
Grote studie toont aan: bewijs voor gendertransitie bij minderjarigen niet de beste praktijk
Een recent Amerikaans onderzoek, uitgevoerd door negen experts en wetenschappers, concludeert dat het starten van een transitie bij minderjarigen met genderdysforie – de onvrede met het toegewezen geslacht – niet de meest wenselijke praktijk is.

De resultaten van dit onderzoek werden afgelopen week gepresenteerd in een omvangrijk rapport van ruim 400 pagina's, getiteld ‘Behandeling van genderdysforie bij minderjarigen: een beoordeling van het bewijs en de beste praktijk.’ Hoewel de inhoud wellicht droog en wetenschappelijk aandoet, is het cruciaal te benadrukken dat dit geen politiek gemotiveerd extremistisch pamflet betreft. Het rapport is gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de gangbare behandelingen van genderdysforie bij minderjarigen.
De bevindingen sluiten aan bij conclusies die al eerder in verschillende westerse landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Finland, zijn getrokken. Daar is men eveneens kritisch over de huidige standaardbehandeling, die is gebaseerd op de zogenoemde ‘Dutch Method’ (de Nederlandse Methode, inderdaad ontwikkeld in ons land). Deze behandeling, bestaande uit hormoontherapie, puberteitsremmers en uiteindelijke chirurgische ingrepen, wordt als twijfelachtig in haar effectiviteit beschouwd en brengt aanzienlijke medische risico's en bijwerkingen met zich mee. Bovendien leidt deze tot onvruchtbaarheid en een levenslange afhankelijkheid van medische zorg, wat geen geringe zaak is.
De keuze van veel instanties voor deze behandelwijze wordt volgens de onderzoekers mogelijk beïnvloed door een ideologische vooringenomenheid binnen de leiding van deze instituten, waar kleine groepen activisten een onevenredige invloed uitoefenen. De onderzoekers concluderen dat er geen sprake is van een zogenaamde medische consensus op dit vlak. Afwijkende meningen zouden actief worden onderdrukt, en wetenschappelijke onderzoeken die de standaardbehandeling ondersteunen, vertonen methodologische tekortkomingen. Ook het argument dat het onthouden van behandeling zou leiden tot een hoger suïcidecijfer, wordt door de beschikbare data niet ondersteund.
Dit zijn stevige conclusies, die echter in lijn zijn met eerdere bevindingen en waar ook op deze website al herhaaldelijk aandacht aan is besteed.
De onderzoekers pleiten voor een andere aanpak, waarbij minderjarigen in hun problematiek worden begeleid. Psychologische ondersteuning en eventuele psychotherapie zouden een heilzamer en minder schadelijk alternatief vormen. Daarbij zou de focus niet uitsluitend op de genderdysforie moeten liggen, maar ook op eventuele bijkomende psychische problemen als depressie en angststoornissen. Deze benadering zou mogelijk voorkomen dat minderjarigen, die de consequenties van hun keuzes voor de lange termijn niet volledig kunnen overzien, beslissingen nemen waar ze later spijt van krijgen en/of onnodige medische ingrepen ondergaan die hun lichaam verminken.
Bron: TheFreePress
Wil je deze content helpen mogelijk te maken? Je kunt ons werk steunen door een gift te geven.