Wonderen in Wales

Feike ter Velde • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 3
Over Evan Roberts en de opwekking van Wales (1904)

Hij was een mijnwerker en zijn vak was eigenlijk smid. Op vierentwintig jarige leeftijd besloot hij naar de bijbelschool te gaan in Newcastle-Ernlyn ter voorbereiding van zijn dienst aan God. In zijn jonge hart werkte de Here een onverzadigbare honger naar een echte geestelijke opwekking. Tijdens een regionale conferentie van de gezamenlijke kerken over de stand van het geestelijke leven in de kerken had de jonge Evan Roberts een levende ontmoeting met de Here en werd hij vervuld met de Heilige Geest.

"Dertien jaar lang bad ik al voor de vervulling met de Heilige Geest. Dit gebed was vooral in mijn hart gekomen door de woorden van een diaken van onze kerk, William Davies, die zei: "Wat, als de Heilige Geest neerdaalt en jij bent afwezig? Denk aan Thomas! Hij was er riet toen de opgestane Heiland aan zijn leerlingen verscheen. Wat een misser was dat voor hem!" Ik zei toen tegen mijzelf: "Ik wil de Heilige Geest hebben". Door weer en wind en ondanks soms alle tegenwerkende factoren ging hij naar de samenkomsten en miste er niet één. Vaak zag hij zijn vriendjes met hun bootjes op het water en voelde hij de verleiding om de samenkomst te verzaken en zich bij hen te voegen. Maar dan zei ik tegen mezelf: "Nee, denk aan je besluit" en ik ging door. Al die jaren bad ik intens voor een opwekking. Het was de Geest zelf, die me daartoe bewoog. In een morgensamenkomst van die conferentie bad Evan Roberts een intens gebed: "Buig ons voor U, o Here". Toen scheen de Heilige Geest tot hem te zeggen: "Dat is juist wat je nodig hebt, te buigen". Evan Roberts vertelt zelf wat er toen gebeurde:

"Ik voelde een levendige kracht in mijn binnenste komen. Dit groeide en groeide totdat ik bijna uit elkaar barstte. Mijn binnenste was kokende. Wat krachtig in mij naar boven kwam was dat vers "God echter bewijst Zijn liefde jegens ons" (Rorn.5:8). Ik viel op mijn knieën met mijn armen over de zitting van mijn stoel; de tranen en transpiratie stroomden over mijn gelaat. Ik dacht dat er hevig bloed vloeide.

Mijn vrienden kwamen en veegden mijn gezicht droog, maar ik kon niet anders dan uitroepen "0 Here, doe mij voor U buigen! Doe mij voor U buigen!". Plotseling brak de heerlijkheid door. Een golf van diepe vrede kwam over me heen en de mensen zongen. En terwijl ze zongen zag ik de mensen buigen voor de Here op de grote dag van het oordeel en ik werd vervuld met mededogen voor zondaren die moesten buigen voor de levende God op die grote dag. En ik huilde, huilde en huilde. De redding van zielen werd een last op mijn hart. Ik stond in vuur en vlam om uit te gaan om de mensen te bereiken met de boodschap van Gods reddende liefde".

Overal waar de zesentwintig-jarige Evan Roberts sinds deze gebeurtenis kwam in Wales brak de opwekking uit. Zijn verschijning alleen al bracht mensen tot diepe bezinning en geestelijke beroering. Enkele woorden van zijn lippen brachten een kerkelijke samenkomst in opschudding. Een woord van vermaning of een kort gebed dat hij uitsprak zette bijeenkomsten in vuur en vlam. In korte tijd was geheel Wales veranderd in een land van zang, glorie en lofprijzing. Alles werd vergeten, mensen vergaten te eten en op tijd naar huis te gaan als Gods Geest bewoog door de kerkgebouwen, de straten, de buurten en mensen op de knieën bracht, tot verootmoediging, tot bekering, tot belijdenis van zonden, tot lofprijzing en aanbidding. De hemel zelf leek te zijn nedergedaald op Wales in 1904 hetgeen begon met een diep ernstig gebed van een jongeman "Buig mij voor U o, God".

Een predikant van de Vrije Evangelische Gemeente ergens in ons land reisde naar Wales toen hij had gehoord van de opwekking. Mensen uit heel Engeland, uit Frankrijk, Duitsland en Nederland, maar ook uit Scandinavië, reisden naar Wales uit honger en dorst naar diezelfde aanraking van de Heilige Geest. Deze predikant vertelde mij van een bijzonder fenomeen ergens in een kerkgebouw in Wales. Er was een machtige prediking geweest en mensen knielden massaal in de paden, tussen de banken en in de bijzalen van het kerkgebouw om hun leven met God in orde te brengen. Sommigen waren in grote geestelijke nood. Er waren lang niet genoeg nazorgers. De predikant uit Nederland, die daags te voren zelf een diepe ontmoeting met de Here aldaar had ervaren en in datzelfde vuur des Geestes deelde, besloot deel te nemen aan de zielzorg voor de mensen, die daar smeekten om Gods genade.

De eerste bij hem in de buurt was een keurig geklede dame, die in tranen geknield lag. Ze deelde haar hartenood met de predikant, hij deelde haar de genade van de Here mee en Zijn vergevende liefde. Ze kon dat niet onmiddellijk aanvaarden. Hij las haar voor uit zijn Engelse Bijbel en zocht de teksten op over vergeving door het bloed van het Lam. Uiteindelijk brak ook bij deze vrouw het licht door en ze dankte voluit de Here voor Zijn grote genade ook aan haar bewezen. Toen alles voorbij was bleek dat deze vrouw uit Frankrijk kwam, geen woord Engels kon spreken, ook geen Nederlands. De predikant trachtte uit te vinden in welke taal ze hadden gesproken en gebeden. Hij wist het niet en zij dacht dat het in het Frans was. De dominee sprak echter wel goed Engels, maar geen Frans. Hij wist niet in welke taal dit alles had plaats gevonden, maar de vrouw vertrok met grote blijdschap in haar hart vanwege de genade van God, die ze had ondervonden.
Zo ging het toen in Wales. Mensen, op weg naar de kerk, konden soms niet verder en midden op straat knielden tientallen neer om hun leven in orde te brengen met God. Soms was er zulk een vreze des Heren, dat mensen op zondagmorgen de kerk niet binnen durfden gaan vanwege de heilige tegenwoordigheid van God in het kerkgebouw. Ze knielden massaal voor de kerk, op het plein, of in de hal op de grond om in gebed te gaan.

Feike ter Velde