Image

Vragenrubriek juli - 2022

Theo Niemeijer • 98 - 2022 • Uitgave: 7

Beschuldigingen ook voor de gemeente?

In Mattheüs 23 worden de schriftgeleerden en de Farizeeërs door de Heere Jezus ‘onder vuur genomen’. Acht keer klinkt in dit hoofdstuk: ‘Wee u, schriftgeleerden en Farizeeërs, gij huichelaars’! Komen we de huichelarij van de schriftgeleerden en Farizeeërs ook in onze kerken tegen en wat betekent dit allemaal? (A. C. te @)

Antwoord:
In Mattheüs 23 vinden we de ‘rede tegen de schriftgeleerden en Farizeeërs’ en in hoofdstuk 24 vinden we de ‘rede over de laatste dingen’. In hoofdstuk 25 worden deze beide redes door gelijkenissen geïllustreerd, waarna in hoofdstuk 26 de lijdensgeschiedenis van de Heere Jezus begint.

In deze ‘rede tegen de schriftgeleerden en Farizeeërs’ is de Heere Jezus ongekend fel! Voorafgaand proberen de Farizeeërs, Sadduceeën en schriftgeleerden de Heere Jezus uit te lokken met hun strikvragen over ‘het recht des keizers’, ‘de vraag naar de opstanding’ en ‘het grote gebod’. Elke keer geeft de Heere Jezus hen een antwoord, waarop ze beschamend hun mond moeten houden. Hierna stelt de Heere Jezus hen één vraag (22:41-46) waarop ‘niemand Hem daarop kon antwoorden en evenmin niemand meer een vraag aan Hem durfde te stellen’! Na dit beschamende optreden van de schriftgeleerden en Farizeeërs volgt dan deze keiharde rede. Hij noemt hen onomwonden ‘huichelaars’. Paulus schrijft in 2 Timotheüs 3:5, dat we deze huichelarij ook in de gemeente tegen kunnen komen: ‘Die met een schijn van Godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben’!  

Laten we eens een opsomming maken, en dan wel vrij vertaald, waarvan de schriftgeleerden en Farizeeërs beschuldigd werden:

1.    Ze staan in de weg en verhinderen anderen om gered te worden (vers 13).
2.    Ze leven ten koste van de kwetsbaren (vers 14).
3.    Ze bekeren mensen tot een leven van hopeloosheid (vers 15).
4.    Ze hechten meer waarde aan geld dan aan de tempel (kerk) (vers 16-22)
5.    Ze worden in beslag genomen door onbeduidende zaken en zien het belangrijkste over het hoofd (vers 23-24).
6.    Ze vinden de buitenkant belangrijker dan de binnenkant (vers 25-28).
7.    Ze proberen te verbergen dat hun vaders de profeten uit het Oude Testament vermoord hebben (vers 29-32).  

Dit was het religieuze klimaat, waarin de Heere Jezus 33 jaar geleefd heeft. Tijdens Zijn leven zag Hij dagelijks de vijandschap toenemen tot het moment, waarop de leiders Zijn kruisiging eisten. In vers 33 noemt de Heere Jezus hen ‘slangen, adderengebroed’, had dit iets te maken met de vijandschap die aangekondigd werd tussen het ‘zaad van de slang en het zaad van de vrouw’ (Genesis 3:15)? Aan het einde van dit hoofdstuk zien we dan ook het verdriet van de Heere Jezus, waarin Hij uitriep, dat Hij Zijn volk ‘als een hen haar kuikens, onder zijn vleugels had willen verzamelen, maar gij hebt niet gewild’! Daarna zien we hoe de Heere Jezus hen aan zichzelf overgelaten heeft en afscheid van Zijn geliefde volk nam! Wat met Israël gebeurde kan ook zomaar met de kerk gebeuren, het is voor ons namelijk ten voorbeeld opgeschreven (1 Korinthe 10:6-11)!  

De zevenvoudige aanklacht aan het adres van de schriftgeleerden en Farizeeërs gaat aan de kerk van nu niet zomaar voorbij! Hoe vaak staat de kerk niet in de weg om een verloren zondaar de weg naar het heil te wijzen? Heeft de kerk zich in het verleden ook niet verrijkt ten koste van de armen en kwetsbaren? Bieden wij als kerken de mensen om ons heen nog wel een hoopvol leven? Heeft het materialisme de kerk niet verzwakt? Houden we ons als kerk niet te veel bezig met onbelangrijke zaken terwijl we de roeping hebben om de mensen om ons heen het reddende Evangelie te brengen? Gaat het bij ons ook meer om de buitenkant dan om de inhoud? Proberen we te verbergen wie we werkelijk zijn? Al deze vragen komen via dit hoofdstuk op ons af. Wat zou het goed en helend zijn, wanneer we deze vragen voor Gods aangezicht onder ogen zien en persoonlijk en oprecht beantwoorden!      

