam Simon, zoon van Jonas, komen we echter ook tegen in Matteüs 16:17, waar de Here Jezus reageert op de belijdenis van Petrus. Hij noemt hem daar Simon Barjona, zoon van Jona, wat letterlijk vertaald ‘Zoon van de duif’ betekent. Petrus kon deze belijdenis alleen uitspreken doordat de Geest van God het hem ingegeven had, vandaar Zoon van de Duif (Heilige Geest).
In het gesprek uit Johannes 21:15-23 wordt de relatie tussen de Here Jezus en Simon Petrus (na de 3-voudige verloochening) hersteld. Daarin spreekt de Here Jezus hem aan met zijn natuurlijke naam, zoals hij is: Simon Zoon van Jona.


Hebben de ontwikkelingen in Noord-Afrika, zoals in Egypte, Libië en Tunesië te maken met de gebeurtenissen van de eindtijd? (B. S. te E.)

Antwoord:
De Bijbel leert ons dat het rijk van de Antichrist de vervulling van het hersteld Romeins rijk zal zijn. Openbaring 17:8 laat ons zien dat dit een wereldrijk zal zijn dat er was, niet is en zal zijn. Daniël 2 leert ons duidelijk dat na het Babylonische, Medo-Perzische en Griekse wereldrijk, het Romeinse wereldrijk op zal komen. Dit Romeinse rijk was er gedurende de eerste komst van de Here Jezus. De Romeinen hebben Jeruzalem verwoest en de Joden wereldwijd verstrooid. Er staat echter in Daniël 2 dat ten tijde van dit rijk de God des Hemels Zijn koninkrijk op zal richten, dat nooit meer voorbij zal gaan.
We weten allemaal dat het Romeinse wereldrijk ten val kwam en zichtbaar verdween. Onzichtbaar is het wereldrijk nooit helemaal weggeweest. Verschillende wereldleiders, zoals Karel de Grote, Napoleon, Keizer Wilhelm en Hitler hebben geprobeerd om het Romeinse rijk nieuw leven in te blazen, hetgeen telkens op een mislukking uitliep. Daniël leert ons dat dit rijk, in het visioen van Nebukadnezar voorgesteld als de ijzeren benen van een machtig beeld, uiteindelijk voorgesteld wordt als de twee voeten met de tien tenen van dit beeld. Wij leven in de tijd van de vervulling van deze twee voeten en tien tenen. De eerste fase van het Romeinse rijk werd voorgesteld door de ijzeren benen van dit beeld uit Daniël 2, terwijl de tweede fase van dit rijk in de twee voeten met de tien tenen zichtbaar wordt.
Nu is het toch wel heel bijzonder dat het Romeinse rijk zich ook uitstrekte tot in Noord-Afrika. Landen zoals Egypte, Libië, Tunesië, Algerije en Marokko behoorden allemaal bij het vroegere Romeinse rijk, eigenlijk alle landen die aan de Middellandse Zee grenzen.
In de patstelling van het lidmaatschap van Turkije bij de Europese Unie werd een alternatief bedacht, waardoor Turkije toch mee kon doen. De Mediterrane Unie werd opgericht. De Franse president Sarkozy heeft de landen rond de Middellandse Zee opgeroepen om zich te verenigen in de Mediterrane Unie. En zo vond op 13 juni 2008 in Parijs de oprichting van deze unie plaats, waar 42 landen met zo’n 780 miljoen inwoners aan deel namen. Sarkozy sprak: “Het ogenblik is aangebroken om aan de Mediterrane Unie mee te bouwen met al onze kracht en met heel ons hart. Wat zich rond de Middellandse Zee afspeelt, is bepalend voor het evenwicht in de gehele wereld en bepalend voor de toekomst der mensheid.”
De basis van de Mediterrane Unie is drievoudig:
• Politiek: wereldwijde vrede en stabiliteit
• Economisch: welvaart in Noord-Afrika en Europa
• Cultureel: begrip voor verschillende culturen
De Euro-Mediterrane Parlementaire Vergadering bestaat uit 240 leden, waarvan er 120 uit de EU komen en 120 uit de mediterrane partnerlanden.
Het is dus zeker niet ondenkbaar dat de gebeurtenissen in Noord-Afrika hun schaduw vooruitwerpen op het herstel van het Romeinse rijk en daarmee de komst van het rijk van de antichrist.


In Matteüs 17:14-21 verwijt de Here Jezus Zijn discipelen hun klein geloof omdat ze een maanzieke jongen niet hebben kunnen genezen. In Matteüs 7:22 lezen we echter over mensen die in Zijn naam geprofeteerd hebben en in Zijn naam boze geesten uitgedreven hebben en vele krachten verricht hebben. Maar de Here Jezus zei tegen hen dat Hij ze niet gekend heeft en noemt hen ‘werkers der wetteloosheid’. Spreken deze Bijbelgedeelten elkaar niet tegen? (M. de B. te B.)

Antwoord:
De vraag die dan blijft hangen is inderdaad: ‘Hoe kunnen mensen zonder geloof in de Here Jezus dan wel boze geesten uitdrijven?’
Exorcisme komt ook buiten het christendom veelvuldig voor. Meestal leidt dit soort exorcisme tot een andere, volgende gebondenheid. De Bijbel leert ons dat iemand alleen door de Zoon van God werkelijk bevrijd wordt (Johannes 8:36)!
Wonderen worden niet alleen door God verricht, ook satan doet grote wonderen. We komen dit al tegen bij de tegenstanders van Mozes, de tovenaars van de Egyptische Farao, die met hun toverkunsten dezelfde wonderen deden als Mozes. In Deuteronomium 18:9-14 wordt Israël gewaarschuwd om zich met deze zogenaamde ‘wonderdoeners’ niet in te laten. Ook in Handelingen 8:9 lezen we over Simon die met zijn toverkunsten het volk verbijsterde en die door het volk als de ‘grote kracht Gods’ gezien werd en in Handelingen 19:19 lezen we over de boekverbranding van hen die toverkunsten in Efeze uitgeoefend hadden.
In 2 Tessalonicenzen 2:9 lezen we dat de Antichrist zich, naar de werking van de satan, met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen aan het volk zal openbaren. En velen zullen in hem geloven. In Openbaring 13:14 lezen we over de valse profeet die vele tekenen en wonderen zal verrichten, waardoor de mensen die dan nog op aarde wonen verleid zullen worden. Laat het dus duidelijk zijn dat satan ook wonderen kan doen. Juist in deze (eind)tijd zien we het verlangen naar tekenen en wonderen onder de mensen toenemen. Voor velen is een wonder hét bewijs van Gods aanwezigheid, terwijl de satan zich ook op deze manier openbaart. De Bijbel waarschuwt ons om niet alleen op wonderen af te gaan. We moeten ons laten leiden door het onfeilbaar en gezaghebbende Woord van God.
Aan de andere kant worden we in Matteüs opgeroepen om vanuit het geloof Hem te dienen. Het gaat hier in de tekst niet om het ‘letterlijk verplaatsen van bergen’, maar veel meer om ‘het verzetten van bergen’ (een uitdrukking die onder het Joodse rabbinaat erg bekend is), wanneer we vanuit het geloof leven. De Here Jezus verweet de discipelen van klein -, letterlijk ongeloof! We kunnen Hem alleen dienen vanuit het geloof en niet uit eigen kracht.

ds. Theo Niemeijer