Ayyal - Als een hert

Gieneke van Veen-Vrolijk • 84 - 2008 • Uitgave: 16
Als een hert…
In de Bijbel komen veel beelden voor die worden gebruikt om de mens een bepaald aspect van Gods Woord duidelijk te maken. In het merendeel van de gevallen betreft het beelden uit de natuur of het dagelijkse leven. Het zijn beelden die de mensen in de Bijbelse tijd begrepen omdat men ermee vertrouwd was. Zo kende men het werk van de pottenbakker en kon het pottenbakkersbeeld (Jer. 18, 19) begrijpen, evenals het beeld van de herder (Ps. 23) en van de os en ezel die eigenaar en voederbak kennen (Jes. 1:3). Ook wist men dat vlekken van scharlaken onuitwisbaar waren en dat de puur witte sneeuw op de Hermon in de zon verdween (Jes. 1:18); daarom kon men de Goddelijke belofte van volkomen zondenvergeving door terugkeer tot God begrijpen. Die oproep klinkt nog steeds!

‘Ayyal’ en ‘ayyala’
In de Hebreeuwse Bijbeltekst komt ‘ayyal’(hert) voor met de vrouwelijke vorm ‘ayyala’ (hinde); meervoud ‘ayyalot’ (hinden). In de Bijbelse tijd leefde het hert verspreid over een breed gebied in het oude Nabije Oosten. Op de Libanon zijn resten van beenderen van het rode hert gevonden, evenals bij Tel Dan; maar vooral in de omgeving van het Karmelgebergte hebben archeologen veel overblijfselen van deze dieren gevonden, zoals schedels en beenderen. Uit de archeologische vondsten blijkt het hert ook veel als voedsel te zijn gebruikt, gezien de maaltijdresten die zijn aangetroffen. De verschillende soorten van de hertenfamilie van de ‘ayyal’ die in het gebied van Israël leefden, zijn vanwege het vele jagen uitgestorven. Tot einde van de 19e eeuw leefden er nog veel herten op de Karmel….

‘Ayyal’ als beeld
Het is niet verwonderlijk dat het beeld van het hert, dat de mens altijd heeft aangesproken, ook regelmatig in de Schrift gebruikt wordt. Een ‘ayyal’/hert (uitspraak: ajjal) was in de oudtestamentische tijd immers een bekend natuurbeeld dat men begreep. Hierbij valt het op dat er steeds andere aspecten van dit prachtige dier als voorbeeld naar voren komen. Op deze wijze worden ons meerdere geestelijke lessen voorgehouden aan de hand van het aansprekende hertenbeeld.
Volgens de Tora is een ‘ayyal’/hert een ritueel rein dier (Deut. 12:15, 22; 14:5; 15:22). Het dier werd bekend als symbool van schoonheid en snelheid. Waarschijnlijk zal het hert het embleem van de stam Naftali zijn geweest, zoals Jakob profeteerde over deze stam: “Naftali is een losgelaten ‘ayyala’/hinde…” (Gen. 49:21). Het hert is een mooi, rank gebouwd dier, beeld van schoonheid (Hoogl. 2:9,17; Spr. 5:19). Het heeft een opvallend sierlijke, lenige loop, kan zeer snel zijn, is daarom beeld van snelheid. Zonder enige moeite springt een ‘ayyal’/hert over een afrastering, struik of ander obstakel en in geval van nood overwint het al springend belemmeringen op het vluchtpad. Bovendien weet het hert hoe en waar hij stevig kan staan. Hiermee is het dier tevens beeld van behendigheid. Een ‘ayyal’/hert houdt van rust en stilte om teruggetrokken met de kudden te leven. Een leerzaam en veelzeggend beeld.

‘Ayyal’ in profetieën
Jesaja profeteert door Gods Geest over de bloeiende woestijn en Gods komst om te verlossen: “Dan zal de kreupele springen als een ‘ayyal’/hert…” (Jes. 35:6). Dit profetische beeld wijst op de belofte dat de hulpeloze zwakke eens lenig, snel en overwinnend zal zijn, door Gods beloofde heil. Dat is Gods toekomst….
Ook Habakuk gebruikte op indringende wijze het beeld van een ‘ayyal’/hert. Deze profeet kreunde onder de zware last van het onheil dat Israël vanwege ontrouw aan God zou treffen (Hab. 1:1-11). Hij leerde die immense last van vragen en niet begrijpen bij God te brengen en aan Hem over te laten. Die vertrouwensvolle overgave aan God leerde hem - temidden van die nood - bidden: “…ik zal rusten op de dag van benauwdheid… de HERE Here is mijn sterkte en Hij stelt mijn voeten als de ‘ayyalot’/hinden…” (Hab. 3:1,16-19). Habakuks gebed leert ons in moeite en nood biddend te zijn als een behendig springend ‘ayyal’/hert, veilig in de Here, de Rots.

‘Ayyal’ en gebed
Het hert werd helaas veel opgejaagd naar voedselarme plaatsen. Dit beeld ziet de treurende Jeremia en klaagt over het verwoeste Jeruzalem “…haar vorsten zijn als ‘ayyalim’/(meervoudsvorm) herten die geen weide vinden…” (Klaagl. 1:6). Door allerlei levensomstandigheden kan men in woestijngebied zonder weide en water komen. Verdriet, ziekte, zorgen en zoveel andere dingen kunnen ons in een toestand van dorheid en droogte brengen. Maar overal en altijd hoort de Here wie biddend tot Hem roept, zoals een vermoeid dorstend hert: “Zoals een ‘ayyal’/hert smacht naar waterstromen, zo smacht mijn ziel naar U, God…” (Ps. 42:2). God verhoort deze smeekbeden zoals hij dat deed in Davids leven. Na veel zonden, strijd en moeiten had hij geleerd als een hert tot God te vluchten om vergeving te krijgen, hulp en bescherming in de nood. In een danklied kon hij later zeggen: “…Gods weg is volmaakt… Wie is rots, behalve onze God? … Hij stelt mijn voeten als de ‘ayyalot’/hinden…” (2Sam. 22:31-34; Ps. 18:32-33). Het beeld van het hert leert ons waar onze toevlucht te zoeken.
...“…als een ‘ayyal’/hert…naar U…”

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk