144.000

Henk Schouten • 80 - 2004/05 • Uitgave: 2
144.000

We vinden in Openbaring 7 de twaalf stammen van Israël beschreven en lezen dat uit iedere stam 12.000 personen verzegeld zijn. We missen in deze lijst de stam van Dan. Wel wordt Manasse genoemd, zoon van Jozef. Efraïm, eveneens een zoon van Jozef wordt niet genoemd. Over de afwezigheid van Dan en het noemen van Jozef in plaats van Efraïm kan gespeculeerd worden. Zo zijn er uitleggers die de afwezigheid van Dan daaruit verklaren, dat het in de stam Dan, meer dan bij andere stammen tot afgoderij is gekomen. Weer anderen zeggen dat uit de stam van Dan de komende antichrist voortkomt: 'Dan zal zijn volk richten als één der stammen Israëls. Moge Dan een slang op de weg zijn, een hoornslang op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterover valt” (Genesis 49:16). Een verklaring voor de afwezigheid van Efraïm en het wel noemen van Jozef is nog minder goed te geven. We kunnen de afwezigheid van Efraïm, net als bij Dan, zien in de lijn van de heftige afgoderij.

Wanneer we kijken naar de dingen die wel geschreven staan, lijkt een ingewikkelde verklaring bij veel mensen steeds de voorkeur te genieten. Om onduidelijke redenen zoeken mensen ook bij bijbeluitleg de moeilijkheden op. Je kunt best aardig speculeren over de 144.000 verzegelden. Dan zet je in bij het gegeven dat van de twaalf stammen er tien verdwenen zijn. Vervolgens stel je dan dat letterlijke vervulling niet mogelijk is en het dus gaat om symboliek. In dat geval zijn er veel verklaringen mogelijk. Sommigen stellen dat het getal betrekking heeft op de kerk, de gelovigen. De uitleg wordt wonderlijk, want hoe zit het met de verzegeling en met hun activiteiten en hun maagdelijkheid, zoals in Openbaring 14:4 beschreven. Ook zijn er speciale groepen en sekten geweest die claimden deze 144.000 te zijn. Eén van de meest bekende groepen is het wachttoren genootschap. Binnen dit genootschap moeten twee categorieën worden onderscheiden. De 144.000 en de overigen. De 144.000 waren destijds bekend bij het genootschap en in de zeventiger jaren leefden er nog ongeveer 34.000. Ik vermoed dat de meeste van hen inmiddels wel gestorven zullen zijn.
Waarom lezen we niet gewoon wat er staat? Wij blijven in ieder geval op de door ons ingeslagen weg en willen ook vasthouden aan het profetische karakter van het laatste bijbelboek. Dit boek wijst naar de toekomst. Vanaf Openbaring 4 lezen we wat er op aarde gebeurd nadat de gemeente is thuisgebracht. Daarmee is iedere verklaring voor de tegenwoordige tijd een onmogelijkheid. Het gaat om zaken die nog in de toekomst versluierd liggen. Er wordt geschreven dat uit elk van de twaalf stammen, twaalfduizend verzegelden bekend en straks herkend zullen worden aan een zegel aan hun voorhoofd. We moeten de profetie gewoon laten staan en wachten op de vervulling die God zeker ook aan dit woord geven zal. Deze 144.000 personen worden verzegeld door een engel met het zegel van de levende God. Misschien mogen we een samenhang zien met Deuteronomium 6:8. ‘het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn’. In de Tefelien Shel Rosh, deze gebedsriem aan het hoofd, zit een doosje met vier teksten met de naam van JHWH. Ik geloof dat het Israëlieten zijn die de tijd van Jacob’s benauwdheid als getrouwen aan JHWH doormaken, zoals er de eeuwen door steeds een rest van getrouwen is geweest.

Waartoe?
Het zegel is een waarmerk, een kenmerk van eigendom. Dat is geen reden te denken aan de gemeente. Ook gelovigen zijn verzegeld, dat is waar. Zoals alle eigendommen van mensen niet gelijk zijn, zo hoeven ook niet alle verzegelden van God gelijk te zijn. Het zegel wijst niet op uniformiteit van de verzegelden, maar verwijst naar de eigenaar. Het gaat om het zegel van de Levende God. God is hun eigenaar. Zij staan tot God in een bijzondere relatie. Dat betekent ook dat zij in Zijn naam en autoriteit optreden. Gods gezag is verbonden aan hun taak, maar ook treden zij op onder de bescherming van God zelf. Die hoge autoriteit en die onaantastbaarheid heeft een enorme impact op de samenleving tijdens de Grote Verdrukking. Terwijl de boosheid en het gruwelijke van de antichrist de samenleving in een wurggreep gevangen houdt, zullen heel veel mensen aangesproken worden door het getuigenis van deze verzegelden Gods. Israël zal als zendingsvolk het evangelie van het koninkrijk bekend maken. Daarin vindt ook de vervulling plaats van het woord van de Here Jezus zoals we dat in Mattheüs 24:14 lezen: ‘En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn’. We horen dan ook direct aansluitend op de verzegeling van de 144.000 van een schare die niemand tellen kan. Over hen willen we het een volgende keer hebben.

Ds. Henk Schouten