Adventsverwachting?

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 19
Alles is al in de kerstsfeer. Straten en huizen zijn feestelijk verlicht in deze donkere decembertijd. Dat heeft een lange traditie. Vroeger duurden de donkere wintermaanden zo lang – tegenwoordig vliegen de weken en maanden voorbij. Nog even en dan gaan de dagen al weer ‘lengen’ – zo zei mijn oma vroeger. Maar toen de donkere maanden nog zo lang duurden, heeft men het ‘midwinterfeest’ bedacht, om maar even een onderbreking te hebben. Daar komt ook onze kerstversiering vandaan. In dit alles mogen bijbelgelovigen de adventsverwachting hooghouden. Wij denken aan Christus’ eerste komst maar verwachten Zijn tweede komst. Daar hangt veel mee samen en ook dat vraagt: gelovig lezen wat er staat in de Schrift, hoe moeilijk soms ook. Alles van de Bijbel is geloofwaardig, omdat het om Gods Woord gaat. Hoe geloofwaardig was Maria vroeger toen ze meldde dat ze zwanger was van de Zoon van God, Jezus Christus, de beloofde Messias. Zou haar familie haar hebben geloofd? Zouden de familieleden, vrienden en collega’s van Jozef hem hebben geloofd over de zwangerschap van Maria, zijn verloofde?
Het is altijd moeilijk, ook in onze tijd, om de dingen van de levende God, wanneer ze zichtbaar worden, te geloven. Dat is ook zo met de dingen van de eindtijd, van de wederkomst, van de opname van de gemeente, van de grote verdrukking. De tekenen in wereld spreken geheel conform de aangekondigde gebeurtenissen. Toch hebben veel christenen moeite met dit alles. Kan God nog zijn hand hebben in de dingen die gebeuren, zowel ten goede als ten kwade? In Israël had men de dingen theologisch dichtgetimmerd. Men verwachtte de Messias wel, maar ’t moest en het kon niet te concreet in de eigen levenstijd gebeuren. Zóver moet je toch niet gaan? Daarom gingen ze maar niet kijken in Bethlehem, toen hen bekend gemaakt was dat de Messias was geboren. Bovendien, die boodschap kwam ook nog eens van Herodes via heidense sterrenwichelaars – de wijzen uit het Oosten –, dat is toch verdacht? Dat moet wel een valse Messias zijn. Nee, als er een boodschap van God komt dan toch niet via zulke heidense kanalen? Bovendien, het bloedbad van de kindermoord te Bethlehem als gevolg van deze occulte mededeling moet ook wel boekdelen hebben gesproken. Tegen die Messias moet heel wat gepreekt en geschreven zijn met alle voor de hand liggende argumenten. Hoe kon men toen ooit geloven dat Jezus de beloofde Christus was?

Men moet wel heel erg de antennes op de hemel hebben gericht (zoals Simeon in Luc. 2:25) om de sprake Gods te horen, ook in onze tijd. Niemand kan de levende God voorschrijven hoe Hij zich bekend maakt in Zijn handelen vandaag. Daar past altijd weer grote bescheidenheid. Maar duidelijk is wel: we mogen, meer dan ooit, een levende Adventsverwachting hebben, ook al past die niet in veel dichtgetimmerde theologische constructies. Die levende verwachting maakt de vreugde van het komende kerstfeest alleen maar groter.

Namens de Redactie
ftv