Alida van der Hout: “Ik mag Gods liefde uitdragen!”

Feike ter Velde • 84 - 2008 • Uitgave: 2
Ze werkt al zeven jaar in een hospice in Nijkerk. Ze doet dat vooral met grote inzet en vindt in haar geloof inspiratie en motivatie. Ze werd zeer rechtlijnig opgevoed in een Gereformeerd Vrijgemaakt gezin. Haar jongste broer werd zelfs vernoemd naar drie bekende Vrijgemaakte professoren. Ze heeft veel gezien van de wereld, woonde vijftien jaar in Zuid-Afrika, waar ze ook de nood van armoede en ziekte zag. Ze bezocht daar aids-patiënten. Vandaag vertelt ze, de verpleegkundige Alida van der Hout.

“Wij kwamen in Nijkerk wonen vanuit Eindhoven, omdat ik dan dichter bij mijn moeder van 80 jaar zou komen wonen. Ik was van plan om meer bij haar op bezoek te gaan. Maar ze overleed zes maanden voordat we verhuisden. We hebben als broers en zussen een maand lang dag en nacht bij haar gewaakt in het ziekenhuis. Toen de ergste drukte van de verhuizing voorbij was, begon ik het vrijwilligerswerk dat ik in Eindhoven deed in de kerk en op de school van de kinderen, al te missen. Ik hoorde van het werk in het hospice en dat sprak mij direct aan. Aanvankelijk werkte ik hier als vrijwilliger, later als verpleegkundige en sinds december 2005 als algemeen coördinator.

De gasten zijn zieke mensen met een levensverwachting van minder dan drie maanden en voor wie behandeling niet meer mogelijk is. De achtergrond van de gasten varieert sterk. Sommigen hebben een uitgebreid sociaal netwerk, anderen zijn schrijnend eenzaam, zelfs zo dat de wijkverpleegkundige de begrafenis moet regelen bij gebrek aan familie of vrienden. Sommigen komen naar het hospice, omdat er geen mantelzorg aanwezig is, waardoor thuis sterven moeilijk wordt. Anderen komen omdat ze niet willen dat hun geliefden in de rol van verzorgenden terechtkomen. Ze willen graag dat hun kinderen als kind afscheid kunnen nemen. De tendens is de laatste tijd dat steeds meer mensen de bewuste keuze maken om in het hospice hun leven af te ronden. Er zijn mensen die het niet zien zitten om in de thuissituatie ernstig ziek te zijn, al die vreemden over de vloer. Het ziektebeeld kan ook problemen veroorzaken, bijvoorbeeld bij een hersentumor kunnen mensen last hebben van karakterveranderingen. Dan richten ze hun agressie soms op degene die hun ‘t liefst zijn. Het dag- en nachtritme worden soms omgedraaid, waardoor de situatie onhoudbaar wordt. Al wil je dan nog zo graag voor je echtgenoot zorgen, soms lukt het echt niet. Het hospice is dan een uitkomst.

De gemiddelde leeftijd van de gasten ligt boven de zeventig jaar. Bij ons in het hospice kunnen geen gasten jonger dan vijfenveertig jaar opgenomen worden. Dat is één van de redenen waarom we werken aan een nieuw, zelfstandig hospice in Nijkerk. We bieden niet alleen lichamelijke en geestelijke verzorging, maar staan de gasten en hun naasten ook bij op het gebied van zingeving en relatie. De zorg is sterk gericht op de behoefte en wensen van de gasten. ‘Hier hoeft niets en mag alles’ is ons motto.
Er zijn verschillende soorten medewerkers: de vrijwilligers, die de hele dag aanwezig zijn op het hospice. De vrijwilligers hoeven geen speciale opleiding te hebben. Een andere groep medewerkers is de verpleegkundigen. Zij moeten BIG-geregisteerd, bekwaam en bevoegd tot handelen zijn. Het hospice moet een echt ‘thuis’ voor gast en familie zijn. Iedereen moet zich er snel thuis voelen. Een gewoon huis in een gewone buurt, maar wel voorzien van alle comfort, om dat laatste stukje leven van ernstig zieke mensen zo prettig mogelijk te maken. Gezellige, ruime en lichte kamers, waar de mensen meubels en andere dingen waaraan ze gehecht zijn, van thuis mee kunnen nemen. Ook huisdieren zijn welkom, zolang ze geen overlast geven. Er moet professioneel personeel werken, goed opgeleid en voortdurend bijgeschoold, werkend vanuit de liefde voor hun medemens.

