Bevrijd... maar waartoe?

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 3
Op 5 mei vieren we onze bevrijding, zoals elk jaar sinds 1945. Bijna zestig jaar na de 2e Wereldoorlog is het grootste deel van onze bevolking onbekend met de verschrikkingen van die vijf bezettingsjaren door een ideologisch geladen macht die dood en verderf predikte en praktiseerde. De nazi’s en hun ideologie kwamen echter niet zo maar uit de lucht vallen. In het Europa van de 20e eeuw is een ongekende geestelijke leegte ontstaan. In het vacuüm dat dan ontstaat kan gemakkelijk zo’n demonische macht komen om dat gevoelde vacuüm op te vullen. Bijna zestig jaar geleden zijn we bevrijd van de gesel der nazi’s, maar Europa heeft zich niet bekeerd. Zij ging na de bevrijding verder op de goddeloze weg, die lang geleden al was ingeslagen. Een overweging.

In de negentiende eeuw kenmerkte de samenleving zich door, vooral, christelijke instituten. De kerk had grote invloed op het gezinsleven. De overheid had een beperkte invloed op het gezinsleven. Dorpen en stadswijken hadden de eigen kerk in het midden waar omheen zich het leven afspeelde. Het leven kende een zekere beslotenheid. De 20e eeuw kenmerkt zich door het openbreken van die structuren. Er ontstond een revolutie op alle terreinen van het leven. Een revolutie die niet buiten de deur was te houden. Zij drong door de kieren, door sleutelgaten, ja door gesloten deuren overal naar binnen. Die revolutie sneed alle banden door met de geestelijke wortels uit vroegere tijden. De geseculariseerde samenleving was geboren. De ontbindende krachten, die vooral manifest werden in de Franse Revolutie konden niet worden weerstaan. Met het Réveil van de 19e eeuw – Groen van Prinsterer voorop – werd nog een poging gedaan om christelijke grenzen te bewaken, maar na 1945 liep dat alles stuk. De ideologie van de revolutie deed ook in kerk en theologie haar intrede. De ‘parade der mannenbroeders’ werd het brede kerkelijke verzet van vóór de oorlog tegen de geest van de revolutie genoemd en dat verzet werd weggehoond in de jaren ’50 en vooral de jaren ’60. Toen zijn alle dijken doorgebroken. De plaats van de kerk in de samenleving werd haar ontzegd. Zij werd een randverschijnsel. Het christelijk geloof werd gedegradeerd tot een religie van de mens. In dit proces werd "de mens de enige god die er is". Volgens de bekende zendingsman prof. H. Kraemer (In zijn boek ‘Worldcultures and Worldreligions’ 1960) heeft "de secularisatie een beangstigende, demonische dynamiek gekregen". De religie van de mens – het humanisme – heeft haar grote overwinning behaald. Vandaag kunnen we onze ‘zegeningen’ daarvan tellen.

De samenleving is verloederd, we zijn op zoek naar normen en waarden, maar niemand weet waar die gezocht moeten worden en we blijven gevangenissen bijbouwen. De spreekkamers van de psychologen en psychiaters zitten overvol. Zelfmoord onder jonge mensen – rond de dertig jaar – is in ons land doodsoorzaak nummer één geworden. Onze hele vrije wereld van na de oorlog is dodelijk verziekt. We moeten onze huizen en winkels steeds meer barricaderen tegen dieven, die als ratten uit het riool zijn komen opzetten. Justitie lost maar tussen de 15 en 20% van de misdaden op. Het is gevaarlijk geworden op straat. Zijn we hiertoe bevrijd?

In een maatschappij van morele en geestelijk ontbinding, die ook diep is doorgedrongen in kerk en theologie, dient elke gelovige zich te richten op de levende God in gebed en voorbede voor een geestelijk vernieuwing van de kerk, opwekking en reformatie. Niet als vlucht met ‘een boekie in een hoekie’. Vanuit een nieuw geestelijk, bijbels, élan moeten we bidden voor en werken aan nieuwe instituties in de maatschappij – zoals versterking van het christelijk onderwijs – om het christelijk geloof gestalte te geven, handen en voeten. Dat ideaal is na de oorlog niet breed gezien, noch opgepakt. Christenen kunnen nog veel doen als ze uit de slaap zouden ontwaken.

Als er geen omkeer komt in kerk en samenleving dan zullen de machten der duisternis verder oprukken. De Islam zal steeds meer de nieuwe gesel worden waaronder ons land en Europa gebukt zullen gaan. De demonische krachten van het nazidom waren enorm. Hitlers ideaal van een duizendjarig vrederijk in Europa, een rijk van geluk en voorspoed, kon in zijn ideologie alleen worden gerealiseerd als de Joden werden uitgeroeid. Het Europese rijk – de Europese Unie – is een voortzetting van dat ideaal. Joden zijn er bijna niet meer, maar wel zijn er nog resten van de christelijke kerk. Die moeten worden uitgeroeid. Het ideale verenigde Europa is een natie zonder God en zijn gebod. Een natie van het humanisme – een natie van de mens. Die dramatische constatering brengt ons bij de openbaring van de Antichrist, de grote tegenstander van Jezus Christus, die de ware Vredevorst is. De kerk die aan het Woord vast houdt, weet van de belofte, dat de Vredevorst zal komen en eens zal heersen over deze nu nog gebroken wereld. Elk surrogaat moet zij afwijzen. Elk vooruit grijpen op die belofte moet zij als zondig afwijzen. Het komende Vrederijk is niet een maaksel van de mens, maar openbaring van de macht van Koning Jezus. Gods beloften worden niet evolutionistisch werkelijkheid, maar profetisch!

Deze geseculariseerde samenleving zal de oordelen Gods tegemoet gaan, omdat zij Hem heeft afgewezen en Zijn geboden. Alle spot en hoon ten spijt zal de kerk en zal elke gelovige met dit getuigenis in de wereld moeten staan. Wie denkt dat we na 1945 in vrede kunnen leven heeft het mis. De ware vrede is niet gekomen, maar een demonisch surrogaat ervan, dat de weg bereid heeft naar de goddeloze wereld waarin we nu terechtgekomen zijn. Een wereld van ordinair materialisme, wetteloosheid en Godvijandige ideologieën. We werden verlost van het nazidom, maar krijgen nu te maken met het zwaard van de Islam. Deze bloeddorstige godsdienst heeft vanaf zijn ontstaan in de woestijn van Arabië de vrijheid gekost van miljoenen en hun denken opgesloten als in een stalen kooi. In alle geestelijk verwarring en misleiding zien velen niet het gevaar van wat de Westerse samenleving boven het hoofd hangt. We waren bevrijd van een duistere macht – de nazi ‘s – maar worden bedreigd door een nieuwe macht, die van binnenuit veel bloed en tranen van ons zal eisen. Daarom hoort bij een herdenken van de vrijheid een herroepen van verkeerde keuzes die toen werden gemaakt. Mag de oproep tot bekering krachtig klinken in ons land, anders is er geen dageraad.

Feike ter Velde