Babel

Henk Schouten • 81 - 2005/06 • Uitgave: 13
Het boek Daniël geeft ons een overzicht van vier koninkrijken die in specifieke relatie staan tot Israël. Natuurlijk vinden we op veel andere plaatsen in het oude testament aanvullingen op deze profetieën. Veel van die profetieën zijn ondertussen letterlijk vervuld, daaruit kunnen we alleen die conclusie trekken dat de nog openstaande beloften op de zelfde wijze vervuld zullen worden. We zien hoopvol uit.

Het oude Babel
De eerste keer dat Babel in de bijbel genoemd wordt is in Genesis 11:1-8. We lezen dat de mensheid een toren bouwt. De bedoeling was door middel van die toren tot in de hemel te kunnen reiken. Het was rebellie tegen God. Van klei werden er stenen gebakken die met asfalt als een soort mortel aan elkaar gelijmd werden. De bedoeling van dit alles staat helder in vers 4: ‘Welaan, laten we ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt en laten we ons een naam maken, opdat we niet over de gehele aarde verstrooid worden’. De Here God bracht een oordeel over deze wereld door de taal van de mens te verwarren, zo werden de mensen over de aarde verstrooid. De plaats kreeg de naam Babel, in overeenstemming met het Hebreeuwse woord ‘verwarring’.
De bijbel zwijgt lange tijd over de geschiedenis in Babel, totdat in Jozua 7:20-21 gesproken wordt over ‘een schoon sierlijk Babylonisch overkleed’ (SV). Achan had het bij de verovering van Jericho achterovergedrukt. We horen pas bij de profeten Jesaja, Jeremia, Ezechiël en natuurlijk Daniël weer over Babel.
Toch heeft Babel veel met de beschaving van de mensheid van doen. Men zegt dat sporen van beschaving tot ongeveer 3000 jaar voor Christus teruggaan.
De geschiedenis van Babel kent een golfbeweging. Voor de bijbelse geschiedenis is vooral het Nieuw Babylonische rijk van belang. In 625 voor Christus herwon Babel zijn onafhankelijkheid en begon in invloed weer toe te nemen.
Het is dus opmerkelijk dat Jesaja, die een paar honderd jaar eerder leefde, dus voordat Babel weer een aanzienlijke politieke macht werd, zulke bijzondere dingen profeteerde. Zo horen we uit de mond van Jesaja ‘Zie, Ik wek tegen hen de Meden op, die zilver niet achten, noch in goud behagen hebben; hun bogen vellen knapen; zij kennen geen erbarming met de vrucht van de schoot en zelfs kinderen ontzien zij niet’ (Jes. 13:17-18). Vanaf vers 20 lezen we “het zal in eeuwigheid niet meer bewoond worden, noch bevolkt zijn van geslacht tot geslacht’. Het zijn de Meden geweest die Babel hebben ingenomen en tot op onze tijd is Babel onbewoond. Het ligt in het tegenwoordige Irak. Saddam Hoessein zag zich als een nazaat van Nebukadnezar. In onze tijd heeft men Babel gedeeltelijk herbouwd, een soort van toeristische attractie. In Openbaring 18 wordt opnieuw over de verwoesting van Babel geprofeteerd. Gaat het in Openbaring om het oude maar herbouwde Babel of om een nieuwe stad, mogelijk Rome. Daar wordt verschillend over gedacht. Voor ons is het wonderlijk te zien, hoe de profetieën van Jesaja letterlijk vervuld zijn.

Hiskia laat op een kwade dag al zijn rijkdom aan een gezantschap uit Babel zien. Jesaja spreekt daarop met een woord van de Heer het oordeel uit. Vanuit Babel zal men komen en alles wat de vaderen hebben opgestapeld aan rijkdom zal naar Babel worden weggevoerd (Jes. 39:1-8).
Deze profetie is in vervulling gegaan bij de door ons zo genoemde ‘Babylonische ballingschap’. Wat we hier en steeds leren is de enorme nauwgezetheid waarmee God zijn profetieën in vervulling doet gaan.
Waarom negeren zoveel mensen deze letterlijke vervullingen? Dat is ook ernstig, want veel profetieën voorzeggen oordeel over onze wereld, dat zijn waarschuwingen. Veel andere profetieën zijn beloften van heil en eeuwig leven, daar mogen we door bemoedigd worden, dat geeft immers hoop en uitzicht.

Jeremia
Ook de profeet Jeremia, die leefde in de tijd van de Babylonische ballingschap, ontvangt van de Here God voorzeggingen. De hoofdstukken 50 en 51 zijn volledig aan Babel gewijd. Wanneer we deze profetieën zorgvuldig bestuderen zien we dat sommige gedeelte verder reiken dan de verleden tijd, sommige gedeelten lijken vooruit te wijzen naar een tijd die nog komen gaat. Bijvoorbeeld Jeremia 50:39-40 “Daarom zullen er boskatten met jakhalzen huizen, ook zullen er struisvogels huizen, en het zal niet meer bestaan in eeuwigheid, noch in stand blijven van geslacht tot geslacht. Zoals God Sodom en Gomorra met hun naburen ondersteboven keerde, luidt het woord des Here zal daar niemand wonen en geen mensenkind daar verblijven’.
Veel andere profetieën van Jeremia handelen over de op handen zijnde ballingschap. De valse profeten stelden het volk gerust, Babel zou verslagen worden. Het kostte Jeremia bijna zijn leven, omdat hij overeenkomstig Gods woord sprak van het oordeel dat Jeruzalem treffen zou door de hand van Babel.
Heel bijzonder is dat Jeremia ook sprak over de duur van de ballingschap. In Jeremia 25:11 en 29:10 wordt heel nadrukkelijk gesteld dat Juda de koningen van Babel zeventig jaar zal dienen. Dit woord van Jeremia lag aan de basis van Daniëls smeekbede tot God om uitredding voor zijn volk. Deze smeekbede werd beantwoord, we lezen dit alles bij Ezra en Nehemia. Onder koning Kores wordt de opdracht gegeven tot terugkeer naar Jeruzalem en herbouw van de tempel.

Onze verantwoording
We zouden veel meer moeten hameren op deze onafgebroken rij van vervulde profetieën. Het maakt één ding absoluut duidelijk: Gods woord is betrouwbaar, Gods woord houdt stand. Daarom geloof ik ook in de woorden van hoop en redding. Daarom vertrouw ik volledig op de beloften die er zijn, met betrekking tot de opname van de gemeente, met betrekking tot de hemelse toekomst. Ze zijn ja en amen, vast en betrouwbaar dus. Geef gehoor aan het woord van God.

Ds. Henk Schouten