‘Welk een vriend is onze Jezus’

ds. Johan M. Zijlstra • 84 - 2008 • Uitgave: 12
Wel goed kunnen studeren, maar desondanks niet kunnen worden wat je zou willen. Je bruid aan de dood verliezen kort voor je trouwen en later opnieuw je aanstaande vrouw moeten begraven, maar wel leren en ervan getuigen dat ‘we veilig zijn in Zijn armen en dat Hij ons nimmermeer verlaat’.

‘Welk een vriend is onze Jezus’ (JdH 150)


De interkerkelijke internationale, zo noemde al lang geleden iemand dit lied. Overbekend is het geworden en gebleven: ‘Welk een vriend is onze Jezus’, Johannes de Heer 150.
Desondanks, de zo ingeburgerde eerste regel is niet voor iedereen helemaal duidelijk. In Kampen staat op een grafsteen ‘Welke vriend is onze Jezus’. Nee, er staat geen vraagteken achter. De familie weet blijkbaar van Hem die zei ‘vrienden noem ik jullie, omdat ik alles, wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.’ Waar je ook komt, bijna overal wordt dit lied ’tweestemmig’ gezongen. En in de Muzikale Fruitmand en andere programma’s met geestelijke muziek komt dit lied nog al eens voorbij. Melodie, woorden, boodschap, het spreekt ons blijkbaar steeds weer aan.

Joseph Scriven, een Ier die leefde van 1820 tot 1886, is de maker van dit lied. Het zat Joseph niet mee. Weliswaar sloot hij zijn studie aan de universiteit cum laude af, zijn gezondheid liet veel te wensen over. Z’n wens officier in het leger te worden, moest hij laten varen, daar was hij veel te zwak voor. En uitgerekend enkele dagen voor z’n huwelijksfeest verdronk zijn bruid, Mary. Vrienden hadden ter ere van de bruiloft een strandfeest georganiseerd, daar verdronk zij. Niemand begreep hoe ’t precies kon gebeuren.
Kort daarop emigreerde Joseph. Hij wilde niet meer leven in de omgeving waar alles hem aan Mary herinnerde. Hij emigréérde niet alleen naar Canada, hij week uit, hij vluchtte. Of het Woord van God hem veel zei? Gelukkig had hij een biddende en praktische moeder, zij deed een Bijbeltje (Nieuw Testament) in z’n koffer.
Ook in Canada zat het Joseph lang niet allemaal mee. Hij vond opnieuw een vrouw en de huwelijksvoltrekking was ook reeds vastgesteld, maar kort daarvoor stierf zij aan een ernstige ziekte. Desondanks, Joseph zat niet bij de pakken neer, hij zette zich in voor de medemens, wilde voor hulpelozen en bedroefden een vriend zijn.
Overigens, de voorbede van zijn moeder voor hem, ging niet alleen als kostbaar reukwerk naar de troon van God, haar gebed werd ook verhoord. Joseph ging steeds meer lezen in het Woord van God en ontdekte dat Jezus hem tot Zijn vriend wilde rekenen. Uit dankbaarheid, diep geëmotioneerd ook, maakte hij de drie coupletten van het inmiddels internationaal zo bekende lied.
Of hij dat gedicht onmiddellijk uitgaf? Of er binnen de kortste keren een lied van werd gemaakt? Toen Joseph Scriven op zijn sterfbed lag, vond een vriend die bij hem waakte, dit lied. Eigenlijk, dat bekende hij in de sterfkamer, zette hij deze woorden op papier om z’n moeder te berichten dat hij zijn beste Vriend gevonden had. En ook om breeduit te zeggen dat Hij een vriend is voor wie terneergedrukt, zwak, belast, beladen is.
Ook voor ons is de belofte ‘Jullie zijn mijn vrienden, wanneer je doet wat ik zeg’. Zongen wij het al eerder? Dat we ‘veilig zijn in Jezus’ armen’? Nu, Joseph getuigt van dezelfde heilswaarheid en hij laat het ons zingen, tot bemoediging en om vast te houden aan de zekerheid ‘In Zijn armen zijn wij veilig, Hij verlaat ons nimmermeer’.

Ds. Johan M. Zijlstra