Wat is Antisemitisch?

Henk Schouten • 84 - 2008 • Uitgave: 14/15
In de bladen Profetische Perspectief en Israel Aktueel stonden artikelen van respectievelijk ds. W. Glashouwer en ds. Hette Abma. Artikelen die mij en andere Israëlvrienden pijn hebben gedaan. De vraag wordt suggestief gesteld: “Is dit een nieuwe vorm van antisemitisme?” Waar gaat het om? Er zijn mensen die geloven in de opname van de gemeente voor de grote verdrukking en omdat in die grote verdrukking de antichrist de macht grijpt en Gods volk vreselijk zal vervolgen, zijn de voorstanders van hen die hier de profetische lijn zien debet aan een nieuwe vorm van antisemitisme, aldus genoemde broeders. Ik was verbijsterd. Mensen bij Het Zoeklicht en anderen die de profetische lijn van Daniël en de opname van de gemeente als zeer Bijbels zien, worden even als antisemitisch weggezet. Juist daar waar je altijd dacht veel gemeenschappelijk te hebben, liefde voor Gods volk. Op bijna al onze avonden en activiteiten verschijnen mensen van Christenen voor Israël met hun producten ter ondersteuning van land en volk. Waarom nu deze woorden?
Wanneer dit Bijbels inzicht in de opname gewaardeerd wordt met de woorden ‘geef dan mijn portie maar aan fikkie’, zoals in het artikel van ds. Abma, dan vind ik dat stuitend. ‘Als mensen me lastig vallen met hun verhalen over die jaarweken van Daniël probeer ik me daar zo snel mogelijk aan te onttrekken.’ Dat is wel een heel slechte vorm van omgaan met de Bijbel. In de artikelen zie ik populisme, maar geen gezonde exegese van de Bijbelteksten, maar daar gaat het me nu niet eens om. (Ik heb me nu wel voorgenomen in het najaar enkele artikelen aan de 70 jaarweken te wijden).

Eerlijk gezegd vind ik het volstrekt onjuist om iemand als antisemitisch voor te stellen op grond van zijn Bijbeluitleg. En wie een beetje de historie van Het Zoeklicht kent, waar we geloven in de opname vóór de grote verdrukking, weet van onze grote liefde voor Israël en de duizenden mensen die we daar op reizen naar toe mochten begeleiden. Onze oprichter, br. Johannes de Heer, schreef al voor de eerste wereldoorlog(!!) met liefde over de terugkeer van het volk. Ver ook voordat Christenen voor Israël bestond en nu blijkbaar het alleenrecht op liefde voor Israël meent te kunnen claimen.

In hetzelfde nummer van Israel Aktueel lees ik over de verbranding van Nieuwe Testamenten. De schrijver, Ruben Ridderhof, weet dit zo voor te stellen dat de conclusie is dat het deze christenen (die de Nieuwe Testamenten aan de Joden geven) aan fijngevoeligheid ontbreekt, wanneer ze menen het Joodse volk te moeten vertellen over Jezus Christus. Teruggebladerd naar het artikel van ds. Hette Abma lees ik als eerste woorden in zijn artikel: “Christenen voor Israël kent geen missionair streven.” Ik ontdek een patroon dat bij mij vragen oproept en ik wil de vraag stellen: wat is antisemitisch?

Ja, de opmerking over het nieuwe antisemitisme deed en doet me zeer. Het zette me aan het denken. Hoe ligt dat in het Nieuwe Testament, bijvoorbeeld bij Paulus? Steeds zien we Paulus als eerste de Joodse synagoge opzoeken, hij wil zijn broeders in het vlees vertellen van de Here Jezus. In Romeinen 11:13,14 ‘Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening, dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees en bloed mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.’
Wanneer we dit lezen hebben we hoofdstuk 1:16 al gehad, waar over de evangelieverkondiging geschreven staat: ‘Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek.’

Zou Paulus zich hebben vergist? Dat kan ik me niet voorstellen. Maar voor de zekerheid kijk ik ook even naar de Here Jezus. In Matteüs 23:37-39 horen we Zijn hartenkreet. Misschien is dat wel het ‘antisemitisme’ waar de broeders op doelen. Van de Here lezen we: ‘Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild. Zie, uw huis wordt aan u overgelaten. Want Ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!’
Is er inmiddels een geestelijke ommekeer gekomen bij het volk? Dat is mij dan ontgaan, de Bijbelverbranding wijst daar niet op.

Maar er zijn vandaag ook geluiden uit het jodendom zelf die anders klinken dan die van CvI, bijvoorbeeld van ds. Baruch Maoz, geboren uit overtuigd religieus Joodse ouders werd hij gegrepen door het geloof in de Here Jezus. Hij is voorganger van een Messiaanse gemeente in Israël en geeft leiding aan een christelijke uitgeverij. Op de vraag hoe Joden moeten worden benaderd met het evangelie zegt hij: “Als elke andere zondaar, we moeten hen onomwonden zeggen dat ze een Zaligmaker nodig hebben. Jezus Christus is voor Joden én heidenen de enige weg tot behoud. Jezus zelf zegt dat niemand tot de Vader komt dan door Hem. Het is de ernstigste vorm van antisemitisme om andere volken het evangelie te brengen, maar dit de Joden te onthouden.”

Dat zijn woorden die me aanspreken en roeren, zo is mijn liefde voor Gods volk.
Hier wil ik op tenslotte aansluiten met een bedacht verhaaltje, het antwoord moet u als lezer zelf maar geven.

Sam en Moos zitten samen in de bus naar Tel Aviv. Sam is laaiend enthousiast, hij heeft uit Nederland een kistje bloembollen gekregen. De bloemen doen het geweldig in zijn tuin in Haïfa. Moos heeft ook wat gekregen, iemand uit Nederland gaf hem het Nieuwe Testament. Zo heeft hij ontdekt dat Jezus de Messias is. Dan volgt een grote explosie, de bus en al haar inzittende worden weggevaagd.

Natuurlijk een fictief verhaal, maar niet ondenkbaar. De vraag is ernstig, wie is echt geholpen vanuit Nederland: Sam of Moos? Wie heeft echte liefde bewezen en wat is antisemitisch?

Ds. Henk Schouten