Ik werk vanuit het geloof dat we door God zijn geschapen en alleen God ook het einde van ons leven bepaalt. Daarom zet ik me in voor goede palliatieve zorg. Bewezen is dat daardoor de euthanasievraag afneemt. In ons hospice wordt geen euthanasie toegepast. Maar mensen met een euthanasiewens zijn wel welkom. Ik bespreek dit voorafgaande aan de opname. In de afgelopen veertien jaar dat ons hospice bestaat, is het maar één keer voorgekomen dat er iemand uiteindelijk toch naar het ziekenhuis ging om euthanasie te laten toepassen. Mijn kijk op dit leven is sterk bepaald door het voorbeeld van de Here Jezus, toen Hij op aarde was. Hij zette zich in voor hen die ziek, verdrukt of behoeftig waren. Het is een voorrecht om een spiegel van Gods liefde te mogen zijn, om door Hem gebruikt te mogen worden om mensen Zijn liefde te laten ervaren.

Omdat je zelf gelooft dat het sterven een doorgang is naar een beter leven, kun je mensen troosten met het vooruitzicht van een toekomst, die oneindig veel mooier is dan dit leven. Soms kun je dit delen met alleen maar een paar woorden, soms door te bidden op verzoek van de gast of de familie. Er zijn echter ook wel momenten dat zingen van een psalm of ander troostrijk lied rust geeft. Ik heb de gewoonte om te neuriën tijdens mijn werk. Soms krijg je dan reacties van de gasten: “Dat klinkt mooi, kun je dat lied ook voor me zingen?” of het gebeurt ook wel dat iemand spontaan mee gaat zingen.
Soms worstelen mensen nog met de vraag of ze wel op de valreep naar God toe kunnen gaan met hun zondige leven. Een vrij jonge vrouw had vóór de opname aangegeven dat ze absoluut niet aangesproken wilde worden op haar niet-christen zijn. Natuurlijk respecteer je dat. Toch wist ze wel dat we voor haar baden, want toen ze voor een moeilijke behandeling naar het ziekenhuis moest en daar heel erg tegenop zag, zei ze tegen ons: “Als jullie dan zonodig voor me willen bidden, mag je het nú doen, nu heb ik het nodig.” Aan de andere kant gaf ze ook wel aan dat ze wel in de gaten had dat wij veel aan ons geloof hadden, anders konden we volgens haar dit werk nooit doen. Zo weet je niet hoe God nog in harten van mensen kan werken.

Het dagelijks bezig zijn met de essentie van het leven, maakt dat je relativerend in het leven staat. Je maakt je niet zo druk om kleine, onbelangrijke dingen. Ik beschouw het als een voorrecht dat de Here me elke dag weer kracht en gezondheid geeft om Zijn liefde door te geven. De Here heeft heel duidelijk mijn levenspad zo geleid dat ik, na twintig jaar voor onze vijf kinderen gezorgd te hebben, weer terug mocht komen in mijn beroep, dat ik altijd met zoveel liefde heb uitgeoefend. Ik heb destijds, na mijn verpleegkundeopleiding ook de opleiding tot verloskundige gedaan. Ik heb dus aan het kraambed gestaan en sta nu aan het sterfbed. Beide situaties zijn heel intiem. Je maakt van dichtbij een heel persoonlijk belangrijk moment mee dat God een mens van de ene in de andere fase brengt. Dit moment mag je delen met de familie, dat is een voorrecht! Je mag een stukje meelopen met de gast en zijn familie.
Dit deel van de gezondheidszorg is zo mooi, omdat er zoveel vrijwilligers meewerken. Daarom heb je als beroepskracht genoeg tijd voor optimale verzorging van de gasten die aan je zorg zijn toevertrouwd. Waar vind je dat nog in de gezondheidszorg?

Ook doordat ik vijftien jaar in Zuid-Afrika gewoond heb, leer je zaken te relativeren. Als je ziet hoe mensen aan de andere kant van de wereld vechten om het hoofd boven water te houden, dan maak je je niet zo druk om futiliteiten. Ik geloof dat God veel verdriet heeft van kerkmuren. Wat ook sterk aanwezig is, is het besef van Gods werk over de hele wereld. Ik ben in Zuid-Afrika ook in een hospice geweest en heb aids-patiënten thuis bezocht. Dan zie je dat er hele generaties uitsterven. Wat word je dan dankbaar voor elke dag die God je geeft om in Zijn koninkrijk te mogen werken!”

Feike ter Velde