Als u met een menselijke stem verbonden wilt worden, toets 1

Henk Medema • 78 - 2002/03 • Uitgave: 24
In een boek van de Amerikaanse journalist Thomas Friedman (The Lexus and the Olive Tree) vond ik deze foto: een bezoeker aan de Klaagmuur houdt een mobiel telefoontje tegen deze laatste restanten van de Tweede Tempel. De telefonische gebeden (of zijn het weeklachten? of belijdenissen van zonden?) komen op die manier binnen gehoorsafstand van.., tja, van wie eigenlijk? Of: van Wie?

Grote postorderbedrijven hebben al jaren 'sprekende computers', en bij allerlei inlichtingennummers krijg je allereerst een voorgeprogrammeerde digitale stem te horen. Pas alsje erg aandringt, kun je een mens aan de telefoon krijgen. Dat wil zeggen: als je heel bewust wacht tot die mogelijkheid wordt gegeven en je daarvoor kiest.

Wie luistert er dan, daar aan 'de westelijke muur van de Tempel, in de oude stad? Waar komen de e-mailtjes terecht die je - het is heus waar! - kunt opsturen naar allerlei rabbijnen in Jeruzalem, en die ze beloven keurig tussen de stenen van de Klaagmuur te vouwen? Wie leest al die briefjes? (Of, minstens zo interessante vraag die ik me wel eens gesteld heb als ik daar stond te kijken: zou er iemand zijn die af en toe alle papiertjes weer weghaalt?)

Dit artikel schrijf ik terwijl de Tweede Golfoorlog nog niet is begonnen. Of, zoals u me misschien op het moment van lezen corrigeert: terwijl die oorlog nog niet is vermeden. Maar ik zeg u met nadruk: luister in de komende weken en maanden naar de radio, lees de kranten, kijk naar de televisie. Het zal in het voorjaar van 2003 natuurlijk ook wel over Bagdad gaan, over Washington, een beetje over Brussel en nauwelijks over Den Haag. Maar het zal vooral over Jeruzalem gaan. Waaróm draait het steeds weer om die stad, die qua omvang en natuurlijke ligging of economisch belang niet in de schaduw kan staan van de meeste andere metropolen in de wereld?

Omdat er eeuwenlang Iemand gewoond heeft, voor wie men (zelfs toen Hij al weer weggegaan was) zevenenveertig jaar lang aan de tempel heeft gebouwd, waarvan wij nu nog een stukje muur kunnen aanraken. En omdat er iemand een paar jaar als in een tent heeft verbleven, een Vreemdeling in Jeruzalem, in Wie maar weinigen Gods glorie herkenden - maar die drie dagen na zijn dood de tempel van zijn lichaam weer herbouwde en levend werd. Jahweh, de God van Israël. Jezus, de Zoon van de Vader, de gezalfde Koning van Sion.

Als u met een menselijke stem verbonden wilt worden, dan moet u daar wel voor kiezen. De Mensenzoon, Jezus, is nu niet in Israël; in de stad Jeruzalem is de grote Koning nu afwezig, en achter de tempelmuur is de Here God niet te vinden. Hij komt terug, Hij zal er weer zijn. Het geheim achter de wereldgeschiedenis, ook achter de Golfoorlog die al of niet komt, is Gods geschiedenis die ertoe zal leiden dat zijn voeten zullen staan op de Olijfberg, en dat Hij de stad zal binnengaan om daar te regeren.

Op de luchthaven Ben Goerion zag ik foldertjes liggen met de titel: Als u God zoekt, ga dan naar huis. Nieuwsgierig lezend begreep ik de bedoeling: een aansporing voor Joodse mensen om de bijbelse feesten thuis te vieren. Maar als u echt God zoekt, of u nu toevallig thuis bent of niet, dan bent u maar één gebed van Hem verwijderd. Niet achter de Klaagmuur, maar direct achter de muren van uw eigen hart is Hij te vinden. Als de nu nog gesloten poorten open gaan, treedt Hij met vreugde binnen om zijn rechtmatige troon in bezit te nemen. Welkom, Vredevorst!

Henk Medema