Als de zomer ten einde is...

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 6/7
Een klaaglied van Jeremia over Israël

De profeet Jeremia leefde in Israël in tijden van grote geestelijke zegen en tijden van diep geestelijk verval. De God van Israël, aan wie Hij eens de Tien Geboden had gegeven, sprak tot Jeremia. Deze werd een profeet – mond van God – die sprak tot het volk. Dat volk was vervallen tot zonde, geestelijk verval en immoraliteit. Zij moesten zich bekeren, hun boosheden loslaten en afgoden opgeven, dan zou Israëls God hen genezen. Maar ze luisterden niet. Toen kwam het oordeel: oorlog en deportatie naar Babylon. Velen vonden de dood in grote ontreddering.


De zomer is voorbij, de winter is aanstaande. Dat wil zeggen: er is ander weer op komst. De situatie blijft niet zoals ze is geweest. De kansen lopen ten einde en spoedig is het genoeg geweest. Zo was de situatie. De zomer is ten einde. Dat kunnen we ook toepassen op de situatie van ons eigen land en van Europa. Misschien moet ik ook wel zeggen van heel onze westerse wereld. We hebben de afgelopen decennia ongekende welvaart gekend. De rijkdommen stapelden zich op. Het eigen-huizen-bezit steeg enorm in ons land. Veel Nederlanders gingen steeds vaker per jaar op vakantie. Het autobezit steeg enorm. Er was overal gebrek aan personeel en mensen konden hoge salarissen eisen, vooral mensen op de IT-markt. Men kwam van school of universiteit en kon direct aan de slag met een salaris van een ton en een auto van de zaak. De bomen leken tot in de hemel te groeien. Dat is nu allemaal voorbij.

De zomer is voorbij. De economie is in twee jaar tijd in een recessie gekomen. Premier Jan-Peter Balkenende kondigde bij het aantreden van het nieuwe kabinet moeilijke tijden aan. Nu dat zo is geworden waarom zouden we niet even terugkijken op al die vette jaren die achter ons liggen. We hebben het zo geweldig goed gehad, maar hebben we dat als volk ook wel op zijn waarde geschat? Zijn we dankbare mensen geworden? Wat heeft het aan ons als volk gedaan? Wie die balans opmaakt wordt niet blij. Moreel zijn we diep gezonken als natie. Het aantal televisienetten is fors uitgebreid en daarmee is de videodrek onze huiskamers binnengestroomd. De zondigheid van de menselijke natuur zien we daarin beschamend getoond. Kijkcijfers moeten met pornografische programma’s worden opgekrikt, anders kijkt er niemand. Hoe banaler en hoe platter, des te beter.
De criminaliteit en de onveiligheid zijn gespreksonderwerp van de dag geworden in onze welvaartscultuur. Overal wordt gestolen bij het leven. Niets is meer veilig. We moeten onze huizen steeds meer beveiligen. Op weg naar het zonnige zuiden hebben we kans door struikrovers te worden overvallen, die onze caravan op de nachtelijke parkeerplaats laten vollopen met gas, zodat ze onze caravan kunnen leegroven. De grofheid in het verkeer en waar dan ook op straat, vooral in de grote steden, kent geen grenzen meer. Kortgeleden werden we uitgejouwd door Marokkaanse meisjes voor ‘moordenaars’, omdat we een feestelijke bijeenkomst bijwoonden in verband met het 55-jarig bestaan van Israël.
Het aantal echtscheidingen onder christenen stijgt constant en het aantal probleemgezinnen baart onze scholen grote zorgen. Kinderen komen ongewassen en zonder ontbijt op school. Het verdriet onder kinderen over het gedrag van hun ouders is onbeschrijfelijk. De onzekerheid en het gemis aan warmte en liefde slaat onheelbare wonden, die later allerlei psychische kwalen opleveren. Nou, zo zouden we door kunnen gaan. De opsomming van wat er in onze welvarende wereld mis is gegaan kent bijna geen einde. Nee, de welvaart heeft ons niet tot betere mensen gemaakt.

De zomer is voorbij. We zijn nu in andere tijden terechtgekomen. De zak geld van de overheid is leeg en er moet tot ongekende hoogte bezuinigd worden. Een gezegde leert ons: "De armoe houd je knap". Met andere woorden, de armoede houdt een mens in het gareel. Je moet hard werken, lange dagen maken, op tijd naar bed en vroeg weer op. Tijd voor zonde is er niet, want ledigheid, niets doen en lange welvaartsvakanties – vooral voor jongeren met veel drank en veel seks, waar de commerciële televisie dan weer ordinaire programma’s over gaat maken – worden afgeschaft. Het kan niet meer. Het geld is op. We hebben er genoeg van gehad, we hebben het opgemaakt. De zomer is nu voorbij, maar we zijn niet bekeerd. De profeet zei het ook al: "Al wordt de goddeloze genade bewezen, hij leert geen gerechtigheid" (Jes. 26:10).

We hebben grote vrijheden gekregen maar die worden gebruikt voor ongekende losbandigheid en wetteloosheid in onze cultuur. Klagen daarover helpt natuurlijk helemaal niets. Bidden helpt wel. Bidden om een ommekeer in ons volksleven. Bidden om een opwekking. Bidden om een terugkeer naar Gods geboden en naar Gods genade.
Als dat niet gebeurt dan konden "de moeilijke tijden", waarover onze regering spreekt nog wel eens vele malen moeilijker worden als dat we nu vermoeden. Voor Israël werd het oorlog en wegvoering in gevangenschap. En voor ons? Oorlog, armoede, terreur en noem maar op. Het is allemaal niet ondenkbaar. De heilige God ziet vanuit de hemel alle zonde van de mensheid. Hij heeft ons volk gezegend met veel welvaart, maar het heeft niets uitgewerkt. De welvaart verkeerde in wellust, wanorde en wetteloosheid. Voetbalfans en hooligans slopen bussen en treinen en schuwen de meest grove geweldplegingen niet om hun innerlijke woede te uiten.

Nu is de zomer voorbij, de welvaart voorbij en hoe nu verder? Laten we hopen en bidden dat onze generatie oog krijgt voor de nood waarin we terecht zijn gekomen. Welvaart en humanisme bleek een goede voedingsbodem voor ongeloof en goddeloosheid. Mag de komende crisistijd in ons volksleven misschien nog Christustijd worden. Overal komt nieuwe belangstelling voor de Bijbel en het christelijk geloof. De Alphacursus doet het goed op heel veel plaatsen en wekt belangstelling bij totaal onkerkelijke mensen voor God en Zijn Woord. Dat zijn mooie dingen. Dat geeft nieuwe hoop aan een samenleving zonder hoop en zonder uitzicht. Daarom moeten wij ook de moed niet verliezen, maar elkaar eraan herinneren: bidden helpt, vooral nu het nog zomer is.

Feike ter Velde