Ziekte en medicijnen

Jef de Vriese • 84 - 2008 • Uitgave: 14/15
Christenen kunnen ziek zijn door of zonder persoonlijke daadwerkelijke zonde. God geneest niet op grond van de rechtvaardigheid van een mens, want dan zouden alle rechtvaardigen gezond moeten zijn. Jezus genas zelfs mensen die niet tot inkeer kwamen (Luc. 17:17-19).

Gewoonlijk is het Gods wil om ziekte te genezen. De meeste mensen gaan niet dood wanneer ze ziek worden. Vaak hebben ze geen dokters en medicijnen nodig. God heeft in de natuur genezende stoffen gelegd. Hij beoogt genezing in de schepping. Maar soms geneest ziekte niet spontaan. Dan moeten we er mee leren leven tot Zijn eer, er mee sterven tot Zijn eer, of wonderlijk genezen worden tot Zijn eer. Onze vraag om genezing zegt: Niet onze wil, maar Zijn wil geschiedde (Matt. 26:39).

Het kan Gods wil zijn om een arts te raadplegen. Lucas was een geliefd geneesheer. Timoteüs moest een beetje wijn drinken. En hoewel olie en wijn op zich niet genezen, kunnen ze wonden wel verzachten en schoon maken (Luc. 10:34; Jes. 1:6). Hizkia moet een pleister en vijgen gebruiken nadat God belooft hem te genezen (Jes. 38:1-5,21; 2Kon. 20:8). Genezing was niet onmiddellijk, maar drie dagen later. Genezing van Godswege hoeft niet in een oogwenk te gebeuren. Hizkia stapt niet meteen uit bed. God besloot een pleister en vijgen te gebruiken en hem pas na drie dagen gezond genoeg te laten zijn om naar het huis des Heren te gaan. De Bijbel verbiedt geen medicijnen of het gebruik maken van dokters. Maar God wil wel als eerste geraadpleegd worden!

Jef De Vriese