Vrij van de wet

Joop Schotanus • 82 - 2006/07 • Uitgave: 22
Veel christenen richten zich op Gods wetten (het doen van het goede en het vermijden van het kwade). In dat licht wordt dan ook de Bijbel bestudeerd. Gericht op geboden en verboden. Men denkt dat geestelijke groei afhankelijk is van het zich houden aan regels en wetten. Langs de weg van werkheiligheid denkt men in aanmerking te komen voor Gods goedkeuring. Er wordt daarbij verondersteld dat de Here in eerste instantie gericht is op onze gedragingen. Er is dan geen zicht op wat de geloofswandel van het Nieuwe Verbond inhoudt (2 Kor. 4:4-6).

We hebben vaak nog heel wat zelfopgelegde godsdienstige gedragsregels: zoals de tijd die men behoort te besteden aan Bijbellezen, gebed en kerkgang e.d.. Of we richten ons in detail op wat niet of wel mag, zonder ons bewust te zijn dat het in eerste instantie echter niet om regels gaat, maar om relatie. Wat te denken van iemand die reden heeft zich te moeten beperken in z’n voedingsgewoonten en dat hij/zij dan geregeld naar een restaurant zou gaan om op een menukaart te kijken waar hij zich verre van dient te houden. Of stel dat een echtpaar wekelijks het huwelijksformulier moet doorlezen om de onderlinge verhouding zuiver te houden. Toch vinden velen het normaal dat ze elke week in de kerkdienst herinnerd moeten worden aan de 10 geboden.

Het is toch niet voor niets dat Paulus duidelijk maakt dat de wet voor de goddelozen is (1 Tim. 1:9) en dat Christus in de gelovige de vervulling van de wet is. De Heer verwacht niet van ons dat we uit een soort christenplicht de dingen doen of nalaten. Hij verwacht dat wij, als zijn kinderen, van binnenuit door de Heilige Geest gedreven worden om een liefdesrelatie met Hem in stand te houden. “Indien gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.” Het bewaren van de geboden komt voort uit de liefde tot Christus. Paulus noemt dat de wet van de Geest des Levens. Dat is het Leven van Christus zelf. Niet onze concentratie op de regels, maar onze concentratie op Christus zelf kan door Zijn Geest het gedrag dat daar bij hoort produceren.

De heerlijkheid van de uiterlijke wet is dat voor gelovigen en ongelovigen de wereld meer leefbaar gemaakt kan worden, maar de heerlijkheid van de overvloedige genade zoals omschreven in 2 Korintiërs 3 komt voort uit een directe liefdesrelatie met de Here Zelf. Die liefdesrelatie wordt in 1 Johannes 1 gemeenschap genoemd. Gemeenschap met Vader en Zoon en de gemeenschap met elkaar. Verstoring van die onderlinge relatie wordt zonde genoemd. Die zonde mag beleden worden om de relatie weer te herstellen. Voorop staat dat we berouw hebben over een verbroken relatie. Het zal ons helpen als we zonden zien als gemeenschapverstoorders. De Here heeft maar één doel bij het vergeven van de zonden die wij belijden en dat is herstel van gemeenschap.

Als we de Here niet centraal stellen dan is het gevolg veelal het bewust of onbewust overtreden van regels en wetten. Als we berouw tonen en uitspreken over de gevolgen vanwege onze liefdeloosheid, dan zal de Here ons onze bewuste zonden vergeven en ons reinigen van alle onbewuste ongerechtigheid, die daarin meegekomen is.
Het onderhouden van een bewuste gemeenschap met de Here leidt tot een vanzelfsprekende gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid die niet voortkomt uit onze liefdesrelatie met de Here is wetticisme. Veel godsdienstig leven wordt vaak gekenmerkt door wetticisme. En de macht van de zonde is de wet (1 Kor. 15:56). Het godsdienstige leven is veelal doordrenkt van het 'moeten'. Zo wordt de kerk ook vaak ervaren door de buitenwereld, maar ook door vele kerkgangers.

Vanuit onze nieuwe schepping is er de drang om Christus te verheerlijken. Wat in tegenspraak is met onze nieuwe natuur, bewerkt onrust en dat brengt ons telkens opnieuw op de knieën. Het overwinnende leven is het Leven van Christus in ons. Niet onze strijd, maar ons geloof geeft de overwinning (1 Kor. 15:57). Er is maar één manier waarop christenen kunnen voldoen aan Gods bedoeling en dat is blijven in Christus, zoals de rank in de wijnstok. We kunnen alleen maar een leven van gehoorzaamheid leven, als we geestelijk in liefdevolle gemeenschap met Christus leven.



Joop Schotanus