Wie goed doet, goed ontmoet

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 18
In het voorbijgaan zag hij in de koplampen van zijn oude autootje nog net een oudere dame staan, kennelijk met autopech. Hij realiseerde zich dat ze hulp nodig had. Hij reed achteruit en stopte bij haar mooie Mercedes. Ze keek hem zorgelijk, zo niet angstig, aan. Ze merkte niet dat de jongeman haar vriendelijk aankeek toen hij vroeg of ze hulp nodig had. Hij keerde terug van zijn werk naar huis en zag er na een lange werkdag ongeschoren uit. Ze had een lekke band en die moest worden verwisseld. Hij zei: "Gaat u maar in de auto zitten hoor, het is veel te koud en misschien staat u hier al lang. Mijn naam is Bryan en ik ben hier om u te helpen". "Ik kan in het donker geen band verwisselen" verontschuldigde het oude dametje zich. "Ik sta hier al meer dan een uur en iedereen rijdt voorbij". Ze stapte in haar auto. "Hij gaat straks een beetje scheef als ik ‘m opkrik, maar u kunt rustig blijven zitten", zei de jongeman en ging direct aan het werk. Hij vond de krik en de reserveband. Met de zaklamp uit zijn eigen auto lichtte hij bij. Hij schaafde zijn handen enkele malen bij het morrelen in het halfdonker, maar uiteindelijk zat de reserveband erop. Zijn pijnlijke handen waren erg vuil geworden. Toen alles klaar was draaide de dame haar raampje open, vertelde waar ze naar toe moest en hoe dankbaar ze was dat de vriendelijke jongeman haar had willen helpen."Wat zal ik je ervoor betalen?", vroeg ze. "Elk bedrag is goed", voegde ze er dankbaar aan toe. Maar aan betaling had Bryan niet gedacht. "Nee, mevrouw, u hoeft mij niets te betalen". Bryan wist hoe vaak God mensen op zijn weg had gestuurd om hem te helpen als dat nodig was. Maar de dame bleef aandringen. "Weet u wat, mevrouw, als u iemand tegenkomt van wie u vermoedt dat die persoon uw hulp nodig heeft, besteedt u aan die persoon dan wat u mij betaald zou hebben. Denkt u dan nog even aan mij. Is dat goed?" Ze lachte blij en dankbaar en reed weg. Bryan vervolgde zijn weg naar huis.
Het oude dametje besloot na enkele kilometers te stoppen bij een eenvoudig restaurant voor een kopje koffie en een broodje. Ze betaalde haar simpele maaltijd met een briefje van honderd. De vriendelijke serveerster was al meer dan zeven maanden in verwachting en zag er vermoeid uit. Toen ze terugkwam om het wisselgeld te brengen, was het oude dametje verdwenen. Ze zag haar door het raam nog net wegrijden. Op het witte servetje op haar tafeltje zag de serveerster iets geschreven. Er zaten nog eens vier briefjes van honderd in gewikkeld. Ze las: "Iemand hielp mij eens heel liefdevol toen ik het erg nodig had. Als je mij echt iets terug zou willen geven, beloof me dan dat deze ketting van liefde niet bij jou stopt". Ze had tranen in haar ogen. Op weg naar huis, heel laat die avond, vroeg ze zich af hoe dat oude dametje wist van hun financiële zorgen, vooral nu er een baby op komst was. Ze wist ook hoe bezorgd haar man daarover was. Maar hij zei altijd: "Het komt vast wel goed. De Here zorgt voor ons en ook voor ons lieve schatje dat op komst is". Ze kroop in bed, naast haar man, die al lang sliep, want morgen loopt de wekker om kwart over vijf voor hem af. Ze boog zich nog even over hem heen en fluisterde in zijn oor: "Alles komt goed. Ik hou van je, Bryan".

Feike ter Velde