‘Amats’
‘Wees sterk en moedig …’
Het nieuwe jaar is nog jong maar schiet alweer snel heen. Een goed moment voor een terugblik op onze laatste jaarwisseling en een vooruitblik. Hoe zijn we dit jaar begonnen? En hoe (be)leven we nu, onze huidige dag? Hoe kijken we naar morgen?
Bij het nadenken over deze vragen worden we geholpen en aangespoord door een bemoedigingsuitdrukking die in de Hebreeuwse Bijbel meerdere keren voorkomt op belangrijke beslissings- of overgangsmomenten in het leven van mensen die de Here God toebehoren en Hem dienen. Het gaat om een uitspraak waarin het Hebreeuwse werkwoord ‘amats’ voorkomt, dat betekent: sterk zijn, moed vatten, moedig zijn, zich sterken. Samengevat is de kernbetekenis van ‘amats’: gesterkt moedig zijn. Opvallend is het dat dit werkwoord ‘amats’ in veel gevallen samengaat met het werkwoord ‘chazaq’: sterk zijn.
Moed voor een nieuwe levensetappe
We vinden beide werkwoorden gebruikt in het verslag van een belangrijke overgangsepisode in het leven van het volk Israël, van Mozes en zijn dienaar Jozua (Deuteronomium 31:1-8). Toen het moment gekomen was dat het volk het beloofde land moest intrekken, bereidde hij hen daarop voor: “De HERE…zal voor u uit overtrekken…” (vers 3) “Wees sterk en ‘amats’/wees moedig, vrees niet… want de HERE uw God, Hij gaat met u, Hij zal u niet loslaten en Hij zal u niet verlaten” (vers 6). Mozes moest zijn leiderstaak aan Jozua overgeven en bereidde ook hem hierop voor met dezelfde woorden: “…wees sterk en ‘amats’/wees moedig, want u zult met dit volk het land binnengaan… De HERE zal met u zijn, Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten” (vers 7-8). Opvallend is het dat Mozes eenzelfde bemoedigingsuitdrukking gebruikt voor zowel het volk dat hij zo lang had geleid, als voor zijn opvolger aan wie hij zijn leiderstaak overgaf. Mozes wist als geen ander hoe zwaar deze taak was en hoe zeer hij daarvoor elke dag Gods bemoediging en kracht nodig had. Dat nu bidt hij volk en toekomstige leider toe. Zij moeten sterk zijn en moed vatten voor de nieuwe levensetappe die voor hen ligt. Belangrijk is dat Mozes, door Gods Geest geleid, hierbij duidelijk maakt dat de kracht en moed van Gods volk en zijn leider niet in henzelf ligt, maar in de Here God. Mozes had geleerd moed te putten uit Gods stellige toezegging: “Zeker…Ik zal met u zijn…” (Exodus 3:12). De opdracht sterk en moedig te zijn verbindt hij nu aan dezelfde belofte: “De HERE… zal met u zijn”. Gods aanwezigheid is hun krachtbron! Daarin alleen vindt de mens sterkte en moed.
Jozua wordt bemoedigd
Na het ingrijpende gebeuren van de overdracht van de leiderstaak staat Jozua aan het begin van zijn nieuwe, grote verantwoordelijkheid. Hoe zal hij zich gevoeld hebben? Zag hij op tegen de tijd die voor hem lag en al het werk dat wachtte? Het blijven onbeantwoorde vragen. Wat we wel weten is dat de Here God hem opzocht met dezelfde bemoediging die Mozes had uitgesproken: “Alleen wees sterk en ‘amats’/wees zeer moedig… Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond… Wees sterk en ‘amats’/moedig… want de HERE uw God is met u, overal waar u heen gaat” (Jozua 1:7-9). God zelf spreekt nu dezelfde bemoedigingsuitdrukking uit die hij eerder uit Mozes’ mond hoorde. Jozua kan sterk en moedig zijn omdat de Here met hem is! De kracht om te dienen als leider ligt geheel buiten hemzelf in de Here alleen!
David en Salomo
Na vele voorbereidingen voor de tempelbouw staat David met Salomo voor een beslissende overgangsetappe en zware taak, omdat deze zoon het grote bouwproject zal moeten uitvoeren (1 Kronieken 22:11-13). “Mijn zoon…moge de HERE met u zijn… (vers 11). Dan klinkt opnieuw dezelfde oproep die Jozua eens hoorde: “Wees sterk en ‘amats’/moedig, vrees niet…” (vers 13). Ook David stelt dat de aanwezigheid van de Here de enige Bron van kracht en moed is.
De Bijbel leert ons dat we met Gods kracht van de ene periode naar de andere mogen overgaan en elke dag door Hem (be)geleid vooruit mogen blikken, omdat Hij ons sterke moed geeft. Hij zal het hart van allen die vertrouwensvol op Hem wachten ‘amats’/met moed sterken (Psalm 31:25). De stellige belofte van Zijn aanwezigheid geldt voor elke dag:
“…wees sterk en moedig… want de HERE uw God is met u…” (Jozua 1:9).
Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk
Het nieuwe jaar is nog jong maar schiet alweer snel heen. Een goed moment voor een terugblik op onze laatste jaarwisseling en een vooruitblik. Hoe zijn we dit jaar begonnen? En hoe (be)leven we nu, onze huidige dag? Hoe kijken we naar morgen?
Bij het nadenken over deze vragen worden we geholpen en aangespoord door een bemoedigingsuitdrukking die in de Hebreeuwse Bijbel meerdere keren voorkomt op belangrijke beslissings- of overgangsmomenten in het leven van mensen die de Here God toebehoren en Hem dienen. Het gaat om een uitspraak waarin het Hebreeuwse werkwoord ‘amats’ voorkomt, dat betekent: sterk zijn, moed vatten, moedig zijn, zich sterken. Samengevat is de kernbetekenis van ‘amats’: gesterkt moedig zijn. Opvallend is het dat dit werkwoord ‘amats’ in veel gevallen samengaat met het werkwoord ‘chazaq’: sterk zijn.
Moed voor een nieuwe levensetappe
We vinden beide werkwoorden gebruikt in het verslag van een belangrijke overgangsepisode in het leven van het volk Israël, van Mozes en zijn dienaar Jozua (Deuteronomium 31:1-8). Toen het moment gekomen was dat het volk het beloofde land moest intrekken, bereidde hij hen daarop voor: “De HERE…zal voor u uit overtrekken…” (vers 3) “Wees sterk en ‘amats’/wees moedig, vrees niet… want de HERE uw God, Hij gaat met u, Hij zal u niet loslaten en Hij zal u niet verlaten” (vers 6). Mozes moest zijn leiderstaak aan Jozua overgeven en bereidde ook hem hierop voor met dezelfde woorden: “…wees sterk en ‘amats’/wees moedig, want u zult met dit volk het land binnengaan… De HERE zal met u zijn, Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten” (vers 7-8). Opvallend is het dat Mozes eenzelfde bemoedigingsuitdrukking gebruikt voor zowel het volk dat hij zo lang had geleid, als voor zijn opvolger aan wie hij zijn leiderstaak overgaf. Mozes wist als geen ander hoe zwaar deze taak was en hoe zeer hij daarvoor elke dag Gods bemoediging en kracht nodig had. Dat nu bidt hij volk en toekomstige leider toe. Zij moeten sterk zijn en moed vatten voor de nieuwe levensetappe die voor hen ligt. Belangrijk is dat Mozes, door Gods Geest geleid, hierbij duidelijk maakt dat de kracht en moed van Gods volk en zijn leider niet in henzelf ligt, maar in de Here God. Mozes had geleerd moed te putten uit Gods stellige toezegging: “Zeker…Ik zal met u zijn…” (Exodus 3:12). De opdracht sterk en moedig te zijn verbindt hij nu aan dezelfde belofte: “De HERE… zal met u zijn”. Gods aanwezigheid is hun krachtbron! Daarin alleen vindt de mens sterkte en moed.
Jozua wordt bemoedigd
Na het ingrijpende gebeuren van de overdracht van de leiderstaak staat Jozua aan het begin van zijn nieuwe, grote verantwoordelijkheid. Hoe zal hij zich gevoeld hebben? Zag hij op tegen de tijd die voor hem lag en al het werk dat wachtte? Het blijven onbeantwoorde vragen. Wat we wel weten is dat de Here God hem opzocht met dezelfde bemoediging die Mozes had uitgesproken: “Alleen wees sterk en ‘amats’/wees zeer moedig… Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond… Wees sterk en ‘amats’/moedig… want de HERE uw God is met u, overal waar u heen gaat” (Jozua 1:7-9). God zelf spreekt nu dezelfde bemoedigingsuitdrukking uit die hij eerder uit Mozes’ mond hoorde. Jozua kan sterk en moedig zijn omdat de Here met hem is! De kracht om te dienen als leider ligt geheel buiten hemzelf in de Here alleen!
David en Salomo
Na vele voorbereidingen voor de tempelbouw staat David met Salomo voor een beslissende overgangsetappe en zware taak, omdat deze zoon het grote bouwproject zal moeten uitvoeren (1 Kronieken 22:11-13). “Mijn zoon…moge de HERE met u zijn… (vers 11). Dan klinkt opnieuw dezelfde oproep die Jozua eens hoorde: “Wees sterk en ‘amats’/moedig, vrees niet…” (vers 13). Ook David stelt dat de aanwezigheid van de Here de enige Bron van kracht en moed is.
De Bijbel leert ons dat we met Gods kracht van de ene periode naar de andere mogen overgaan en elke dag door Hem (be)geleid vooruit mogen blikken, omdat Hij ons sterke moed geeft. Hij zal het hart van allen die vertrouwensvol op Hem wachten ‘amats’/met moed sterken (Psalm 31:25). De stellige belofte van Zijn aanwezigheid geldt voor elke dag:
“…wees sterk en moedig… want de HERE uw God is met u…” (Jozua 1:9).
Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk