Achter mijn Herder?!

Hans Kruisman • 85 - 2009 • Uitgave: 24
Een citaat: “Als de Bijbel spreekt over een herder, zien mensen vaak een plaatje voor zich van een man die voor een kudde schapen uitloopt… Dit plaatje past echter niet bij het werkelijk beeld van de herder… Een echte herder loopt nooit vooraan.” Op het eerste gezicht lijkt het een detail: Loopt de echte Herder voor of achter zijn kudde? Als we dit samen gaan bestuderen, ontdekken we dat het belangrijk is om te weten waar Hij loopt.
Zoals we gewend zijn, zullen we het antwoord op de vraag of de Herder nu voor of achteraan loopt, met de Bijbel in de hand onderzoeken. In een eerder artikel hebben wij immers gesproken over het ‘Schriftgericht denken’ dat noodzakelijk is om deze levensbeschouwelijke fundering gestalte te geven. Het is een denken dat het alleenrecht van ‘Woord en Geest’ kent. (zie het eerder geschreven artikel: ‘Wetenschap: vijand van het geloof’ in Het Zoeklicht 2009 nrs. 18 en 19) ‘Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder van uw zielen…’ (1Petr. 2:25). Waar loopt mijn Herder, die de hoeder van mijn ziel is?

Loopt de Goede Herder voor of achter zijn kudde? Voorbeelden uit de Bijbel spreken in historisch opzicht duidelijke taal. ‘Wanneer hij zijn eigen schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen…’ (Joh. 10:4). Ook wanneer we met beeldspraak te maken hebben, zien we geen tegenstelling met de historische feiten. ‘God, die mij als herder geleid heeft, mijn leven lang tot op deze dag…’ (Gen. 48:15); ‘…die voor hun aangezicht uitgaat en die voor hun aangezicht ingaat, en die hen doet uittrekken en hen weer terugbrengt, opdat de vergadering des HEREN niet zij als schapen die geen herder hebben…’ (Num. 27:17); ‘…komt achter Mij…’ (Marc. 1:17); ‘Hij zeide tot allen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij…’ (Luc. 9:23); ‘…wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen…’ (Joh. 8:12); ‘Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs…’ (Hebr. 12:2); enzovoorts. Wij ontdekken dat de ‘echte’ Herder voor zijn kudde uit loopt! Laten we wat meer in detail kijken wat dat inhoudt.

Het volgen van Hem als mijn Herder kent geen dwang. De schapen van de Goede Herder worden geleid, maar de schapen van een ‘slechte’ herder worden gedreven. We worden niet gedreven, maar mogen Hem volgen! Het is ‘mogen’ tegenover ‘moeten’. Dit is een belangrijk gegeven om te toetsen met welke H(h)erder wij te maken hebben. ‘…wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben…’ (Joh. 8:12). Alleen Hij kan u voor struikelen behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde (Judas :24).
Helaas kunnen wij door ongehoorzaamheid in de problemen komen. David is daarin een voorbeeld om niet na te volgen (zie 2Sam. 11:1–12:13). ‘Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen’ (Kol. 1:9-10). Wij blijven verantwoordelijk om te wandelen naar de wil van God (Rom. 8:4). Als wij onze ogen afwenden van de Here Jezus, kunnen wij verdwalen. Dan worden we vatbaar voor de gevaren van de duisternis. Vlucht tot Hem en houdt uw ogen alleen op deze Goede Herder gericht!

Het volgen van Hem als mijn Herder maakt ons deel van de weg die Hij ons is voorgegaan en waarop de zonde geen gelegenheid krijgt om de naam van de Leidsman te onteren. Het is de levensweg die wij na de nodige versterking en rust zullen bewandelen (Ps. 23:2). Het is een moeilijke, maar noodzakelijke weg (Ps. 23:4). Wij ondervinden hierop de zelfverloochening. Zelfverloochening is het ‘nee’ zeggen tegen je eigen ik. Het is het zichzelf geven aan Hem als welgevallig offer. ‘Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen (volgelingen) van Mij…’ (Joh. 8:31-32); ‘Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn’ (Luc. 14:27). Deze wandel is een kruisgericht leven. Het voornaamste doel van het kruis in het leven van een christen, is het afrekenen met het oude leven, het vleselijk leven, zodat Christus meer en meer gestalte in ons krijgt.

Het volgen van Hem als mijn Herder is een uiting van het persoonlijk geestelijk leven, een leven dat wordt geleid door de Heilige Geest en gevoed door het Woord. Dit leven kent een ‘levende’ relatie met Hem en zal vrucht dragen (Joh. 15:1-8). Het is een leven in afhankelijkheid aan Hem. ‘Dan zal Ik u voor dit volk maken tot een koperen, onneembare muur, en zij zullen tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u om u te helpen en te bevrijden, luidt het woord des HEREN’ (Jer. 15:20). In een vijandige wereld is Hij het die voor ons strijdt en ons aanspoort stil te zijn. ‘De HERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn…’ (Ex. 14:14); ‘Want de HERE zelf zal voor u uit trekken…’ (Deut. 31:8). Dit schaap weet dat het voor zijn bescherming geheel afhankelijk is van de Goede Herder.

Het volgen van Hem als mijn Herder is alleen mogelijk wanneer wij Zijn stem herkennen. Dit vraagt om oefening. Een schaap kent de stem van zijn herder, omdat het aan die stem gewend is. Een lam volgt niet de herder, maar zijn moeder. Het schaap is een ervaren broeder of zuster in het geloof. Terwijl het lam via zijn moeder de herder volgt, wordt het zelf gewend aan de stem van de herder. Het schaap kan het lam hierin motiveren en inzicht geven door open te spreken over haar eigen ervaringen. God heeft ons als verantwoordelijke mensen geschapen die hun levenswandel in gehoorzaamheid aan Hem dienen te vervolgen. Laten wij de ons gegeven vrijheid niet misbruiken!
‘…de schapen horen naar zijn stem…en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen; maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen…’ (Joh. 10:3-16). Door de zalving van de Heilige Geest zijn wij in principe in staat om zijn stem te kennen. Maar we dienen als lammeren te groeien, zodat we ook zelf als schaap Zijn stem beter zullen verstaan. ‘En onder de maaltijd, toen de duivel reeds Judas, Simons zoon Iskariot, in het hart had gegeven Hem te verraden…’ (Joh. 13:2). Judas volgde de stem van een vreemde herder. Het was de stem van satan.
De stem van God zal, in tegenstelling tot de stem van satan, ons hart vervullen met vrede en rust.
De stem van God zal krachtiger worden.
De stem van God openbaart zich volledig en eenduidig. Het Woord, de Heilige Geest en de voorzienigheid spreken elkaar niet tegen.
De stem van God is niet bedreigend en Hij leidt zijn schapen zachtkens. God heeft geduld met ons. ‘Hij zal als een herder zijn kudde weiden, in zijn arm de lammeren vergaderen en ze in zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtkens leiden…’ (Jes. 40:11).
De stem van God spoort aan en bemoedigt.
Maar: De stem van satan dwingt mij.
De stem van satan openbaart zich niet volledig. Er is geen eenduidigheid.
De stem van satan drijft op en is vaak bedreigend.
De stem van satan spreekt vaak het vlees aan.

Tot slot
Wat ziet de wereld van ons? Onze wandel op deze aarde als schapen van de Goede Herder, is het enige dat de wereld ziet. Deze wandel is ons openlijk getuigenis voor de mensen. Ik wens u een gezegende wandel toe door gehoorzaamheid aan deze Grote en Goede Herder.

Hans Kruisman