Jozef als beeld van Jezus

Jozef, de zoon van Jakob, is in zijn levensloop een prachtig beeld van de Heere Jezus. Toch wordt vanuit de wet, de profeten en de Psalmen nooit verwezen naar Jozef, wanneer het profetische woord op de Messias gericht is. Kunt u mij vertellen waarom? (G. M. te L.) 

Antwoord:
Jozef is inderdaad een mooi type van de Heere Jezus. Hij was de ‘geliefde zoon’, die zijn broeders opzocht en onschuldig in de put geworpen werd. Hij werd door Juda verkocht, terwijl de Heere Jezus door Judas verkocht werd. Later kwam hij onschuldig in de gevangenis terecht, waar hij tussen twee misdadigers stond en de schenker het ‘leven’ beloofde en de bakker de ‘dood’, net zoals de Heere Jezus tussen de misdadigers aan het kruis de ene het eeuwige leven beloofde en de andere verloren ging. Zo zien we dat Jozef door God verhoogd werd en doordat hij de voorraadschuren met graan opende de gehele wereld van de honger redde. Zo is onze Heiland vanuit de dood verhoogd en is het Brood des Levens om aan de wereld het leven te geven. Er zijn nog veel meer vergelijkingen te maken tussen Jozef en de Heere Jezus en toch liggen deze niet zomaar voor het oprapen in de Bijbel.
Soms blijkt, dat juist dát wat niet gezegd is, juist het meest veelzeggende te zijn. Zo worden in de Bijbel bewust zaken rond de geheimenis van de gemeente verzwegen, omdat deze geheimenissen ons alleen door Gods Geest geopenbaard kunnen worden. Wanneer we in Lukas 24:45 lezen dat de Heere Jezus het verstand van de apostelen opende, zodat ze de Schriften begrepen, dan betekent dit dat ze in de wet, de profeten en de Psalmen de Heere Jezus ontdekten. Volgens Johannes 6:39 gaat het in de gehele Bijbel om één Persoon: de Heere Jezus. Zo zien we de Heere Jezus ook in onder andere Adam, Noach, Mozes, Jozua, David, Nehemia, en ga zo maar door! Wanneer Hij ons verstand door de Geest van God opent en we de Schriften begrijpen, wordt de Bijbel zo rijk, dat we op elke bladzijde van de Bijbel de Heere Jezus vinden!   

Geboorte van Jezus

We vragen ons vaak af, wanneer het menselijk leven in de moederschoot nu écht begint. Is dit vanaf het kloppen van het hart, of al eerder? We lezen dat de Heere Jezus bij God de Vader was en God Zelf is. Hoe kan Jezus dan ‘verdwijnen in het niets’ om vervolgens als mens op aarde geboren te worden? Op welk moment verliet Hij de hemel om in de schoot van Maria zijn intrek te nemen? Vanaf het prilste begin of pas later toen bv. het hartje begon te kloppen? En was Gods Zoon daarna dan ook helemaal weg uit de hemel? (A. te @)

Antwoord:
In Johannes 16 lezen we: ‘Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weder en ga tot de Vader’ (vers 28). De engel Gabriël vertelde Maria, dat de Heilige Geest haar zou overschaduwen, waarmee Gods Zoon in haar verwekt zou worden (Lukas 1:35). Verder zei Gabriël, dat geen Woord dat van God komt krachteloos zal wezen, waarop Maria antwoordde: ‘Zie, de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw Woord’ (vers 37-38).
Op dit moment, waarop Maria zich aan de Heere overgaf, vond het wonder in haar schoot plaats! Toen verliet de Zoon van God de hemelse heerlijkheid om in het prilste begin van het menselijk lichaam af te dalen. Juist zoals Hebreeën 10:5-7 ons leert over de komst van de Heere Jezus naar de aarde: ‘Gij hebt Mij een lichaam bereid…hier ben Ik om uw wil, o God, te doen’. Een paar dagen later ontmoette Maria haar tante Elisabeth die van Johannes de Doper zwanger was, en als kind in de moederschoot van vreugde opsprong toen ‘de moeder des Heren’ Elisabeth begroette! De Zoon van God had kennelijk de hemel verlaten en Zijn intrek genomen in de moederschoot van Maria.      

Theo Niemeijer