Antiochus IV Epiphanes

Henk Schouten • 81 - 2005/06 • Uitgave: 16
Deze machthebber, Antiochus de glanzende, zoals de bijnaam vertaald luidt, kreeg in Juda de bijnaam Antiochus Epimanes, de gek. Ook in de oudheid maakte men al cartoons en karikaturen van machthebbers. In deze machthebber zien we ontegenzeglijk contouren die in de toekomst overeen komen met die van de mens der wetteloosheid, de antichrist die heersen zal.

We bevinden ons historisch gezien in de periode, die aanbreekt na de verdeling van het rijk van Alexander de Grote. Profetische gezien worden we bepaald bij een klein dikwijls wat onderbelicht aspect. We hebben het over de ‘kleine horen’ waarover we lezen in Daniël 8:9-14. Deze machthebber strekt zijn hand zelfs uit ‘tegen het heer des hemels’. Hij was in staat de troon te besteigen na de dood van Seleucis IV, die mogelijk vergiftigd werd. Intriges en moord waren Antiochus niet vreemd. We moeten in het oog houden dat deze ‘kleine horen’ uit het verdeelde Griekse rijk opkomt, niet uit het Romeinse rijk! We moeten het daarom ook niet verwarren met Daniël 7:8, de kleine horen die daar opkomt heeft betrekking op het Romeinse rijk.
De kleine horen uit Daniël 8 is een profetie over Antioches Epiphanes, een persoon, niet een koninkrijk. Antiochus was heerser over Syrië van 175-164 voor Christus. De boeken Makkabeeën 1 en 2 laten ons zien dat deze Antiochus in alle opzichten een felle tegenstander was van de Joodse Godsdienst en vastbesloten was deze Godsdienst uit te roeien. Eén van de verschrikkelijke dingen die hij gedaan heeft, was de ontheiliging van de tempel. Die periode zou 2300 avonden en morgens duren. Antiochus maakte een eind aan de eredienst voor God in de tempel en plaatste er een afgodsbeeld. Hij kwetste de joden tot in het diepst van hun ziel door in de tempel een zeug, een onrein dier, te offeren. Hij vervolgde de Joden die volharden in hun geloof en trouw aan de Here God. Duizenden werden door hem gedood.
Het waren de Makkabeeën die hiertegen in opstand kwamen, waartegen Antiochus uiteindelijk niet bestand was, de tempeldienst werd weer hersteld. In de situatie die toen ontstond zien we later de Here Jezus. De Here Jezus treedt op, niet tegen de achtergrond van het Griekse rijk, maar tegen de achtergrond van het Romeinse rijk, de kleine horen van Daniël 7:8.
De profetie van de ‘kleine horen’, Antiochus wordt vaak in verband gebracht met de dingen die we lezen in Daniël 12:11. Ook daar wordt gesproken van het staken van het dagelijks offer en de oprichting van een gruwel, zoals ook de zeug een gruwel was. We zien in het Nieuwe Testament een parallel in 2 Thessalonicenzen 2:3 en 4. We lezen daar, ‘eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren… zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een God is.’ Velen geloven dat we in de geschiedenis van Antiochus een voorafschaduwing zien van de dingen die door Paulus geprofeteerd worden.

Daniël´s laatste profetie lezen we in Daniël 10 en 11. Daniël was door drie weken van vasten en gebed, geestelijk klaargemaakt om deze heel bijzondere openbaringen te ontvangen. Met name geven Daniël 11:1-35 zulke nauwkeurige beschrijvingen van toekomstige gebeurtenissen dat velen tot op vandaag weigeren te geloven dat Daniël dit geprofeteerd zou hebben. Er wordt geprofeteerd over het Medo-Perzische rijk en Griekenland. Geen enkel mens kan dit voorzeggen, bedenken of uit zijn duim zuigen. Hier hebben we te maken met profetie in de meest verheven vorm. Ik schreef al eerder, dit alles is zo nauwgezet dat liberale theologen alles gedaan hebben om een Pseudo-Daniël te creëren die in ongeveer 200 voor Christus zou hebben geleefd en dit achteraf als profetie te boek zou hebben gesteld. De vondst van de Qumran rollen heeft dit volledig ontzenuwt. Sinds dien blijven de liberale theologen oorverdovend stil over dit item.

Er worden in Daniël 11:2 vier koningen beschreven het gaat om Cambysus (529-522 v. Chr.) Om Pseudo-Smerdes (522-521 v. Chr.) om Darius I Hystaspes (521-486). Tenslotte de vierde, nog grote en rijker dan de anderen. In deze vierde herkennen we Xerxes I. Deze Xerxes poogde Griekenland aan te vallen, zijn vloot werd verslagen, meer door storm dan door strijd. In hem herkennen we ook de koning die met Esther getrouwd is. Wellicht is het in de periode waarin de nederlaag van zijn vloot plaatsvond, dat men de koning met een nieuw koningin wenste op te vrolijken.
In Daniël 11:3-4 wordt de opkomst van Alexander de Grote voorzegd, over hem schreven we al eerder naar aanleiding van de profetieën in Daniël 7 en 8.

Uiteindelijk lopen de profetieën van Daniël uit op de profetie aangaande de zeventig jaarweken, waarin de geschiedenis van Israël vervlochten wordt in de wereldgeschiedenis en die van het Romeinse rijk in het bijzonder. Uit de eerder beschreven vervullingen mogen we leren dat Gods woord betrouwbaar is en dat geen van Zijn woorden ledig ter aarde zullen vallen. We gaan langzaamaan over van profetieën die in het verleden al hun vervulling gekregen hebben naar nog onvervulde beloften. Uit de vervulling die er was mogen we leren hoe we de onvervulde profetieën moeten lezen en uitleggen. Dit alles zal meer en meer onze tijd raken, de dagen waarin we leven. We leven in profetische tijden. Het gaat ons niet om hobbyisme. Het gaat ons er nog minder om, om lekker eigenwijs te zeggen: zie je wel, de bijbel (wij) hebben toch gelijk. Het gaat erom dat we de tijd verstaan waarin we leven, opdat we gemotiveerd zullen zijn en spreken van Verzoening, Vervulling en Verwachting. Dat is het evangelie dat we hebben te verkondigen. Moge de Here daar Zijn kracht en zegen aan verbinden, totdat Hij komt.
Maranatha.

Ds. Henk Schouten