Aan de zeven gemeenten in Asia…

ds. Theo Niemeijer • 84 - 2008 • Uitgave: 10


Over de zeven brieven aan de gemeente in Asia, die we in Openbaring 2 en 3 kunnen vinden, zijn al veel omvangrijke boekwerken verschenen. In dit artikel zal ik proberen een overzicht te geven van de betekenis van deze brieven. Allereerst werden deze brieven geschreven aan de zeven plaatselijke gemeenten die zich toen in het huidige Turkije bevonden. Ook vandaag zijn in een rondreis door Turkije de overblijfselen van deze steden en kerken nog te bezichtigen. Johannes schreef deze brieven omstreeks het einde van de eerste eeuw na Christus vanaf het eiland Patmos, waar hij in ballingschap leefde. Hij schrijft dan ook over zaken die zich in die tijd afspeelden in deze zeven gemeenten. Kort samengevat luidt de boodschap aan de verschillende gemeenten als volgt:


Efeze (verval)
Deze gemeente is wel heel erg actief, onderscheidend en volhardend, maar is haar eerste liefde kwijtgeraakt. Ze is van een hoog, geestelijke niveau afgevallen en wordt nu opgeroepen zich te bekeren tot de eerste liefde om haar eerste werken weer op te pakken.
Smyrna (vervolging)
Deze gemeente heeft erg veel te lijden onder de verdrukking, armoede en laster. Het waren met name de Joden die hun invloed op haar uitoefenden, waardoor zij het moeilijk had. Ze wordt opgeroepen om getrouw te blijven, dan zal Hij haar de kroon des levens geven.
Pergamum (vermenging)
In deze stad stond het altaar van Zeus (300 meter boven de zeespiegel) dat met de troon van satan vergeleken wordt. Daarnaast stond in deze stad ook een tempel voor keizer Augustus en de hoofdtempel van Aesculapius, de slangencultus. Ondanks dit hield het merendeel van haar aan de naam van de Here Jezus vast. Wel klonk de waarschuwing zich niet met de leer van Bileam in te laten, zodat de gemeente zich met de wereld zou vermengen, net zoals Israël zich eerder door Bileam liet verleiden en zich met een heidens volk verbond.
Tyatira (verontreiniging)
Ondanks de werken, liefde, het geloof en dienstbetoon, waarmee Johannes deze gemeente prijst, zijn een valse leer en vreselijke zonden de gemeente binnengeslopen. Het is met name de vrouw Isebel die velen van de gemeente hiertoe verleidt. De oudsten van de gemeenten treden hier niet tegen op en laten haar begaan. De zonde is al zo ingeburgerd dat de oproep niet meer luidt: doet weg, maar blijf staande en houd vast.
Sardes (verzuim)
Deze gemeente wordt aangeklaagd dat ze wel de naam heeft dat ze leeft, maar in wezen dood is. De gemeente is in slaap gevallen en kent haar taak in de wereld helemaal niet meer. De gemeente is zo vreselijk verontreinigd, dat er gesproken wordt over nog maar enkele personen die hun klederen niet bezoedeld hebben. De gemeente wordt opgeroepen zich te bekeren, anders zal Hij haar als een dief overvallen.
Filadelfia (verwachting)
Deze gemeente wordt als een kleine gemeente met ongekende mogelijkheden beschreven. De Here heeft haar een geopende deur gegeven, waaruit ze de genade van God ontvangt en tot een getuigenis op aarde kan zijn. Ze wordt door de Here bewaard voor de wereldwijde verdrukking die komen zal.
Laodicea (verkilling)
De naam Laodicea is samengesteld uit laos (volk) en dicea (oordeel) en laat ons zien dat het in deze gemeente niet meer gaat om het oordeel van God, maar om dat van de mens. Het ontbrak haar, volgens eigen zeggen, aan niets. In Gods ogen was haar situatie echter ellendig, jammerlijk, arm, blind en naakt. Er was geen warmte meer, het vuur was er uit, vandaar dat de Here Jezus buiten de deur gezet was. In zijn liefde klopt Hij aan de deur van de gemeente… of ze Hem opendoen?


De boodschap in deze zeven brieven geldt ook de gemeente van vandaag. Ook wij zijn zo snel geneigd om de eerste liefde te verlaten, ons met de wereld te vermengen, zonden in de gemeente te tolereren en zo druk met ons zelf bezig te zijn, dat we vergeten ons af te vragen of Hij er nog wel bij is en wat nu eigenlijk Zijn wil wel is!

Naast het feit dat deze zeven brieven een boodschap voor alle tijden bevatten, kunnen we in deze brieven ook een profetische boodschap ontdekken over de ontwikkeling van de kerk vanaf Pinksteren tot aan de wederkomst des Heren.
Al snel na de apostolische periode, waarin het fundament van de gemeente gelegd werd (zie Ef. 2:20 en 1Kor. 3:10) wordt in de tweede eeuw na Christus het verval in de kerk geconstateerd. Het is niet meer zoals in het begin… de eerste liefde is verdwenen: Efeze!
Vanaf ± 150-300 krijgt de kerk met vreselijk christenvervolgingen te maken. Onder de Romeinse keizers Decius, Valerianus en Diocletianus worden vele gelovigen gedood om hun weigering de keizer te aanbidden. Er wordt in de brief aan Smyrna over een verdrukking van tien dagen gesproken. We weten dat de laatstgenoemde keizer de christenen precies tien jaar vervolgd heeft.
Na de bekering van keizer Constantijn (312-337) werd de vervolgde gemeente tot staatskerk uitgeroepen. De kerk werd nu niet meer van buitenaf bedreigd, maar van binnenuit aangetast. De gemeenteoudsten werden tot kerkvorsten verheven, de grotten en catacomben waarin de gelovigen hun samenkomsten hielden, werden omgebouwd tot machtige kathedralen. Onopgemerkt vermengde de kerk zich met de wereld: Pergamum.
Omstreeks 600 werd Gregorius als eerste paus tot algemeen kerkvorst geïnstalleerd. Daarmee begon de periode van het pausdom, die tot de dag van vandaag voortgezet wordt. De vrouw Isebel uit de brief aan Tyatira zal haar uiteindelijke vervulling krijgen in Openbaring 17:3, waar we kunnen lezen over de vrouw op het beest. Niet als maagdelijke bruid, zoals de gemeente beschreven wordt, maar als hoer, rijk versierd en dronken van het bloed der heiligen. Aangevoerd door de paus werd er in de middeleeuwen vreselijk veel bloed vergoten bij het ombrengen van de gelovigen die het gezag van de Bijbel belangrijker vonden dan het gezag uit Rome. Ook in de toekomst, wanneer de kerk van Rome zich zal verbinden met het hersteld Romeinse rijk, dat onder de leiding van de antichrist het Joodse volk en de gelovigen uit de grote verdrukking zal keren, zal opnieuw het martelarenbloed grootschalig vloeien.
Het resultaat van de kerk van de middeleeuwen was Sardes, een kerk die de naam had dat ze leeft, maar dood was. Er waren in de kerk nog maar enkelen die zich niet met de hoererij verontreinigd hadden. De opdracht luidt dan ook niet meer om de zonde uit hun midden te verwijderen, want dan zou er in de kerk niemand meer overblijven, maar veel meer om tussen het zondige gedrag stand te houden en vast te houden wat ze hadden. Zo groeide de kerk van de middeleeuwen uit tot een kerk zonder boodschap, waarbij de drang om het evangelie te verkondigen geheel ontbrak. Ook de reformatie, waarbij de protestantse kerk zich van Rome afscheidde, bracht slechts een gedeeltelijk herstel van de kerk. De Bijbel werd weliswaar weer het hoogste gezag in de kerk, maar ook dat leidde uiteindelijk weer tot de moderne schriftkritiek. Het antisemitisme bleef trouwens ook in de reformatie gehandhaafd.
Aan het einde van 19e eeuw ontstond echter een grote opwekkingsbeweging. In het Verenigd Koninkrijk kende de kerk een enorme opbloei en een grote zendingsijver. Ook op het vaste land van Europa begon een geweldige opwekkingsbeweging, waarmee we in de periode van Filadelfia terechtgekomen zijn. We moeten hier denken aan mensen zoals Wesley, Spurgeon, Stott, Carey, Taylor en vele anderen die tot ongekende wereldwijde zegen geworden zijn voor de gemeente van de 20e eeuw. Filadelfia betekende echter niet het einde van Sardes. Sardes zal uiteindelijk in Laodicea, overgaan en in de eindtijd de afvallige wereldkerk vormen, waarmee de antichrist een verbond zal sluiten. Laodicea zal invloedrijk, machtig en groot zijn, maar inhoudsloos, want Christus staat buiten de deur. Filadelfia zal in de eindtijd de ware gemeente van Christus voorstellen en zal, bij de opname van de gemeente, van de aarde weggenomen worden.

Tenslotte is het heel boeiend te zien hoe de geschiedenis van Israël zich in de kerk herhaalt. Het boek Jozua laat zich heel eenvoudig met Handelingen vergelijken. Beide boeken beginnen met een geweldige belofte om ‘het land’ in bezit te nemen. In Jozua onder de leiding van Jozua en in Handelingen onder de leiding van de apostelen. Israël verwierp het koningschap van God en stelde aardse koningen over zich aan (1Sam. 8:7), terwijl de kerk het Goddelijk gezag inwisselde voor het pauselijk gezag. Israël verdeelde zich later in het Noord- en het Zuidrijk, terwijl de kerk in Rome uiteenviel in de Oost-Orthodoxe kerk en de kerk van Rome (West).
De periode in Israël met Achab en Isebel, waarin Israël zich met Baäl verbond, spreekt vanzelf over de periode van Tyatira, waar het over dezelfde zaak gaat. Zo komt Israël uiteindelijk, net als de kerk van Sardes in een ‘ slaaptoestand’ terecht en wordt de kerk, maar ook Israël, in Gods Woord als ‘geestelijk dood’ omschreven. Filadelfia wordt het trouwe overblijfsel genoemd, zoals de Bijbel ons ook leert dat van Israël het trouwe overblijfsel gered zal worden. Het is zeker de moeite waard om ook deze zaak van de kerk te belichten.

Ds. Theo Niemeijer