Als de zon ondergaat en over twijfelaars in de kerk

Joop Schotanus • 78 - 2002/03 • Uitgave: 6/7
Wat een schat van een baby was het. Met groot plezier zagen de ouders en de grootouders hem opgroeien. Ook de verdere familie genoot van het kereltje. Voor de andere kinderen in het gezin was het niet altijd even gemakkelijk om zo'n lief broertje te hebben. Zo'n stralend kind krijgt vaak automatisch veel positieve aandacht, terwijl de anderen het veelal met minder moeten doen. Broertje deed het ook goed op school. De meesters vonden dat het een kind was met een goed hartje. Als er werd meegedeeld dat er een klasgenootje ziek was, dan kwam hij na schooltijd thuis en vroeg moeder of hij een sinaasappel mocht brengen naar het patiëntje. Het was niet alleen verwonderlijk dat hij in z'n peuter- en kleuterjaren zo innemend was, maar dat hij dat zelfs gedurende z'n puberjaren bleef. Terwijl nogal wat van zijn leeftijdgenoten onverschillig werden, had hij geen enkele moeite met het naar de kerk gaan en deed goed mee tijdens de catechisatie. Op zondagmorgen geen enkel probleem om hem z'n bed uit te krijgen voor de kerkdienst. De weekenden kregen bij hem een waardevolle invulling. Hij had ook geen moeite met de vervulling van de huishoudelijke taken in het gezin. Wat zou je nog meer wensen?

De formuleringen
Komen we nu met deze bovenstaande beschrijving niet een beetje in botsing met ons algemeen onbetwijfeld geloof dat ieder mens van nature geneigd is om God en z'n naaste te haten? Dat ieder van nature zo verdorven is dat hij ganselijk onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Dat hij niet kan doen wat de wet van hem eist en hij moedwillig ongehoorzaam is? Maarten 't Hart en Jan Wolkers hebben dit soort formuleringen aangegrepen om hun kerkelijke afkomst te verloochenen. Zij hebben die diepten van het geloof nooit echt kunnen peilen en zich er tegen verzet. Die kant kun je opgaan als je je levensgenot niet wilt laten inperken door kerkelijke belemmeringen. Daarbij kunnen we ons ook nog wel wat voorstellen. Maar hoe komt het nu dat later 'ons zonnetje in huis' de weg van het geloof zo moeilijk kan vasthouden? Daar hebben we toch eigenlijk geen verklaring voor. Of toch wel?

Het postmodernisme
Onze brave Hendrik (niet negatief bedoeld) gaat na z'n succesvolle opleiding aan het gymnasium theologie studeren. Na zijn studie krijgt hij al heel gauw een beroep. Hij heeft geen enkel verlangen om een postmoderne christen te zijn. Die dubbelheid spreekt hem gewoon niet aan. Hij wil beslist niet worden waar zijn ouders het gezin ernstig voor meenden te moeten waarschuwen. Hij wilde trots kunnen blijven op wat zijn kerk tot stand had gebracht in onze Nederlandse geschiedenis. Het gelukte hem als jonge dominee te midden van al die oudere broeders in de kerkenraad om ook 'het zonnetje in de kerk te zijn. Hij weet een zomerse sfeer om zich heen te scheppen. Als de zon maar zou blijven schijnen. Als je maar recht in de leer blijft en je haar maar goed zit. Dan loop je toch geen gevaar. Of toch wel?

De twijfel
De zon gaat langzaam onder. Ondertussen is hij de dertig gepasseerd. Als Hendrik met zovelen in de kerk sterk overtuigd is dat het postmodernisme beslist niet de weg is en tot nu toe daartegen alle registers van de kerkelijke leer heeft open getrokken, dan komt er onrust en onvrede. Al zijn inspanningen ten spijt geeft hem nog niet de garantie dat de zon blijft schijnen. Hij gaat twijfelen aan de oplossing die men zoekt met het zich indekken in de oude formuleringen. Hij kan niet geloven dat zijn enadering het goede alternatief biedt tegen de
invloed van het moderne leven. Hij ontdekt dat hij met zijn door en door kerkelijke benadering zijn hoorders niet op het goede spoor houdt. Hij kan niet meer geloven dat de leerstukken het antwoord kunnen geven op de moderne tijdgeest. Voor hem is de gereformeerde variant van het christelijk geloof ten onder gegaan. Dit kan hem geen veiligheid en zekerheid meer bieden. De grote discussies in de kerk over gezangen, liturgie, binding aan de belijdenis en of de ouderling in een leesdienst de zegen aan het einde van die dienst mag uitspreken e.d., brengen hem in grote verwarring. Hij kan er niet meer in geloven dat al dit gedoe de goede manier is om het zuivere licht van het Evangelie te verspreiden. Wat dan wel?

Op zoektocht
Hij kijkt over de schutting bij de evangelischen. Zou daar het antwoord te vinden zijn? Hij stelt zich op een min of meer indirecte manier op de hoogte van het reilen en zeilen in de meer charismatische kringen. Vanuit z'n nuchtere benadering kan hij ook daar niet goed mee overweg. De evangelische enthousiastelingen spreken hem niet aan. Ook daar gaat de zon niet voor hem op. De gevoelens spelen daar vaak zo'n grote rol, dat hij weer gaat twijfelen aan de werkelijkheid van het geloof. Hij voelt zich nergens geholpen.

Adviezen
Tot nu toe had hij zijn twijfels en onvrede verborgen kunnen houden, maar nu wordt het hem allemaal teveel. In het Nederlands Dagblad legt hij zijn probleem bloot. Dan wordt de krant overstelpt met reacties. Reacties van medestanders, reacties van tegenstanders, reacties van bewogen en begripvolle collega's. Onbegrijpelijke verwijten en liefdevolle adviezen bereiken hem op pagina zeven via de ingezonden stukken. Gelukkig wordt hij vaak gewezen op de Enige die nodig is. Jezus alleen.

Een bijbels advies
Wij vinden in Efeze 1 het antwoord van Paulus op onzekerheid en duisternis in de ziel. Hij gaat hartstochtelijk bidden om wijsheid en inzicht in de goddelijke werkelijkheid. Om licht te ontvangen dat de duisternis uit het hart verdrijft. Licht dat de schaduwen doet vlieden. Paulus bidt voor het openbaar worden van Christus. De enige manier om Hem recht te leren kennen is de werking van God door Zijn Geest. Alleen in het werkelijk kennen van Christus, kunnen we beantwoorden aan het doel dat de Here God met ons heeft. In onze directe verbondenheid met Christus zullen we onze roeping kunnen verstaan. In het afsterven aan onszelf en onze vereenzelviging met Hem zullen we onze rijkdom kunnen beseffen en die rijkdom delen met anderen. In de intieme omgang met Christus kunnen we de kracht ervaren om staande te blijven in deze postmoderne wereld. Om op die plaats te komen en te blijven moet er heel veel op de manier van Paulus gebeden worden voor worstelende theologen. Niet alleen voor hen, maar evenzeer voor grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen, opdat de zon voor hen mag opgaan en blijven schijnen. Dat de volheid van Christus rijkelijk beleefd mag worden, omdat Christus alles in allen vervult. Dat deze zon van licht mag opgaan over al onze lezers en velen met hen in Nederland en daarbuiten. Dat wij allen de rest van ons leven als een heerlijke zonrijke zomer ervaren en van de omgang met Christus mogen genieten. Dit ook uitstralen voor hen die Hem niet echt kennen.

Joop Schotanus